Op hoogtijdagen schuiven ze een schapen­bout in de oven. De echtgenoot van Sanderine Nonhebel mag het gevaarte in porties verdelen. ‘Dan is het bij ons echt de man die ’s Zondags het vlees snijdt’, zegt Nonhebel (60) lachend. Het zijn de bloedeigen schapen die dampend op tafel komen.

Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw kochten Sanderine Nonhebel en haar man een oude boerderij in Aduard. Aanvankelijk waren schapen handige gras­maaiers. Tijdens de verbouwing van het huis hadden ze geen omkijken naar het weiland; drie schapen hielden het gras mooi kort.

‘Maar met twee kleine kinderen wil je ook lammetjes’, zegt Nonhebel. De ram mocht op visite bij Suus, Truus en Miep – of hoe de dames toentertijd ook heetten. De buren hielpen met aflammeren en andere voorkomende kwesties. ‘Zij hebben ons opgevoed in schapen houden.’ Twee nakomelingen gemiddeld per bevalling per ooi maakte de wei wel vol. De veehandelaar werd ingeschakeld. ‘Dat voelde meteen al niet goed. De veehandel is niet leuk, mensen gaan er niet fatsoenlijk met beesten om. Dan heb je met veel mo…

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €57,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.