Een moeilijke route van idee naar realiteit: bestemmingsplannen, vergunningen enzovoortKNHM-adviseurs helpen burgers met het spelen van ‘het spel’Drie geslaagde voorbeelden: een uitkijktoren, ontmoetingsplaats en verzorgingstehuis
Dat je iets wilt waar het openbaar bestuur niet op is gekomen.
Iets tot algemeen nut en plezier strekkends. Zeg een mooie uitkijktoren bij een
lief meanderend beekje, nieuw leven voor een door God en gemeente verlaten
kerk, of onderdak voor oud geworden dorpsgenoten, zodat die hun laatste jaren
niet elders hoeven te slijten. Hoe pak je dat aan? Je kunt niet zomaar ergens
een toren bouwen, een kerk vertimmeren of een bejaardentehuis beginnen. Zo zit
de wereld niet in elkaar.
De macht van de ambtenaar is: niks doen
Tussen burgers en hun plannen staan …
- Een moeilijke route van idee naar realiteit: bestemmingsplannen, vergunningen enzovoort
- KNHM-adviseurs helpen burgers met het spelen van ‘het spel’
- Drie geslaagde voorbeelden: een uitkijktoren, ontmoetingsplaats en verzorgingstehuis
Dat je iets wilt waar het openbaar bestuur niet op is gekomen. Iets tot algemeen nut en plezier strekkends. Zeg een mooie uitkijktoren bij een lief meanderend beekje, nieuw leven voor een door God en gemeente verlaten kerk, of onderdak voor oud geworden dorpsgenoten, zodat die hun laatste jaren niet elders hoeven te slijten. Hoe pak je dat aan? Je kunt niet zomaar ergens een toren bouwen, een kerk vertimmeren of een bejaardentehuis beginnen. Zo zit de wereld niet in elkaar.
De macht van de ambtenaar is:
niks doen
Tussen burgers en hun plannen staan wetten in de weg en
praktische bezwaren. Het gedoe dat erbij komt kijken als je iets aan je
leefomgeving wilt veranderen. Een muur van bestemmingsplannen, vergunningen,
financiering en bezwaarprocedures. De overheid zelf kan een geduchte
tegenstander van burgerinitiatieven zijn. Maar toch: het kan. De meeste
scholen, kerken, clubs en verenigingen, zorg- en welzijnsorganisaties, en
brandweerkorpsen zijn ontstaan zonder dat er een ambtenaar aan te pas kwam.
‘Wij deden al lang voordat het zo heette aan participatie’, zegt Pieter Rozema
van de KNHM foundation, op een zomermiddag op het Arcadis-kantoor in Zwolle.
KNHM is een netwerk van ongeveer vierhonderd professionals dat vrijwillig en
‘om niets’ burgerprojecten ondersteunt. De vraag is waarom. Uit aardigheid,
omdat de professionals zo van mensen houden? ‘Omdat ze een passie voor hun
leefomgeving hebben, en geloven dat mensen hun eigen leefomgeving mooier kunnen
maken.’
In dat streven komen die mooie dingen willende burgers onvermijdelijk aan tafel
met professionals die niet zozeer een kennisvoorsprong hebben (burgers weten
vaak meer van hun eigen omgeving dan bestuurders), als wel een voorsprong in
ervaring en bedrevenheid in ‘het spel’. De adviseurs van KNHM en
ingenieursbureau Arcadis – beide voortgekomen uit de oude ‘Heidemij’ – kunnen
zorgen voor het beetje rugwind dat burgerprojecten mede naar de finish helpt.
Het
heeft kenmerken van een geloof, burgerparticipatie. Het wortelt in de liberale
gedachte dat mensen zelf wel weten wat goed voor ze is. ‘Geloof in de
samenleving’, noemt Rozema het. Mensen kunnen het zelf, met een beetje hulp van
de adviseur. Hoe dan? Drie voorbeelden: hoe ouderen in hun geliefde dorp
Vledder kunnen blijven wonen, hoe een kerk in Lemmer een nieuwe bestemming
krijgt, en hoe er toch een uitkijktoren kwam bij het Eeserdiep.

Uitkijktoren bij Eeserdiepje
Het is
maar een klein gebiedje, het stroomgebiedje van het Eeserdiep bij Borger. Zo
klein dat het in bestuurskringen misschien over het hoofd was gezien. En dat
terwijl het een historische plek is, tussen Ees en Borger. Een ‘doorbraak in de
Hondsrug’, zeggen Jan Top en Cor van Willigen, gepensioneerd burgers van de
gemeente Borger-Odoorn, in een zaaltje van multifunctioneel dorpscentrum het
Hunzehuys.
‘Wij hebben gezegd als bevolking: we willen dit gebied herkenbaar maken als
historische plek’, vertelt Top. Een burgerplan met twaalf verfraaiingen van het
stroomdal voorziet in die wens. Langs de beek kwamen onder meer een wandelpad,
gedenkplek, bruggetje, zitplek, ooievaarsnest, speelplek, informatiepaneel en,
als klap op de vuurpijl, een uitkijktoren.
Een mooi plan, vond de gemeente. De groep-Eeserdiep, een commissie van Dorpsbelangen
Borger, mocht zijn gang gaan, als hij zijn plannen zelf betaalde. Er kwamen een
Europese Leader-subsidie, bijdragen van fondsen en een beetje geld van Kern met
Pit, de KNHM-‘challenge’ voor kleine burgerinitiatieven. De gemeente zag één
probleem: die toren… Het ontwerp van gepensioneerd architect en
projectgroeplid Jacob Woldendorp was te hoog en stond volgens de gemeente op de
verkeerde plek. De gemeente wilde de toren verder van de beek, bij de weg,
achter de bomen.
Arjen Bosch, KNHM-adviseur,
later over de telefoon: ‘Het grootste project, de uitkijktoren, zat vast in een
bureaucratisch moeras. De initiatiefnemers hadden een ontwerp van een houten
toren. Maar de gemeente wilde hem niet op die plek. Er was een probleem met het
bestemmingsplan. De gemeente en Het Drentse Landschap wilden de toren
verstoppen achter een bosje of plaatsen naast de N34 van Emmen naar Groningen.’
De macht van de ambtenaar is vervolgens: niets doen, zegt Bosch. ‘Als hij een
plan niet ziet zitten, werkt hij er gewoon niet aan mee. Op een Leader-subsidie
zit een termijn: het project moet dit jaar worden afgerond. Ik raakte door Kern
met Pit betrokken. Ik vroeg de leden van de groep-Eeserdiep of ze hun ontwerp
wilden loslaten en in detail wilden benoemen wat de bezoeker op de toren zou
moeten ervaren. Ze wilden dat mensen de meander in de beek kunnen zien en de
gelaagdheid van het landschap kunnen ervaren. Ze zijn met een hoogwerker wezen
kijken, op drie plekken.’
Is het een idee om vanuit
Arcadis een architect in te huren?, vroeg Bosch vervolgens. ‘Zo kwam de
architect Pros ten Hove erbij. De uitgangspunten kwamen weer op tafel: wat moet
je kunnen beleven? Ten Hove maakte een nieuw ontwerp, een constructie van
trappen. Een transparantere toren, een rank ding. We maakten een nieuwe
afspraak met de wethouder, met vertegenwoordigers van het waterschap en Het
Drentse Landschap erbij. De wethouder vond het meteen een prachtig plan.
Jan Top, in het Hunzehuys:
‘Het is een ingewikkeld proces. We zijn bezig sinds 2011. De meeste tijd gaat
zitten in overleg en vergunningen en subsidies.’ Cor van Willigen: ‘Het gaf
meer body toen de KNHM erbij kwam. Toen stonden we steviger in onze schoenen
ten opzichte van de gemeente.’
Bosch: ‘Je moet nadenken:
hoe zit die ander erin? De gemeenteambtenaar zag ertegenop dat het
bestemmingsplan gewijzigd zou worden. Het Drentse Landschap wilde het landschap
niet verstoren. Daar zat de crux: je kunnen verplaatsen in de positie van de
andere partij. Dat is lastig. Er is vaak gemopper op de overheid, maar het is
maar goed dat er bestemmingsplannen zijn. Nu is iedereen trots op het
resultaat. Ook Het Drentse Landschap vindt het een mooie toren.’
