Moderne steden zijn bovengrondse vormen die verankerd zijn in de ondergrondse infrastructuur die bestaat uit leidingen, kabels en vooral rioolpijpen. Een eenmaal aangelegd riool dicteert voor vele tientallen jaren de indeling van de bovengrondse bebouwing. De oude nederzettingen met hun ogenschijnlijk schotse en scheve ordening konden zich onafhankelijk van een dergelijke infrastructuur ontwikkelen en aanpassen aan de wensen van de eigen tijd. Maar er zijn andere mogelijkheden, aldus de directeur van Van Hall Instituut Business Center.

Hier en daar wordt gedacht aan nieuwe bebouwingsvormen die meer onafhankelijk zijn van de ondergrondse infrastructuur en daardoor een minder starre verschijningsvorm hoeven aan te nemen. Afhankelijk van het standpunt van de beoordeler wordt dit wegwerp bebouwing of lichte bebouwing genoemd.
De moderne technologie maakt deze ‘lichte’ bebouwing mogelijk: telefonie en radio/tv kunnen inmiddels via één kabel aangevoerd worden en waarom nog een gasaansluiting aanleggen voor een huis dat minder dan 1000 m3 per jaar verbruikt. De meest starre van alle aansluitingen is het riool. De mogelijkheden om rioolloos het afvalwater te verwerken nemen sterk toe. De oorzaak van deze ontwikkeling komt voort uit de eis dat vanaf 2005 geen ongezuiverde lozingen meer in de bodem of op het oppervlakte water …