Lisa Timmerman bestudeert een bijzondere kaart uit 1552: eentje met tientallen getekende vissers, dijkwerkers en eierrapers.

Kaarten met mensen. Het is niet per se een populaire combinatie. Je hebt kaarten voor mensen, niet kaarten met mensen. Over het waarom gaan we het nu niet hebben. Over dé kaart waar mensen op staan des te meer.

Illustratieve kaart t.b.v. octrooi-aanvraag eerste bedijking Zijpe, toegeschreven aan Jan van Scorel. Het noorden is links. Bron: V.H.T. nr. 2486, inv. Hingman, Nationaal Archief.

Als we bovenstaaande kaart bekijken, dan zien we de Kop van Noord-Holland in vogelvlucht. Bekeken vanaf de Noordzee ligt rechts Petten, achter een kustverdediging van palenrijen. Naar links zien we de Waddeneilanden Callantsoog, Huisduinen, Texel en Eierland, gescheiden door getijdengeulen zoals het Marsdiep. Hier en daar zien we een hoge zandopstuiving, zoals het Ketelduyn. Achterin ligt het eiland Wieringen.

De kaart is gemaakt om een octrooi voor bedijking van de Zijpe – het opgeslibde deel tussen de eilanden en de Westfriese Omringdijk op de achtergrond – aan te vragen. Meer nog dan door de grootte (240 x 78 cm) imponeert de kaart door de schitterende details. We zien niet alleen duinen, dijken en kerken (waarvan er een aantal inmiddels weer zijn vergaan), maar ook dijkwerkers, vissers en eierrapers. Hoe langer je kijkt, hoe meer verrassende details je ziet.

De kaart komt uit 1552. In hetzelfde jaar startten de werkzaamheden voor de bedijking van de Zijpe. Het aangedijkte gebied viel pas na 45 jaar, in 1597, definitief droog. Voor de arbeiders betekende dat tientallen jaren ploeteren. Met de hand en een schop zwoegen, in weer en wind. Met de zee dichtbij, die met elke vloed en storm het werk ongedaan kon maken. De dijkwerkers stonden misschien wel in overlevingsstand: steeds kijken of je de morgen haalt.

De plannenmakers en investeerders zullen daarentegen met de lange termijn bezig zijn geweest. Het waren 45 lange jaren met de nodige tegenslagen. Tot twee keer toe brak de dijk bij storm door. Een derde keer werd de dijk doorgestoken om het leger van Engelsen en Russen tegen te houden. De trage realiteit van 16e-eeuwse dijkenbouw dwong de plannenmakers om op lange termijn te denken. Misschien was zo’n lange projectlooptijd zo gek nog niet.

Tegenwoordig gaat alles met behulp van vele machines veel sneller en gaat dit gepaard met een kortetermijnplanning. Soms angstaanjagend kort. Natuurlijk is het fijn als je niet teveel overlast ervaart van dijkversterkingswerkzaamheden of als je nieuwbouwhuis snel af is. Maar een stap terug doen en je afvragen of we nog steeds het goede doen is ook niet verkeerd. Dan is er onderweg ruimte om je plannen aan te passen.

Misschien wordt het tijd dat we vaker een langetermijnplanning gaan hanteren. Een planning waarin we onderweg kunnen leren en bij kunnen sturen. Landschapsarchitect Lieke Jildou de Jong vertelde tijdens de Jan Wilslezing in 2024 over de waarde van dingen die niet af zijn: het beste stadium is eigenlijk als iets onaf is, want dan is alles nog mogelijk.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden