‘Hugging emptiness’ – ik weet niet of iemand zich dit nog herinnert, maar jaren geleden ging het in noordelijk beleidsland vaak over het leeghouden van het gebied ten westen van de stad Groningen, grofweg de zone richting Leek. Een overgangsgebied tussen stad en land, daar waar de noordelijke klei via een veenstrook langzaam overgaat in het Drentse zandgebied. De meeste mensen zullen het kennen als het uitzicht – links, rechts, in een flits weer voorbij – vanuit de auto op de A7. Het ging in die tijd vooral over het openhouden van deze zone toen ten oosten van de stad de eerste contouren van Meerstad zichtbaar werden. Het idee was: we laten de westkant een beetje met rust, in ieder geval geen woningbouw hier. Inderdaad: laten we de leegheid omarmen.
Snel vooruit in de tijd: hoe anders is de situatie nu. Inmiddels staat die lege zone op de kaart als Westpoort-Matsloot en van leegheid is al lang geen sprake meer. Woningen kwamen er niet, maar zo blijkt maar weer eens: ook andere ontwikkelingen kunnen een gebied ingrijpend veranderen. Zo werd kortgeleden de eerste fase van bedrijventerrein Westpoort opgeleverd en het knooppunt van hoogspanningsleidingen bij Vierverlaten is fors uitgebreid. Ten noorden en ten zuiden van de snelweg liggen de grondbergingsgebieden van suikerfabriek Cosun Beet en er wordt gezocht naar extra ruimte. Ook zijn er plannen voor twee potentiële zonneparken (van Powerfield en gemeente Groningen), terwijl aan de randen van het Leekstermeer wordt gewerkt aan het realiseren van een recreatiepark.
Daar komt nog bij dat er twee ontwikkelingen zijn waarvan nog onzeker is of en hoe ze het gebied gaan beïnvloeden. Ik heb het dan over het doortrekken van de 380 kV hoogspanningsleiding van Vierverlaten naar Ens, en niet te vergeten, tenminste als het doorgaat, het toekomstige tracé van de Lelylijn. Ten slotte is het ook bestuurlijk nogal druk. Het gebied ligt namelijk op de grens van een drie gemeenten (Noordenveld, Westerkwartier en Groningen) en twee provincies. Het moge duidelijk zijn: verrommeling ligt op de loer.
Gelukkig realiseerden de betrokken overheden zich dit ook: hier is enige organisatie en visie nodig. Te meer omdat hierboven een aantal belangrijke zaken niet benoemd zijn. Bijvoorbeeld: in het zuiden grenst het gebied aan de Onlanden, Natura 2000 gebied, waar naast natuurontwikkeling ook een belangrijke opgave ligt voor waterberging en waterafvoer. Kan Westpoort-Matsloot beter ingericht worden om de uitdagingen van een veranderend klimaat meer ruimte te geven?
Dus ligt er nu een heuse gebiedsvisie voor dit voorheen enigszins anonieme en lege gebied. Een ‘Regionaal Raamwerk’ dat niet zomaar een raamwerk is, maar één van, jawel, glas-in-lood. Met het lood als drager van verschillende kleuren glas. Waarbij lood in dit geval staat voor het versterken van de landschappelijke structuur, of in jargon: water en bodem sturend. De kleuren van het glas worden dan bepaald door welke opgave (grondberging, zonnepanelen, natuurontwikkeling) waar een plek krijgt. Of glas-in-lood het haalt als nieuw ruimtelijk ordeningsprincipe weet ik niet, maar de analogie biedt in ieder geval enige houvast.
Om die keuzes te maken én om ervoor te zorgen dat het robuuste landschappelijk raamwerk daadwerkelijk gerealiseerd wordt, is nu de politiek aan zet. Hopelijk wachten de dames en heren bestuurders van de drie gemeenten en twee provincies niet te lang. Immers, niets doen is geen optie – want ontwikkelingen vinden ook autonoom plaats. Zoveel is in de voorbij twintig jaar wel duidelijk geworden.