Van een aantal borgen zijn de gebouwen weliswaar verdwenen maar biedt de terreinsituatie nog voldoende aanknopingspunten om een indruk te geven van het verleden. De Rikkerdaborg is zo'n voorbeeld. 'Wat doen we ermee?' vraagt de auteur zich af, die oud-medewerker van het Kadaster is voor landinrichtingsprojecten.

400 jaar na Abel Janszn Tasman Lutjegast, een dorp met nog geen duizend inwoners, gelegen twee kilometer ten noorden van grote broer Grootegast en bestuurlijk daaronder ressorterend, is het geboortedorp van Abel Janszn Tasman (1603-1659). Abel Tasman, in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, ontdekte op 24 november 1642 op een van zijn ontdekkingsreizen het Anthony van Diemens Landt, het later naar hem vernoemde eiland Tasmanië. En dat willen ze weten daar in Lutjegast! Naast de ingang van de kerk is een door de regering van Tasmanië aangeboden bronzen plaquette aangebracht, die de beroemdste zoon van het dorp in herinnering roept. Straten zijn ernaar vernoemd, zoals de Zeehaanstraat en de Kompasstraat en het dorpshuis heet ’t Kompas. Naast het dorpshuis nodigt het Abel Tasmankabinet uit voor een bezoek. De weg naar Westerzand richting Niekerk heet niet, zoals je zou mogen verwachten de Niekerkerweg, maar de Abel Tasmanweg en aan deze weg ligt de Abel Tasmanhoeve. Niet alleen Abel Tasman heeft bijgedragen aan de historische betekenis van Lutjegast. In de naaste omgeving van het dorp hebben in het verleden maar liefst vijf borgen of steenhuizen gestaan. Hebben gestaan, moeten we helaas constateren. In de loop der eeuwen zijn ze, de een na de ander, verdwenen. Het enige dat er nu nog aan herinnert, zijn de meer of minder gave en herkenbare contouren van enkele borgplaatsen in het terrein.

De borg Rikkerda

De bekendste borg is ongetwijfeld Rikkerda geweest. Deze borg stond ten oosten van het dorp, een paar honderd meter ten zuiden van de huidige Abel Tasmanweg. De borg werd onder andere van 1675 tot 1703 bewoond door Bernard Johan Prott, de beroemde commandant van de vesting Boertange tijdens de belegering van de vesting in 1672 door de bisschop van Münster. De laatste bewoner was mr. Hemmo Hijlcko Nauta, in 1818 getrouwd met Vrouwe Anna Habbijna Alberda van Menkema en Ontvanger der directe belastingen te Grootegast. In 1828 besloten de eigenaren de borg met bijbehorende landerijen ter grootte van ruim tachtig hectare te verkopen. Voor de verkoop werd de borg met de omliggende grond omschreven als: ‘Het Slot Rikkerda met deszelfs Hoven, Lanen, Singels, Bosschen en Landerijen, groot plusminus 28 Bunders, 74 Roeden en 12 Ellen te Lutkegast met Heerlijkheden, Buurregten en Collatien van de Predikantsplaatsen te Grootegast en Lutkegast, voor zoover die in de gronden zijn gescheiden en in Westerdeel Langewold gelegen met twee gestoelten in de kerk te Lutkegast.’ Zoals vrijwel alle borgen was ook Rikkerda over het water bereikbaar. Aan de overzijde van de weg lag een vaart die naar het noorden aansluiting gaf op de trekvaart Stroobos-Gaarkeuken. Aan de weg en bij het zuideinde van de vaart stond de tuinmanswoning. De borg met ruim 28 hectare land wordt voor ( 8.225 verkocht aan Berend Haaijes Harkema, een houtkoper uit Warfhuizen. De aankoop door Harkema betekent het definitieve einde van Rikkerda. De borg wordt gesloopt in de jaren 1828-29. Het lijkt voor Harkema geen lucratieve handel te zijn geweest. In 1836 verkoopt hij bijna 23 hectare voor ( 2.000. Wellicht heeft de verkoop van het sloopmateriaal de schade nog enigszins kunnen beperken. Toch betekent deze verkoop ook een nieuw begin.

Boerderij Rikkerda

Koper van de borgplaats met bijbehorende landerijen wordt Eite Jans van der Veen, gehuwd met Anke Jans Wattema. Eite is onderwijzer in Lutjegast en daarnaast vervener, een beroep dat ook zijn vader uitoefende. In 1848 besluit Van der Veen tot de bouw van een boerderij op zijn nieuw verworven kavel; niet op de borgplaats, maar aan de weg. De zaken gaan kennelijk naar wens, want in 1860 wordt een nieuw voorhuis opgetrokken. Daarmee heeft de boerderij, genaamd Rikkerda, het huidige aanzien gekregen. Eite van der Veen heeft de boerderij bewoond tot zijn overlijden in 1877. Na hem volgen er nog drie generaties Van der Veen, namelijk Jan, Willem Johannes en Eite Willem. In 1991 komt er een einde aan de boerderij Rikkerda als agrarisch bedrijf. Met het oog op de op handen zijnde ruilverkaveling Lutjegast-Doezum wordt de boerderij aangekocht door het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL). Met deze aankoop komt er een einde aan meer dan 140 jaar bewoning door vier generaties Van der Veen van de boerderij Rikkerda. De belangstelling van het BBL bij de aankoop had vooral betrekking op de grond. Door tussentijdse aan- en verkopen behoorde het borgterrein overigens niet meer tot de boerderij van Van der Veen en derhalve ook niet tot de door het BBL aangekochte percelen. In 1992 wordt de boerderij met erf en tuin opnieuw in veiling gebracht. Een nieuwe eigenaar en een nieuwe bestemming dient zich aan, nu als woonboerderij. De nieuwe eigenaren zijn Jan Frederik Schuitemaker en zijn vrouw Caroline Baan; in 1993 betrekken ze de boerderij definitief.

