Mark Sekuur verlangt terug naar witte winters en jaren waarin het warmterecord niet werd verbroken.

Wat een laffe winter! Grijs, grauw en al een paar keer tot op de sokken doorweekt. Ik mis de sneeuw en het ijs. Want als het sneeuwt, klopt mijn hart sneller. ’s Avonds met het gordijn open staren naar de lantaarnpaal om de eerste vlokjes te ontdekken. En dan langzaam het sneeuwdek zien groeien tot een knisperende laag wit goud. ’s Ochtends de gordijnen openzwaaien en wakker worden in een heel nieuw landschap. Een wereld die voor even puur en ongerept lijkt.

Maar helaas, deze winter bleven tot nog toe de gordijnen dicht en heb ik alleen nog maar natte (sneeuw)flatsen gevoeld. En met een sneeuwkans van nul procent ziet het er de komende weken ook bar slecht uit. Dit sluit volledig aan bij het nieuws van een paar weken geleden, toen het KNMI het jaar 2024 toevoegde aan de klimaatstreepjescode. En weer verscheen er een donkerrood streepje voor een zeer warm jaar. Pijnlijk: de grafisch ontwerper heeft al aangegeven dat de dieprode kleuren bijna op zijn. In Engeland zijn ze zelfs overgestapt op zwart – een kleur die schrijnend goed aansluit bij de vuurzee die Los Angeles teistert.

Ook dit seizoen heeft de echte winter zich in Nederland nog niet laten zien. Tegenwoordig is het al breaking nieuws als je ’s ochtends een paar uurtjes kunt schaatsen op een ondergespoten baantje. Het doet pijn, bijna meer pijn dan een val op het ijs. Ik verlang naar een winter waarin het weer weer normaal is, met een wit of blauw lijntje, in plaats van dat onheilspellende rood. Een winter waarin de Russische winterbeer (nee, niet Poetin) weer eens langskomt, met dagen vol ijspret en een dik pak sneeuw.

Het mooie van zo’n dik pak sneeuw is dat het je thuislandschap volledig verandert. Je ziet andere dingen (of juist niet meer, zoals die stoeprand), het klinkt anders (stilte!), het licht verandert. Bomen krijgen een witte mantel, kleine hoogteverschillen veranderen in sneeuwduinen en aan de randen van sloten ontstaan ware kunstwerkjes van overhangende sneeuwpartijen. Het landschap wordt een schilderij waarin je steeds nieuwe details ontdekt. Cliché misschien, maar ik voel me dan een toerist in m’n eigen omgeving. En ik ben niet de enige. Zodra de eerste sneeuw valt, stroomt het park aan het begin van ons dorp vol met mensen die het nieuwe landschap willen ervaren – en natuurlijk afsluiten met een warme kop chocomel met slagroom.

Kortom, ik kijk ernaar uit om weer eens wekenlang een serieus besneeuwd thuislandschap te hebben. Niet alleen omdat het mooi is, maar omdat het mij herinnert aan hoe waardevol onze wereld is. Maar die wens wordt steeds onzekerder. Een witte wereld is al lang niet meer vanzelfsprekend. We kunnen hier alleen maar samen iets aan doen – door bewuster met onze wereld om te gaan, in de hoop dat de winters ooit weer échte winters zullen zijn.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden