In deze tweewekelijkse wisselcolumn schrijven hoofdredacteur Bente van Leeuwen en adjunct-hoofdredacteur Tjesse Riemersma over wat hen bezighoudt in en om het noordelijke landschap. Deze keer legt Bente uit waarom zij essentie-vogelaar wil worden.

Ongeveer een jaar geleden kochten mijn vriend en ik een mooie verrekijker en wat vogelgidsen. Ze gingen mee naar het Lauwersmeer, Schiermonnikoog en de hobbyboerderij van mijn ouders in Drenthe. Ook op ons balkon in Groningen-Zuid en in de parken rondom de stad kwam de verrekijker van pas.

Met elk tripje herkende ik meer vogels, ook mijn liefde voor de dieren nam toe. Maar waar veel vogelaars juist telkens meer willen weten, merkte ik dat dat voor mij niet opging. Al toen ik besloot om te gaan vogelen was er grote twijfel: hoeveel wil ik weten en met welk doel?

Mijn vriend, die al langer ambiërend vogelaar was, zag steevast meer vogels dan ik. Dat wilde ik ook kunnen. Ik hoef ze niet bij naam te kennen, het maakt me niet zo veel uit om een groenling van een citroensijs te kunnen onderscheiden, maar ik wil ze wel zíen. En als je vogelt, focus je op andere dingen dan als je gewoon wandelt.

En zeker, ik let nu meer op mijn omgeving: ik tuur langer in een boom en kijk vaker naar de lucht. Toch komen mijn twijfels steeds terug. Wil ik een vogelaar zijn, of niet?

De twijfel komt voort uit mijn bestudering van en liefde voor het Taoïsme. In de filosofie van het Taoïsme spelen de concepten van grote en kleine kennis een belangrijke rol. Grote kennis gaat over het diepe weten, eerder richting het onderbewuste, het meditatieve. Kleine kennis is wat je in de schoolbanken leert. Grote kennis is wat taoïsten nastreven, kleine kennis zien zij slechts als van functioneel belang.

Die grote kennis klinkt mij goed in de oren. Dat ik vreselijk slecht ben in pubquizzen en triviant schaam ik me dan ook absoluut niet voor. Ik onthoud liever de essentie dan de details.

Eigenlijk weet ik dus prima wat ik wil: ik wil een essentie-vogelaar zijn. Maar wat dat dan is en hoeveel ik dan over vogels moet weten, dat weet ik nog niet.

Net als hoe je honden alleen diep leert kennen door met ze te knuffelen en aandacht te hebben voor hun karakter, geldt dat vast ook voor vogels. Nu hoef ik de vogels heus niet te knuffelen, als zij daar geen zin in hebben, maar ik wil hun karakters wel ontdekken en ervaren. Iets wat denk ik alleen maar lukt als ik ze bestuderen kan. En ja, een beetje kleine kennis, over uiterlijk, gedrag en hoe ze klinken, maakt het spotten van de beestjes natuurlijk makkelijker. Maar ben ik dan niet, voor ik er erg in heb, toch een ‘echte’ vogelaar aan het worden?

Goed, ik zal wel wat verder aanmodderen. En zo’n groot probleem is het gelukkig nou ook weer niet, mijn vriend is namelijk zo fanatiek dat ik vaak net zo lang op mijn verrekijkerbeurt moet wachten tot de vogels vervlogen zijn. Perfect: kan ik me lekker concentreren op alles wat ik niet weet.

Trefwoorden