Als Groningse geschiedenisstudent combineerde Wietse Karst zijn interesse voor de eigen regio met zijn interesse in de politiek. Met de stikstofcrisis en de boerenprotesten in het achterhoofd wijdde hij zijn bachelorscriptie aan een van de eerste bij wet geregelde ruilverkavelingen: die van de Noordlaarder Made. Net als nu bepaalden ook toen nationale ambities in grote mate hoe de landbouw er op regionaal niveau uit moest gaan zien.

In mijn vooronderzoek naar ruilverkavelingen stuitte ik steeds weer op een interessante casus: de ruilverkaveling van de Noordlaarder Made. Dit grasland van ongeveer 166 hectare, gelegen ten noordoosten van het Groningse Noordlaren, was al bijna een keer vrijwillig herverkaveld in 1919, maar door de aanhoudende weerstand van één boer verdween dit plan toch in de prullenmand. Het duurde nog eens ruim vijf jaar voordat opnieuw een poging gedaan zou worden.
Ditmaal was er geen unanieme toestemming meer nodig, met dank aan de nieuwe ruilverkavelingswet van 1924. Voortaan ging een gebied al op de schop als een meerderheid van de grondeigenaren voor het plan was en zij gezamenlijk de helft van de grond bezaten. De ruilverkaveling van de Noordlaarder Made was hiermee een van de eerste bij wet geregelde van Nederland. Meerdere kranten besteedden er aandacht aan, want hoe zag zo’n bij wet geregelde ruilverkaveling er in de praktijk eigenlijk uit?

De stemming

Op 20 januari 1926 kwam een groep boeren bij elkaar in de lagere school van Noordlaren. Het punt op de agenda was het nieuwe ruilverkavelingsplan voor de Noordlaarder Made. Iedere eigenaar was per brief ingelicht over de plannen en uitgenodigd hierover zijn gedachten te delen tijdens de vergadering. Daarna zou uit een officiële stemming blijken of het project zou worden uitgevoerd. Wie als grondeigenaar niet kwam opdagen voor de stemming, stemde door de nieuwe wetgeving automatisch vóór. Uit de notulen van die avond wordt snel duidelijk dat lang niet iedereen stond te springen om een ruilverkaveling. Een aantal aanwezige boeren maakt zich zorgen over de kosten van het project. Anderen hebben er geen vertrouwen in dat hun situatie daadwerkelijk zal verbeteren. Er lijken maar weinig mensen positief te zijn over de geplande ruilverkaveling. Toch is de uitslag van de stemming helder, de ruilverkaveling gaat er komen.

Ondanks dat een ruime meerderheid van de aanwezigen tegen stemt, gaat het project tóch door omdat veel afwezige stemgerechtigden automatisch vóór stemmen. Opvallend is ook dat bij de aanwezige voorstemmers dezelfde achternaam vaak terugkomt. Van de twintig van hen dragen maar liefst vijftien de achternaam Hoenderken. Het ging hier om een grote boerenfamilie met veel grond in de Noordlaarder Made die veel baat bij het ruilverkavelingsproject leek te hebben.

Verbetering

Na de stemming moest iedereen eraan geloven, de ruilverkaveling van de Noordlaarder Made zou er komen. Hoe die in zijn werk ging was vastgelegd in de nieuwe ruilverkavelingswet. Een lokale commissie werd aangesteld om het project te overzien. Deze bestond uit belangrijke lokale boeren uit het gebied en externe adviseurs zoals een landmeter van het kadaster. Samen stelden zij vast wie welke grond bezat, wat die grond waard was en wat de wensen van de eigenaar waren. Nadat deze gegevens verzameld waren, werden de conceptplannen voor de Noordlaarder Made volledig uitgewerkt en werd de polder uiteindelijk onder handen genomen.
Dat eigendomsonderzoek was een behoorlijk tijdrovende klus. Dit blijkt wel uit alle overgebleven ruilverkavelingsregisters. Stoffige boeken vol met gegevens van eigenaren, perceelnummers en waardeschattingen, schetsen een beeld van een mozaïek van kleine percelen. In een gebied van 166 hectaren zijn maar liefst 408 percelen aanwezig. Veel daarvan zijn langgerekte dunne stroken van soms minder dan tien meter breed. Veruit de meeste percelen zijn niet gelegen aan een verharde weg, waardoor die alleen betreden kunnen worden via het land van de buurman. De nieuwe inrichting zou het aantal percelen sterk terugdringen tot slechts 92. Daarbij zouden door een verbetering van de infrastructuur alle percelen verbonden worden met een sloot en een verharde weg.

Grote boeren

Nadat alle kavels zijn herverdeeld, wordt de nieuwe Noordlaarder Made in 1927 feestelijk geopend door minister Jan Kan van Binnenlandse Zaken en Landbouw. Het gevolg van de herverdeling is dat er een simpeler landschap in de polder is gecreëerd, een landschap met veel minder percelen en meer grotere kavels. Een rationeel landschap dat past binnen het streven naar schaalvergroting en modernisering van de landbouw. Dit alles tot grote vreugde van de grote boeren in het gebied die vroeger soms wel tientallen kleine stukjes land in de omgeving bewerkten. Voortaan konden zij zich richten op een handjevol grote percelen.

Toch zal niet iedereen enthousiast geweest zijn over de nieuwe indeling. Veel van de tegenstemmende landeigenaren hadden namelijk vaak maar één of twee stukjes grond in het gebied. Zij gingen er dus nauwelijks op vooruit, maar deelden wel mee in de kosten van het project. Door de ruilverkaveling verdween ook deels het bestaande landschap, het mozaïek aan kleine hooilandjes waaraan men gewend was. Wat ook verdween, waren de stukken grond die met onderlinge afspraken tussen boeren afwisselend gebruikt werden, zoals vaak de gewoonte was. Aan die traditie van gezamenlijk roulerend grondgebruik kwam na de ruilverkaveling een einde.

Wietse Karst
Woonplaats Groningen
Geboortedatum 5 november 1999
Studierichting master Landschapsgeschiedenis
Waarom voor deze studie gekozen Tijdens het schrijven van mijn bachelorscriptie Geschiedenis over de Noordlaarder Made werd mijn interesse aangewakkerd voor de wisselwerking tussen mens, maatschappij en landschap. Het was fascinerend om te zien hoe nationale politieke ambities op zeer lokale schaal veranderingen in het landschap stuurden, en hoe mensen daarmee omgingen. Eigenlijk ben ik zo per toeval terechtgekomen bij mijn huidige master Landschapsgeschiedenis. Ik ben het liefste bezig met Meedenken over de vraag hoe wij met het unieke Nederlandse landschap dienen om te gaan. Hopelijk wordt dat mijn toekomstige werk. Vooral de spanning tussen hoe wij het landschap enerzijds kunnen gebruiken en anderzijds behouden en beschermen voor toekomstige generaties, vind ik een belangrijk thema.

In de rubriek Student & scriptie laten we studenten aan het woord die afstuderen op een typisch Noorderbreedte-onderwerp.