Tijdens donkere avonden verdwaalt Lisa Timmerman graag tussen de sterren, die haar klein doen voelen en relativiteit laten zien.
Overdonderd was ik. Op een frisse winteravond ergens middenin Friesland zette een vriend een grote telescoop in zijn tuin neer. Hij kalibreerde hem iets en nodigde mij uit om er doorheen te kijken. Het was verbijsterend. De eindeloosheid aan sterren overweldigde me.
Ik ben opgegroeid op een plek waar ik de sterren aan de hemel zelden zag. Het waren landschappen van licht: de hemel rozegeel gekleurd door de kassencomplexen aan de overkant van de ringvaart. Toen ik voor mijn studententijd naar de stad verhuisde, schenen daar vooral lantaarnpalen, gevelverlichting en knipperende reclameborden. Als ik al naar boven keek, dan zag ik niks. Alles was verlicht, ook datgene wat echt donker zou moeten zijn. De sterrenhemel bijvoorbeeld.
Ik wist niet echt wat ik miste, tot die spontane ster…
Tijdens donkere avonden verdwaalt Lisa Timmerman graag tussen de sterren, die haar klein doen voelen en relativiteit laten zien.
Overdonderd was ik. Op een frisse winteravond ergens middenin Friesland zette een vriend een grote telescoop in zijn tuin neer. Hij kalibreerde hem iets en nodigde mij uit om er doorheen te kijken. Het was verbijsterend. De eindeloosheid aan sterren overweldigde me.
Ik ben opgegroeid op een plek waar ik de sterren aan de hemel zelden zag. Het waren landschappen van licht: de hemel rozegeel gekleurd door de kassencomplexen aan de overkant van de ringvaart. Toen ik voor mijn studententijd naar de stad verhuisde, schenen daar vooral lantaarnpalen, gevelverlichting en knipperende reclameborden. Als ik al naar boven keek, dan zag ik niks. Alles was verlicht, ook datgene wat echt donker zou moeten zijn. De sterrenhemel bijvoorbeeld.
Ik wist niet echt wat ik miste, tot die spontane sterrenkijkavond midden in Friesland. Wat ik zag ging verder dan sterren en planeten. Het was een grote les in klein zijn. In relativering. Nu, als de ruimtelijke opgaven waarmee we te maken hebben en de ontwikkelingen in onze samenleving mij hopeloos doen voelen, denk ik terug aan die avond. Dan kijk ik naar boven – waar ik nu woon is het gelukkig redelijk donker. De mens is nietig in verhouding tot het heelal.
Sterrenkaart van het noordelijk halfrond, via astroblogs.nl
Naast klein voelen doet de sterrenhemel je beseffen dat je deel uitmaakt van iets dat groter is dan je begrijpt. Natuurlijk zijn er sterrenkaarten. De kaart hierboven toont het noordelijk halfrond. Grote Beer, Cassiopeia, Andromeda. Het zijn namen die klinken als mythen en dat zijn ze ook. Stippen op papier, verbonden met lijnen die mensen zelf hebben getrokken. Geen echte vormen, maar verhalen. Een ordening van iets dat we niet volledig bevatten.
Een kaart van de sterrenhemel is in wezen een uitnodiging om zelf te kijken. Je ogen laten wennen aan het donker en de neiging onderdrukken om je mobiel erbij te halen. Een uitnodiging om af en toe stil te staan. Te kijken. Te verdwalen. Want ook verdwalen is een manier van vinden.
25 oktober is het de Nacht van de Nacht. Een evenement dat ons er elk jaar aan herinnert dat de nacht – in een veilige context – ook mooi kan zijn. En ruimte kan bieden voor verwondering en verbinding. Voor een paar uur mogen de lantaarns uit, de reclameborden zwijgen, en de hemel weer spreken.
En als je dan omhoog kijkt, zie je misschien wat ik toen zag: een hemel die niet alles uitlegt, maar wel alles in perspectief zet.
In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.