Ongeveer 150 jaar geleden was Zuidoost-Drenthe het enige gebied in Nederland waar nog grote hoogveencomplexen onaangeroerd aanwezig waren. Hier vormde het veen de zuidelijke uitloper van het Bourtangerveen.

De luchtfoto hiernaast is genomen in de zuidoosthoek van Drenthe. We kijken vanuit het zuidwesten over een klein stukje van een grotendeels afgegraven en dus afgetakeld hoogveengebied dat momenteel onderdeel is van het natuurgebied Bargerveen. We zien naar linksboven weglopend op de foto een harde en rechte grens tussen het waterrijke restveengebied en goed ontwaterde landbouwpercelen. Die strakke grens is de rijksgrens met Duitsland. Het koolzaad bloeit, dus de opname moet ongeveer in mei gemaakt zijn.
De foto laat drie verschillende deelgebieden zien die goed herkenbaar zijn.

Stad op het veen

Onder op de foto lopen de ontginningslijnen van rechtsonder naar linksboven. Dit zijn de zogenoemde Oosteindsche Landen; het oostelijke gedeelte van het Schoonebeeker Veld. De ontginningslijnen staan loodrecht op de bewoningsas van Nieuw-Schoonebeek, dat iets zuidelijker ligt. De vervening door de boeren in dit gedeelte van het Schoonebeeker Veld was aanvankelijk beperkt van omvang. Ze wonnen voornamelijk turf voor eigen gebruik. Daarnaast werd lange tijd boekweit verbouwd op de langgerekte percelen (slagen); later ging men over tot de schapenhouderij.
Op veel plaatsen stonden rond 1900 kleine woningen op het hoogveen. Nu nog zijn in het gebied oude huisplaatsen herkenbaar aan bijvoorbeeld turfkuilen en oude fruitbomen. Op de foto zien we vanuit de hoek rechtsonder een hooilandperceel het gebied inlopen, dat naar het eind toe smaller wordt en daarom ook het Kielstuk wordt genoemd. In het verleden hebben juist hier veel huisjes op het veen gestaan en daarom staat dit perceel lokaal bekend als De Stad.

Turfstrooisel naar Londen

Boven de Oosteindsche Landen, maar nog links van de Duitse grens, zien we op de foto een gebied dat bijna helemaal onder water staat. De ontginningslijnen, die in de drogere gedeelten zichtbaar zijn, staan hier loodrecht op die van het Schoonebeeker Veld. Dit gebied is het meest oostelijke gedeelte van het Amsterdamsche Veld. Deze langgerekte strook van 1800 meter breed en 12,5 kilometer lang werd in 1851 door zes Amsterdamse ondernemers gekocht voor 55 gulden per hectare. In 1909 werd het eigendom van de N.V. Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij. Deze turfstrooiselproducent, die oorspronkelijk uit de Brabantse Peel afkomstig was, gebruikte met name de bolsterlaag (een volledig hoogveenprofiel uit deze streek is in Noorderbreedte 2001-4 beschreven) van het veen. Het werd gedroogd en fijngemalen en was, door zijn hoge vochtabsorberende vermogen, uitstekend geschikt als strooisel op de stalvloeren. De honderden paarden van de Londense omnibus, de voorloper van de dubbeldekker, stonden gestald op Drents turfstrooisel. De bolster werd via een smalspoor naar de turfstrooiselfabriek aan het Dommerkanaal in Erica vervoerd. Op de luchtfoto zien we een spoordijk op de grens tussen het Amsterdamsche en het Schoonebeker Veld met een knik tot aan de Duitse grens lopen. Ter plekke van de knik buigt een spoordijk naar het noorden. Griendtsveen stopte met de productie van turfstrooisel in 1985.
Ondertussen was er nog een gegadigde voor het veen gekomen: na de Tweede Wereldoorlog werd de Purit-fabriek in Klazienaveen als producent van actieve kool de grootste afnemer van het zwartveen uit dit gebied. Het bedrijf gebruikte deze onder andere ook als grondstof voor medicinaal Norit. In 1992 heeft de Purit de laatste Nederlandse turf verbruikt. Het werd gewonnen in het gebied dat te zien is op de luchtfoto. Tegenwoordig haalt deze fabriek het veen uit Ierland, Polen of Canada.

Duits veen

De landbouwgronden rechtsboven op de foto, aan de Duitse zijde van de grens, zijn rond 1980 ontgonnen. In het gebied linksboven wordt echter tegenwoordig nog steeds hoogveen gewonnen. Helemaal boven op de foto zijn de huizen zichtbaar van de Duitse veenkolonie Schoninghsdorf.

Naturpark

In 1968 is het Rijk begonnen om delen van het Barger Oosterveen, het Amsterdamsche Veld en het Schoonebeeker Veld aan te kopen. Het beheer van het inmiddels 2100 hectare grote ‘Bargerveen’ kwam in handen van Staatsbosbeheer (SBB). Pas nadat het laatste veen was afgegraven kon SBB het gebied in 1997 inrichten.
In het hele gebied is van het oorspronkelijk meters dikke veenpakket ongeveer een halve meter restveen blijven zitten. Volgens SBB-medewerker Piet Ursem stond het grondwater na de veenafgraving ongeveer anderhalve meter onder de bovenkant van het restveen. Door de sloten te dempen en de lekken naar de zandondergrond te dichten is de waterstand in het hele gebied nu met twee à drie meter gestegen! Hierdoor wordt getracht om op den duur de hoogveenvorming weer op gang te krijgen. Het zal een langdurig proces worden, waarbij zich waarschijnlijk eerst een laagveenmoeras zal ontwikkelen, maar waar uiteindelijk toch de kans op hoogveenvorming reëel is. Die kans zal groter worden naarmate de landbouwgrond aan de andere kant van de rijksgrens minder ontwaterd wordt. Piet Ursem is positief hierover: volgens hem beginnen de Duitse buren te voelen voor het aanleggen van een ‘naturpark’ met vochtige graslanden.
Lopend over de zandwegen op de voormalige spoordijken of fietsend over het fietspad pal naast de Duitse grens van Nieuw-Schoonebeek naar Zwartemeer (zichtbaar is dan dat Duitsland hier een meter lager ligt dan Nederland), kan iedereen de komende jaren de ontwikkeling van het landschap aan weerszijden van de grens volgen.

Trefwoorden