Tuinderijen en voedselcoöperaties als Us Iten en Us Hôf in Sibrandabuorren groeien rap. Maar idealisme, innovatie en een boterham verdienen, vragen een soms bovenmenselijke inspanning.

In een van de beide tunnelkassen van permacultuurtuinderij Us Hôf zaait Michel Pauluis met een medewerker radijs. Allerlei bladgroente, van rucola tot paksoi, is al klaar voor de oogst. Als deze oogsten geplukt en opgegeten zijn, is er ruimte voor tomaten, pepers en paprika’s. De tunnels maken een seizoen haalbaar van 35 oogstweken, van mei tot en met december. Op de ekers staan de tuinbonen en peultjes al kniehoog. Bed voor bed maakt het winterdekje van fijngehakseld rietmaaisel plaats voor jonge kool, venkel, bieten en ander plantgoed.

Us Hôf

Toen we zes jaar geleden voor het eerst op reportage gingen bij Bregje Hamelynck en Michel Pauluis van Us Hôf had hun tuin in Sibrandabuorren vijftig abonnees. Nu zijn dat er bijna tweehonderd – het maximum dat hun bedrijf met twee hectare kan voeden. De voedselcoöperatie, toen net o pgericht met veertig huishoudens, zit ook ‘vol’. In dorpen in de buurt, maar ook door het hele land, verenigen idealistische eters zich in soortgelijke inkoopcollectieven. Deze buurtmarkten – de coöperatie bleek een te complexe organisatievorm – maken gebruik van een nieuw online winkelplatform.
‘We hebben niet minder boeren nodig, maar juist meer’, is een van Hamelyncks gevleugelde uitspraken. Waaraan ze dan meteen toevoegt: ‘met minder dieren, dat wel’. Een andere: ‘We willen niet groeien, maar vermenigvuldigen.’ En dat is gelukt, mag ze constateren. Community supported agriculture – groentetuinderijen die een betrokken gemeenschap van groente voorzien – neemt een vlucht. Zo wordt bij ons in Heeg de dorpstuin deze zomer vijf keer zo groot en krijgt een ondernemer daar de leiding.
Om te zorgen dat de tuin van Hamelynck en Pauluis ook in de toekomst groenten voor de gemeenschap opbrengt, wordt die verkocht via Aardpeer. Deze organisatie steunt natuurvriendelijke boeren door grond voor hen aan te kopen. In het geval van Us Hôf: van hen aan te kopen. Met als langetermijnvisie dat de waarde van het land – tot en met het bodemleven aan toe – los komt te staan van Pauluis en Hamelynck en voor generaties gewaarborgd blijft.

Sizzen is neat

Pauluis en Hamelynck kenden we al voor ons bezoek voor Noorderbreedte. We troffen elkaar in voedselactivistische kringen op Friese en landelijke schaal. We waren samen actief bij de Voedselwerkplaats, die steun biedt aan dorpen die meer duurzaam en gezond voedsel van dichtbij halen. Want alleen schrijven over anders eten is niet genoeg, vinden wij: sizzen is neat, dwaan is in ding, ofwel praatjes vullen geen gaatjes.
Als Engrienetsiis organiseerden schrijvers dezes samen kookworkshops waarin we lieten zien hoe een boerderij een gemeenschap was waar alles draaide om eten. We werden gedreven om midden in ons agrarische landschap waar op industriële schaal voedsel voor de wereld wordt geproduceerd, aandacht te vragen voor de toekomst door middel van het verleden. Met de workshops die we toen gaven, maar ook met de culinaire expedities voor Wiens brood in Noorderbreedte.

Uit onderzoek naar de duurzame wensen van de Nederlandse burger van het Bureau voor de Leefomgeving blijkt: we willen het wel anders, maar we weten niet hoe en zolang het niet van bovenaf geregeld wordt, verandert het voedselsysteem niet snel genoeg. Toch is er in tien jaar tijd ontzettend veel veranderd in onze opvatting over ons voedselsysteem. Ook bij ons in Heeg staan er mooie nieuwe dingen te gebeuren.

Struikelen over idealen, stikken in principes en sterven in schoonheid – ook dat hoort er allemaal bij

Onze actieve dorpstuin, die in 2023 tien jaar bestaat, is de afgelopen twee jaar veranderd van een sociale ontmoetingsplek waar getuinierd werd in een serieuze productietuin waar het ook heel gezellig toeven is. Deze zomer krijgt de tuin een nieuwe, veel grotere plek, hier op het erf van de familieboerderij van een uwer beider schrijvers. De langste van de twee wordt daar boer: niet zoals pake, omke en heit met koeien, maar met bonen, sla en rode biet.
Maar net als pake, omke en heit met als doel de lokale gemeenschap van duurzame en gezonde voeding te voorzien. Een Fries stukje zandgrond waar dorpstuiniers hun eigen groenten helpen telen en waar klanten hun wekelijkse groentekrat komen kopen. De dorpstuin krijgt een plek op een professionele tuinderij, die behalve tuinderij ook een plek wordt waar mensen hun ware natuur weer kunnen ontdekken met behulp van yoga, meditatie en buitenwerk.
Dat wordt opnieuw de bestemming van de familieboerderij op Lytshuzen, Heeg: met elkaar tuinieren, oogsten, eten, helen. Werken aan een bodem die koolstof en stikstof vastlegt, met volop bodemleven. In balans voor vitaal gewas dat generaties kan voeden, in een levendig ecosysteem, waar mens, plant en dier zich thuisvoelt. Waar buurtgenoten dan weer graag de groente van willen eten. Wat zichtbaar wordt is dat als boeren en (grote of kleine) consumenten hun wensen bij elkaar leggen, daar energie ontstaat. In buurtmarkten, waar gemeenschappen samen van lokale boeren en tuinders kopen. In horecagroothandels als Boer & Chef, waar koks en boeren met idealen hun aanbod en inkoop op elkaar afstemmen en in al die initiatieven van al die harde werkers die hier door de jaren in beeld kwamen.

Iets nieuws en anders doen vraagt duizendmaal meer energie en onbetaalde inzet dan de gebaande paden lopen. Zwoegen om mensen mee te krijgen. Iets anders doen maar hoe dan? Willen we wel hetzelfde? Ploeteren voor wat startbudget. Toe moeten zien hoe grote marktpartijen de krenten uit de pap pikken. Die leuke pluktuin in de stadswijk die compleet overwoekerd raakt omdat de vrijwilligers niet meer tegen alle vandalisme kunnen. Tegenover ieder succes staat een slapeloze nacht, tegenover iedere persoonlijke overwinning een hele of halve burn-out. Struikelen over idealen, stikken in principes en sterven in schoonheid – ook dat hoort er allemaal bij.
En dan raken de kippen van de leg, wil de lente maar niet opwarmen, regent het weken achtereen of valt er juist geen drup. Bij Us Hôf namen de slakken vorig jaar de tuinderij over. Michel Pauluis draaide zijn frustratie om in joligheid door nachtelijke slakkensafari’s op de tuin te organiseren. Op de tuin in Heeg verkochten we bij gebrek aan oogst melanges van eetbare bloemen, want de goudsbloem, Oost-Indische kers en het komkommerkruid gedijen wel in een koel voorjaar.
Grote idealen, samenwerking, innovatie en meer onbetaalde dan betaalde inzet – het zijn de ingrediënten voor zowel de frustratie als de triomf. Makkelijk is het niet, maar er komen met de dag lovenswaardige initiatieven bij om de verandering kracht bij te zetten. Meer boeren wenst Bregje Hamelynck zich, die meer groente verbouwen en minder gras. Met consumenten die weten waar hun eten vandaan komt. Als het ergens kan, kan het hier.

Men eet

Voor de rubriek Wiens brood gingen Freya Zandstra en Dorine van den Beukel vanaf 2015 op culinaire excursie door Friesland, Groningen en Drenthe. Voor Men eet beantwoorden ze de prangende vraag: hoe snel kan de voedseltransitie gaan?