Een slimme inrichting van de leefomgeving helpt eenzaamheid tegengaan, ziet Tim Willems-Kruize.

Geen sociale contacten, een groot gebrek aan emotionele verbinding met bijvoorbeeld je partner en een gevoel van nergens bijhoren. Je moet er toch niet aan denken. Toch is dit voor één op de zeven mensen de realiteit. Eenzaamheid is in de eerste plaats natuurlijk rampzalig voor de mensen die eronder lijden. Het geeft een ongelukkig gevoel en kan, zeker als het lang aanhoudt, leiden tot tal van gezondheidsproblemen zoals stress, maar ook een verhoogd risico op hartziekten en Alzheimer. Dit gekoppeld aan de schaal waarop eenzaamheid voorkomt, maakt dat we als samenleving – en dus ook in het noorden – te maken hebben met een serieus maatschappelijk probleem. Wat mij betreft hoog tijd om dit onderwerp te agenderen én aan te pakken.

Waar komt eenzaamheid vandaan? Eenzaamheid kan diverse oorzaken hebben. Contacten kunnen veranderen of verloren gaan door omstandigheden waarop je zelf soms maar beperkt invloed hebt. Denk daarbij aan ziekte, echtscheiding, het verlies van werk en inkomen. Maar ook onze fysieke omgeving kan van invloed zijn op gevoelens van eenzaamheid. Als stedenbouwkundige ben ik dagelijks bezig met de inrichting van de leefomgeving. Hierbij probeer ik op diverse manieren om eenzaamheid tegen te gaan. Ik noem drie voorbeelden: de overgang van de bebouwing met de openbare ruimte, de inrichting van de straat én voorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.

Ten eerste schept een geleidelijke overgang van bebouwing en de openbare ruimte met bijvoorbeeld erkers en veranda’s maar ook voortuinen en stoepen condities voor ongedwongen ontmoetingen tussen bewoners met buren en/of passanten op straat. Een mooi voorbeeld hiervan is het woningbouwproject Berkenbos in Zuidlaren van de hand van Faro architecten.

Over de straat gesproken: dit brengt me bij het tweede voorbeeld. Hoe vaak worden onze straten niet gedomineerd door snel rijdende auto’s en parkeerplaatsen? Dit is eigenlijk gek omdat we uit onderzoek uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw al weten dat straten waar gelopen en stapvoets gereden wordt, veel meer kansen bieden voor contact. In combinatie met andere parkeeroplossingen kunnen onze straten tijdelijk of permanent worden omgevormd tot leefstraten met groen, bankjes en sport- en spelvoorzieningen. Als bij de inrichting ook rekening wordt gehouden met slechtzienden, rollator- en rolstoelgebruikers kan ook echt bijna iedereen meedoen.

Ten derde noem ik het belang van voorzieningen dichtbij huis waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Niet iedereen is hetzelfde en daarom is het belangrijk om diverse plekken in de buurt of wijk te maken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dus niet één buurtcentrum maar een aantal plekken zoals een koffiekamer of een moestuin zodat er voor iedereen wat wils is.

Het mooie aan bovenstaande voorbeelden is dat zij door individuele bewoners of groepen in de samenleving relatief eenvoudig zijn op te pakken. Het jaar is nog jong, misschien zijn uw goede voornemens al gesneuveld, maar er kunnen zeker nog nieuwe goede voornemens worden gemaakt: leg een (gevel)tuin aan, zet een bankje op de stoep en/ of smeed met de buurt plannen om van de straat een aantrekkelijke leefstraat te maken of bijvoorbeeld een leegstaande winkel om te toveren in een ontmoetingsplek zoals de dorpsbewoners in het Groningse Visvliet hebben gedaan. Het mooie is dat dit niet alleen leuk is en helpt om eenzaamheid tegen te gaan. Veel van deze ingrepen in de leefomgeving dragen ook nog eens bij het tegengaan van de effecten van klimaatverandering en het versterken van de biodiversiteit. Dat is toch geweldig? Laten we in 2025 samen de eenzaamheid verminderen.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.