Slingertoen

In eerste instantie gaat de aandacht van de Schuitemakers uit naar de boerderij, die in 1978 is aangewezen als beschermd monument op grond van artikel 10 van de Monumentenwet. Het is een nog gave kop-hals-rompboerderij met dwars geplaatst, onderkelderd voorhuis en een dwarsschuur. De omlijste hoofdingang ligt in het midden van het voorhuis met daarboven een dakkapel. Op iedere hoek van het schilddak staat een schoorsteen. De ombouw van een agrarisch bedrijfsgebouw naar een woonboerderij vraagt tijd en zorgvuldige plannen. Inmiddels is het dak van het woonhuis gerestaureerd, evenals de dwarsschuur. De eertijds in de Engelse landschapsstijl aangelegde tuin is weer in zijn oorspronkelijke staat gebracht (slingertoen). De erfbeplanting is aangevuld en enkele hoogstamfruitbomen zijn geplant. Al enkele jaren weet een uil via het ‘oelebord’ zijn weg te vinden naar de schuur. Voor de komende jaren staat het voorhuis en de entree op het programma. Maar er lopen meer plannen, die door de Schuitemakers van harte worden toegejuicht.

Ruilverkaveling

In het plan voor de ruilverkaveling Lutjegast-Doezum is de borgplaats van de voormalige borg Rikkerda omschreven als een beschermd archeologisch monument. Met deze kwalificatie is handhaving van de huidige situatie gewaarborgd. Voorts biedt het plan de mogelijkheid om op vrijwillige basis de oude borgplaats aan te kopen en vervolgens over te dragen aan Staatsbosbeheer. De zwakke schakel in deze chronologie is de aankoop van het borgterrein. Worden hiervoor binnen enkele jaren geen mogelijkheden gevonden, dan zijn verdere plannen voorlopig niet uitvoerbaar.

Restauratie borgplaats

Ervan uitgaande dat er voor de aankoop van het terrein in de komende jaren een oplossing wordt gevonden, dan ligt restauratie van (een deel van) het oude borgterrein met zijn directe omgeving voor de hand. Op het kaartbeeld zijn zowel de bestaande topografie als essentiële delen van de topografie die aanwezig was voor de afbraak van de borg, aangegeven. Uit dit kaartbeeld blijkt dat een deel van het huidige slotenpatroon overeenkomt met de oorspronkelijke situatie. De gracht om het borgterrein zou weer op de oude afmetingen van ongeveer elf meter moeten worden gebracht. De uitkomende grond kan worden gebruikt voor het op niveau brengen van het borgterrein. Wellicht kunnen met behulp van restanten van de fundering de contouren van de voormalige borggebouwen worden aangegeven. De toegang naar het borgterrein kan worden hersteld, evenals de hoven aan weerszijden van de toegangslaan. De toegangslaan en het borgterrein dienen te worden gecompleteerd met een passende beplanting. Een informatiepaneel over de voormalige borg kan het geheel completeren.

Rikkerda in de 21e eeuw

Het ruilverkavelingsplan voorziet in de aanleg van een wandelpad langs de rand van een aan te brengen landschapselement van het dorp Lutjegast naar het borgterrein. Het doortrekken van dit pad naar het borgterrein en vervolgens naar de Abel Tasmanweg is een logische consequentie. Dit ligt temeer voor de hand omdat het perceel tussen het borgterrein en de weg ’s winters in gebruik is als ijsbaan. Een parkeerplaats aan de Abel Tasmanweg voor enkele auto’s en fietsen voor zowel bezoekers van de ijsbaan als van de borgplaats lijkt geen overbodige luxe. Ten zuiden van en grenzend aan de borgplaats ligt de Grootegastermolenpolder, die is aangewezen als toekomstig reservaatgebied. Grote delen van deze polder zijn nu reeds eigendom van Staatsbosbeer. De combinatie van natuur, (herstel van) een cultuurhistorisch monument en een originele, gerestaureerde boerderij uit de jaren 1848 en 1860 zijn een welkome aanvulling op het cultuuraanbod van het Westerkwartier en bieden recreatieve mogelijkheden voor de lokale bevolking. Het gehele ensemble vormt een prachtige combinatie van belangen dat vraagt om een maximale inzet van alle betrokken partijen. Dit plan hoort niet te worden bijgeschreven in het boekwerk over gemiste kansen. Wellicht is het te hoog gegrepen, maat toch zou herstel van de oude vaart naar het Van Starkenborghkanaal, waardoor Lutjegast weer over water bereikbaar wordt, een fraaie afronding van het geheel zijn. De restauratie van dit cultuurhistorisch monument is een verrijking voor het Zuidelijk Westerkwartier en voor de bevolking een object om trots op te zijn. Krijgt Abel Tasman in Lutjegast toch nog concurrentie!

Bronnen: Kadaster Groningen, Rijksarchief Groningen.

Trefwoorden