Links en rechts lijken steeds vaker en harder tegenover elkaar te staan, terwijl het juist nu belangrijk is om ons niet te verliezen in politieke bubbels, vindt Mans Schepers.

In een polariserende samenleving worden de tegenstellingen tussen verschillende groepen groter en explicieter. Dit leidt tot harde indelingen als ‘boer versus natuur’, ‘woke versus traditioneel’ en ‘anti-buitenlander versus alle-grenzen-open’. Politiek te vertalen naar ‘links versus rechts’. Voor de meeste clichématige indelingen geldt dat er een kern van waarheid in zit, maar dat het ook tot het verhullen van complexere onderlagen leidt. Een al te bruuske scheidslijn tussen rechts en links kan tot de situatie leiden dat iedereen die naar ondernemen neigt tegen natuur móet zijn, en als je ook maar een beetje vogelaar bent, vind je dat een boer geen geld mag verdienen.

In mijn ervaring duiken overal mensen op die genuanceerder in de wereld staan. Al merk ik natuurlijk dat ze andere gedachten hebben over allerlei thema’s. En inderdaad, veelal is dat wat rechtser. Zonder me aan een bepaalde partij te committeren, zit ik wel in de linkse hoek. En in die linkse hoek spreek je andere linkse-hoekers, waarmee je gezellig samen nukkig kunt zijn over de rechtsere medemens. Ik beweeg me veel in wat je ‘de linkse bubbel’ zou kunnen noemen. De universitaire cultuurhoek is geen PVV-bolwerk.

Doordat we harder zijn gaan denken in links versus rechts, verliezen we uit het oog dat ook binnen die groepen variatie bestaat. Die variatie is geen kwestie van gradiënten, maar van groepen die echt fundamenteel anders denken. Dat is aan de rechterkant even waar als aan de linkerkant, maar ik kan het alleen op links uit eigen ervaring bevestigen. Daar is het meer een bellenblaasfestijn dan een knusse bubbel. Men koestert scheidslijnen en uiteenlopende standpunten, die door mensen op grotere afstand helemaal niet per se worden onderkend.

Dat begint al op mijn werk. Ik ben archeoloog. Veel archeologen vinden mij vooral een archeobotanicus, maar niemand buiten onze kringen zal die term ooit gebruiken. Als archeoloog houd ik me bezig met vroeger. Dat doen ze ook bij geschiedenis, kunstgeschiedenis, architectuurgeschiedenis en landschapsgeschiedenis. Op al deze afdelingen, dus inclusief archeologie, lopen mensen rond die graag benadrukken dat zij beslist met hele andere dingen bezig zijn. Inclusief waardeoordelen en disciplinair protectionisme. Mensen worden verbazend zenuwachtig als je je op hun vakgebied begeeft. Een historicus die samenwerkt met een archeoloog is voor ons ontzettend interdisciplinair, waar een buitenstaander zal vinden dat ze met hetzelfde bezig zijn.

Waar dit nog linkse bubbels zijn die dicht bij elkaar zweven, heb je ook nog het natuurbubbelcluster. Er bestaat overlap tussen cultuurliefhebbers en natuurliefhebbers, maar juist op het gebied van archeologie en cultuurlandschap ontstaat er regelmatig frictie tussen bij ingrepen in het landschap. Graafwerkzaamheden voor hermeanderingsprojecten, of afplaggen van heidegronden voor verschraling, het bedreigt de archeologie en het cultuurlandschap. Natuurontwikkelaars ergeren zich groenling en geelgors aan de kosten die dat met zich meebrengt. Linkse hobby’s hebben hier dus last van elkaar. Een ander voorbeeld vormen De Onlanden. Ik vind het jammer dat het veenweidelandschap dat daar lag voor natuurontwikkeling actief is uitgewist. Ook erger ik me eraan dat er in de communicatie over het gebied vrijwel geen aandacht is voor de tientallen Middeleeuwse boerderijplaatsen die daar liggen. Ironisch genoeg zijn hier ook binnen de natuurbubbelzwerm al onenigheden: de omzetting naar natte wildernisnatuur is geen zegen voor de grutto.

Niemand heeft per se gelijk. In welk geval dan ook. Wel is het juist in deze tijden, waarin alles onder druk staat, goed om alle bubbels niet te ver uit elkaar te laten blazen. 

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.