In Zoutkamp is sinds deze week een nieuwe opvanglocatie om het azc in Ter Apel te ontzien. Een wachtkamer, heet die bij bestuurders. Tjesse Riemersma kan de neutrale taal rondom het vluchtelingenbeleid niet langer aanzien.

Op een ovalen koffietafel staan drie zonnebloemen in een keramieken vaas. Misschien heeft iemand een zakje plantenvoeding in het water geleegd, want de bloemblaadjes zijn stevig en de kleuren felgeel. Naast de vaas liggen snoepjes en flyers en tijdschriften met precies genoeg diepgang voor iemand die wat tijd moet doden. Op de grond naast een kunststof bank klinkt zacht getik. Een kind schuift met de kralen van een houten speeltoestel.

Dit is wat ik voor me zie als ik aan een wachtkamer denk. Je voelt je er niet per se thuis, niet per se ongemakkelijk. In de wachtkamer staat zomers de airco aan, ’s winters de verwarming, en je bent er nooit langer dan een kwartiertje. Je leven staat simpelweg even op pauze totdat je aan de beurt bent.

In het vissersdorpje Zoutkamp is vanaf deze week een tijdelijke opvanglocatie voor asielzoekers, om de drukte in het aanmeldcentrum van Ter Apel het hoofd te bieden. Mensen die er wonen, moeten zoveel mogelijk op het terrein blijven. De gemeente noemt het een wachtkamer, of een wachtportaal. Iemand van de veiligheidsregio noemde het onderdeel van een wachtrotonde rondom Ter Apel.

Ik las dat en dacht: maar Ter Apel was zelf toch al een wachtportaal? Met Zoutkamp is er simpelweg nog een wachtkamer bijgebouwd. Dat is natuurlijk een beter alternatief dan mensen buiten laten slapen, maar NGO’s en ombudsmannen waarschuwen al jaren dat de wachtlijsten bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst groeien. In 2019 wachtte al een kwart van de kansrijke asielzoekers langer dan een halfjaar op een afronding van hun procedure. Ik sprak mensen in het azc die zelfs langer dan een jaar moesten wachten op vorderingen in hun procedure.

Falend beleid herken je aan slappe metaforen en lelijke neologismen. Wat er in de azc’s in Ter Apel of Zoutkamp gebeurt ‘wachten’ noemen, is een verdraaiing van de werkelijkheid. ‘Het wachtportaal’ hoort bij het soort neutrale bestuurstaal dat politieke ophef met kleine speldenprikjes langzaam leeg doet lopen, totdat iedereen gelooft dat het een normale gang van zaken is. Wachten doe je bij de bushalte, of bij de dokter. Het duurt nooit lang en er zijn tijdschriften of een overkapping tegen de regen. In azc’s wordt geleefd, voor zover dat mogelijk is. En wie langdurig in Nederland leeft zonder te weten of hier ook een toekomst voor hen ligt, zit niet in de wachtkamer, maar heeft gewoon een rottijd.