Bij het Eeserdiep laat Cor van Willigen het resultaat van tien jaar
burgerinspanningen zien. Het bruggetje, het ooievaarsnest, de zitplaats, onder
een kunstig getimmerd gebint. Een gedenkteken voor de bevrijding van Ees, 12
april 1945. Een vrouw met een hond loopt over het door de groep aangelegde
wandelpad. Verderop, waar de speelplaats komt, is een graafmachine bezig. Het
verkeer op de N34 overstemt het kalme gekabbel van de beek.
De uitkijktoren komt
halverwege het pad. De fundering ligt er al. Werklui leggen nu in de werkplaats
de laatste hand aan de toren, meteen na de bouwvak wordt hij geplaatst. Dan kun
je naar boven en alles mooi zien. Van Willigen kijkt om zich heen. ‘Dit hebben
wij allemaal zelf gemaakt.’

Ontmoetingsplaats voor Lemmer
De pake van
Amanda Boesjes runde vroeger dorpshuis De Helling, een legendarische plek. Van
de koningin tot de Golden Earring, iedereen kwam er. Maar De Helling bestaat
niet meer. Bij het sterfbed van pake beloofde Amanda hem: ooit begin ik
ook zoiets. Een dorpshuis voor Lemmer.
Nu is Boesjes, geboren en getogen Lemster, een energieke vrouw van begin
dertig. Blond, wit T-shirt, gympen. Projectontwikkelaar, standplaats Haarlem.
Haar bedrijf heet CU Living, see you living. We zitten aan een
schafttafel in de vroegere gereformeerde kerk, met Gea Iedema,
communicatiespecialist, gemeenteraadslid in Waadhoeke (Franeker en omgeving)
en KNHM-adviseur. De verbouwing van de kerk is in volle gang. Het interieur is
gestript, er klinken zaag- en slijpmachines, af en toe komt een bouwvakker een slok
water halen. Alles ligt onder het bouwstof.
In
de bijzaal met podium waar we zitten, komen appartementen voor ouderen en
jongeren, naast en bij elkaar. De naastgelegen grote kerkzaal wordt ‘een plek
waar bijna alles mogelijk is’, zegt Boesjes. Exposities, repetities van het
Lemster mannenkoor, avonden van de bridgeclub. De preekstoel blijft, van de
kerkbanken maken ze nieuwe receptietafels. ‘Circulair.’
Het is de eerste grote klus van haar eigen bedrijf. Boesjes’ plan werd gekozen
uit vele inzendingen in een ‘tender’, uitgeschreven nadat de gereformeerde
gemeente in 2018 samenging met de hervormde en verhuisde naar een andere kerk.
Het is commercieel met een ideëel doel: jongeren en ouderen laten samenkomen
‘op een unieke plek’, zegt Boesjes. ‘Een ontmoetingsplek voor Lemmer maken.’
Een stichting van vrijwilligers uit het dorp exploiteert de kerkzaal.
Op
grote projectdoeken kun je zien hoe mooi het wordt. De galerij boven in de
kerkzaal, de kreak, blijft aan de kerkzaal gekoppeld. Die bogen bovenin,
‘je waant je gewoon in Rome’, zegt Iedema. Zij hielp Stichting Lemster Sjerke
met organiseren en ‘draagvlak’ vinden in Lemmer. Zo zouden Lemsters met
herinneringen aan de kerk die nog een keer kunnen bezoeken. Omdat dat door
corona fysiek niet ging, maakten zij een digitale rondleiding.
‘Dit is waar je blij van wordt’, zegt Iedema. Jonge mensen die mooie dingen
maken. Boesjes maakte een businessplan, zocht investeerders, stapte naar de
bank. Het VSB Fonds zei: je moet met de KNHM gaan praten. Zo kwam Gea Iedema
erbij. Die boog zich over de vraag: hoe betrek je de buurt erbij? ‘Je doel is
verbinding’, zegt ze. Als je de buurt niet ‘meeneemt’, komt de loop er straks
na opening ook niet zo gauw in.
Over
een jaar moet het hier bruisen. Jong en oud wonen bij elkaar, in de kerkzaal is
muziek, toneel, film. Wat wils voor iedere Lemster. In de bogen van de kerk
komen historische foto’s. Amanda Boesjes stelde voor om die op akoestisch doek
te drukken, dat het Lemster Mannenkoor straks mooi klinkt. Iedema: ‘Kijk, dan
ben je wakker. Dan denk je mee.’

