Nb-redacteur Leonie Wendker recenseert het boek: Voor deez’ aard verloren, de Noorderbegraafplaats in Assen. Wendker: 'Met name die verhalen maken het tastbaar. Iedereen kent of herkent er wel iets in.'

Wie meer over een stad, dorp of een gebied te weten wil komen kan de plek bezoeken waar de inwoners hun dierbaren begraven: de begraafplaats. Meestal zijn dit bijzondere plekken, mooi aangelegd en omgeven door groen. Vaak vertelt het ook iets over de ondergrond en de cultuur, maar ook over forse stijging van inwonersaantallen, ziektes, oorlogen en aanwezigheid van industrie of kleine rampen. Kerkhoven en begraafplaatsen zijn plekken met veel betekenis.

Dit geldt ook voor de Noorderbegraafplaats in Assen. Het is één van de acht begraafplaatsen in Assen. Het recent verschenen boek Voor deez’ aard verloren, de Noorderbegraafplaats in Assen laat zien hoe de geschiedenis van het begraven in Assen zich in zo’n acht eeuwen tijd heeft verplaatst van de Brink in het hart van de stad naar de rand. De Noorderbegraafplaats is daarin een tussenstap. In totaal liggen er bijna negenduizend Assenaren op de Noorderbegraafplaats, dit boek vertelt het verhaal van een aantal van deze Assenaren.

De titel van het boek wordt in de introductie beschreven: het tragische verhaal van Hein Sijbes die op 21-jarige leeftijd overleed. Zijn dochter Henriëtte heeft hij nooit gekend, ook zij mocht niet oud worden. En Zoon Sijbe, die op anderhalf jarige leeftijd zijn vader verloor, liggen alle drie in het eerste perk rechts op de Noorderbegraafplaats begraven. Op hun zerk staat een ontroerend gedicht dat ik als spoiler vast weggeef. Hopelijk maakt het nieuwsgierig naar meer:

Hij, reeds voor deez’ aard verloren
Eer een tweeling was geboren,
Die God aan zijn’ weduwe’ gaf.
Een werk nog geen vijftal jaren.
Wie zal hier Gods doel verklaren?
Rust naast hem in ’t somber graf.

Het is één van de verhalen van de Noorderbegraafplaats. Het boek beschrijft aan de hand van het omgaan met de doden de geschiedenis van Assen. Goed archiefwerk met mooie plattegronden, oud en nieuw fotomateriaal en natuurlijk de verhalen. Met name die verhalen maken het tastbaar. Iedereen kent of herkent er wel iets in.

Ik bezoek ook graag begraafplaatsen. Helaas ben ik nog nooit op de meest bekende begraafplaats ter wereld geweest, het Cimetière du Père-Lachaise in Parijs. Welke ik wel bezocht: de plek waar Evita Peron ligt begraven (Recoleta – Buenos Aires), John F. Kennedy (Arlington National Cemetery – Washington), Oud Eik en Duinen in Den Haag waar o.a. Louis Couperus, F. Bordewijk, Hendrik Willem Mesdag en Willem Drees zijn begraven en de Joodse begraafplaats Weiβensee in Berlijn die wonderwel vrijwel ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog is gekomen.

Maar ook dichter bij huis vind ik het fascinerende plekken, bijvoorbeeld de kerkhoven op de wierden en terpen die tegen de kerkjes aan liggen in het Groninger en Friese landschap, plekken die met liefde worden onderhouden. Of de Noorder- en Zuiderbegraafplaats in de stad Groningen, het Selwerderhof. En ook de begraafplaats in het dorp waar ik geboren ben zoek ik bewust weleens op.

De meeste begraafplaatsen die wij graag bezoeken zijn rond 1829 in gebruik genomen n.a.v. de wet van koning Willen I die het verbood om in kerken en binnen de bebouwde kom te begraven. Begraafplaatsen staan onder druk. Steeds meer mensen worden gecremeerd en oude begraafplaatsen liggen vaak op locaties die interessant zijn voor bouwactiviteiten (want eens buiten de bebouwde kom geplaatst, heeft de bebouwing dit ingehaald). Het zijn vaak oases van rust in een hectische omgeving en kunnen niet zomaar verdwijnen.

Wat daarbij helpt is om het verhaal te vertellen van de plek, de overledenen en hun grafmonument te plaatsen in de context van de tijd waarin zij leefden. Dit gebeurt in de ontzettend interessante inleiding van het boek. Daar plaatst Prof. dr. Maarten Duijvendak deze publicatie in een grotere context van verschillende aspecten en invalshoeken van onderzoek naar doodscultuur. Deze heeft in de afgelopen zeventig jaar een hoge vlucht genomen en leidde tot een groot aantal publicaties over allerlei aspecten van funerair erfgoed.

De spiegel die een begraafplaats ons voorhoudt (niet alleen over het leven dat voorbij is, maar ook over ons eigen leven) is ontzettend boeiend en vol verhalen. Voor deez’ aard verloren is daar een aanwinst in. Voor ieder die geïnteresseerd is in dit onderwerp of binding met Assen en omgeving heeft. Maar ook beleidsmakers van overheden zouden hier veel aan hebben.

Het verhaal wat deze plekken ons vertelt zouden we meer kunnen gebruiken in onze huidige maatschappij. Bijvoorbeeld voor educatieve doeleinden, of als je denkt aan de economische waarde (kijk maar naar de drukbezochte beroemde begraafplaatsen), maar ook als het gaat om biodiversiteit en klimaatadaptie. Deze groene oases met veel verschillende planten en plekjes om te schuilen moeten we koesteren en de verhalen die daar rondwaren blijven vertellen.

Voor deez’ aard verloren, de Noorderbegraafplaats in Assen / Bertus Boivin, Lukas Kwant en Jan Lagendijk / ISBN 9789023257400 / aantal pagina’s 184 / verkoopprijs € 22,00