In een tijd waarin de toekomst centraal staat, verkent Kim van Dam verschillende visies op 2050. Van AI-gegenereerde toekomstbeelden tot een groenere wereld met natuurlijke rechten, nodigt Kim ons uit om tegelijkertijd een ‘old school’ benadering te gebruiken.

Hoewel niemand in de toekomst kan kijken, kan het geen kwaad af en toe de glazen bol er eens bij te pakken. Nadenken over de toekomst is natuurlijk van alle tijden, maar toevallig of niet: voor mij kwam de toekomst de laatste tijd wel heel erg vaak voorbij. Het ging dan wel om een heel specifieke toekomst, namelijk die van 2050. Dat heeft alles te maken met de klimaatdoelstellingen: tegen die tijd moeten we immers CO₂ neutraal zijn. Niet voor niets dus dat we vaak gevraagd worden om ons af te vragen hoe 2050 er dan uit gaat zien, vooral ook om te bepalen wat we dan allemaal nog moeten doen.

Zo was ik een tijdje geleden met een groep onderzoekers bezig om na te denken over hoe onze toekomstige duurzame leefomgeving er uit zou zien in 2050. Onze teksten werden door ChatGPT gehaald, en voilà: daar rolden al gauw een paar door AI gegeneerde toekomstplaatjes uit de ouderwetse printer. De ene voorstelling was nog futuristischer (he he) dan de andere: grote glanzende glazen woontorens, sommige verfraaid met wat plantgroen, andere dystopisch en industrieel. Vaak met de fundamenten in het water, want de zeespiegel was – ondanks alle klimaatmaatregelen – ondertussen blijkbaar dus toch flink gestegen. Een hoog stedelijk-industriële omgeving al met al. Gelukkig had ik op de valreep met enige beroepsdeformatie nog ergens ‘landschap’ geroepen dus in mijn toekomstplaatje was er in de verte nog iets te zien van wat leek op een berglandschap (?!). Verder werd ik persoonlijk vooral mistroostig van deze blik op de toekomst. Het strookte in ieder geval niet met mijn beeld van een CO₂ neutraal 2050. Maar goed, neem dat ChatGPT maar eens kwalijk – je krijgt wat je erin stopt en blijkbaar is dit hoe wij gemiddeld de toekomst zien.

Gelukkig zijn er ook andere verhalen over de toekomst. Zo was ik bij een bijeenkomst waar schrijfster en jurist Jessica den Outer ons een groenere toekomst voorschotelde, een toekomst waarin de natuur centraal staat. Haar boek ‘Rechten voor de natuur’ gaat over de wereldwijde initiatieven om de natuur een stem te geven in het recht. Klinkt misschien vreemd maar in navolging van een bekend voorbeeld van de Whanganui rivier in Nieuw-Zeeland zijn er inmiddels tal van initiatieven om de natuur het recht te geven “om te bestaan, te floreren, te gedijen en ecologische processen in stand te houden”, aldus de achterflap. Omdat de natuur niet zelf kan spreken, is het idee dat iemand optreedt als voogd. Op deze manier krijgt volgens Den Outer de natuur een plek aan tafel van de beslissers. Het idee slaat aan want het is inmiddels één van de grootste bewegingen van de VN. Op dezelfde meeting voerde duurzaam strategist Milan Meyberg dit principe nog een stukje verder door: hij ontwikkelde met behulp van AI een avatar voor bijvoorbeeld oceanen zodat je daadwerkelijk met de oceaan kunt praten. Zo’n gesprek gaat dan ongeveer als volgt. Vraag: “Could you describe why the universal declaration of ocean rights is so important to you?”. Antwoord: “Because I am Earth’s life support, I suffer from pollution, overfishing…”. (Ja, de oceaan is vooralsnog vooral Engelstalig).

Zou dit werken? In ieder geval roept het veel vragen op. Waarom was die oceaan-avatar een mooie vrouw, met blote schouder en een zwoele stem? Zijn die antwoorden niet nogal algemeen? En inderdaad: werkt het niet zo dat je bij AI krijgt wat je erin stopt?  Maar mijn belangrijkste bedenking is dat het eigenlijk heel verdrietig is dat wij dit allemaal nodig hebben om gewoon goed voor de aarde te zorgen.

Vandaar dat ik graag een ‘old school’ methode voor toekomst-denken van stal haal. Zelf deed ik dat bij wijze van experiment ook. We werden gevraagd om in gedachten naar je favoriete plek te gaan en je de toekomst van deze plek voor de geest te halen. Wat bleek? Bijna iedereen in ons kleine experiment ging naar zijn of haar huis, de eigen woonplek. Ik ook. Op die favoriete plek was in 2050 beduidend minder mest, veel meer groen, een florerend voedselbos en vrolijk meanderend water. Verder was eigenlijk alles nog opmerkelijk hetzelfde. Want dat vergeten we vaak. Er verandert veel, maar veel van wat we in de toekomst hebben is nu al gebouwd en gemaakt. Laten we daar vooral veel beter voor gaan zorgen. Inderdaad, in het hier en nu. 

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.