Leven lang in Vledder
Tot voor kort konden inwoners in hun diepgouden jaren niet in hun
geliefde dorp Vledder blijven wonen. Vledderaars die de zorgbehoevende leeftijd
hadden bereikt, moesten naar woonvoorzieningen in Havelte, Diever of Dwingeloo.
In Vledder was geen plek voor hen en de gemeente Westerveld had geen plannen om
een voorziening te bouwen. Dat terwijl Vledder het meest vergrijsde dorp van
Drenthe is, zegt Cees Hesse, oud-voorzitter van de vereniging Dorpsbelang.
Op een zomerdag, midden juli, zitten we bij Hesse aan de keukentafel, met Guus
Verduijn, KNHM-adviseur, standplaats Utrecht. Morgen opent de Borgstee, een
prachtige woonboerderij voor seniore Vledderaars. Of er vertegenwoordigers van
de gemeente Westerveld bij zullen zijn, is niet bekend. De gemeente is bij de
plannen noch de bouw van de Borgstee betrokken geweest.
‘We
leven in een tijd waarin het gat tussen de overheid en de burgers groter
wordt’, zegt Hesse, een weldoorvoede mid-zeventiger in een lichtblauw
streepjesoverhemd. ‘Het is raar dat je voor allerlei zaken de overheid nodig
hebt’, vindt Verduijn – colbertje, naar achteren gekamd grijs haar. ‘Het waren
burgers die scholen oprichten, voorzieningen voor armen, de brandweer. In de
verzorgingsstaat zijn we gaan verwachten dat alles van de overheid komt.’
In 2012 begon Dorpsbelang met burgergesprekken over zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
Een tijd van bezuinigingen en krimp van Vledder. Jongeren trokken weg.
Hulpbehoevende ouderen, soms mensen die hun leven lang in Vledder hadden
gewoond, moesten noodgedwongen het dorp uit. Echtgenoten werden van elkaar
gescheiden, zegt Hesse. Bij Dorpsbelang, waarbij 65 procent van de inwoners is
aangesloten, overlegden ze over de vraag hoe het tij te keren.
Hoe
konden ze ervoor zorgen dat ouderen niet in een hokje achter de geraniums
belandden? Vledder heeft de sociale structuur om het anders te doen: het dorp
heeft 52 verenigingen, de inwoners zijn actief in het dorpsleven. Vledder is
een open dorp, zegt Hesse: 85 procent van de inwoners is hier niet geboren.
Toen
ze begonnen kreeg Hesse telefoon van de wethouder: Cees, jullie moeten stoppen,
voor je dingen bedenkt die niet in ons beleid passen. De gemeente had afspraken
met andere zorgaanbieders, op medewerking hoefden Hesse en de zijnen niet te
rekenen. Toen de gemeente eigen plannen voor een woonvoorziening voor ouderen
afblies, maakte het dorp zelf een bouwplan. Tientallen inwoners kochten voor
vijfduizend euro of een veelvoud een obligatie. De rest van de financiering,
nog 65 procent, moest van de bank komen. Maar de banken durfden het niet aan.
Guus
Verduijn, oud-directeur van Woonzorg Nederland, hoorde van de plannen via een
KNHM-collega. Hij hielp met het bedrijfsplan en hielp mee de Triodos Bank uiteindelijk
toch te overtuigen. De KNHM financiert een klein deel mee, dat geeft
vertrouwen. De Borgstee heeft de gemeente Westerveld geen geld gekost.
‘Het
unieke is dat het dorp zelf de regie heeft’, zegt Verduijn. Zo zorgt Vledder
zelf voor zijn ouderen. De zorgorganisatie, een bedrijf uit Hoogeveen, legt
verantwoording af aan Dorpsbelangen. De Borgstee heeft geen kapper of
winkeltje, vertelt Hesse. Daarvoor gaan de bewoners naar het dorp. In veel
verzorgingshuizen blijven bewoners altijd binnen. Dat is niet goed, zegt
Verduijn. ‘Je moet ze in de benen houden.’
