Het Reitdiep is een gegraven kanaal, en geen gekanaliseerde beek, zoals lang is aangenomen. Dit zegt Gert Kortekaas, de stadsarcheoloog van Groningen. Hij doet dit na de eerste onderzoeksgegevens van twee recente opgravingen te hebben bestudeerd. Maar waarom is het dan niet kaarsrecht zoals ieder diep?

Wonen aan het water is een trend. Voor de stad-Groningers die zich een bootje achter het huis kunnen veroorloven – of daarover dromen – wordt ten noorden van de stad een nieuwe woonwijk aangelegd aan het Reitdiep. Om toegang tot het diep te verschaffen worden er twee nieuwe sluisjes in de dijk aangelegd. Voor de stadsarcheoloog bood deze aanleg een unieke kans om opgravingen te doen op de plek waar de dijk doorsneden wordt.
Zware, soms blauwe klei, dat bleek het materiaal te zijn waarvan de dijk gemaakt is. In twee ‘korte klussen’ baanden de archeologen zich in enkele dagen een weg door de opeengestapelde lagen, tot op het oorspronkelijke maaiveld. Het resultaat was dat er enkele mooie verticale profielen en horizontale vlakken gelezen konden worden die een goed inzicht geven in de diverse stadia van dijkopbouw en -verhoging. Er werden enkele grijze, licht humeuze lagen gevonden, doorboord door wormengangen, dus lagen die langere tijd de top van de dijk hadden gevormd. En onder de zuidelijkste dijkdoorsnede – verrassing! – werden de sporen van een sloot gevonden.
Kortekaas vond echter geen sporen die wijzen op een gekanaliseerde beek: ‘We hebben geen enkele aanwijzing dat het Reitdiep natuurlijk zou zijn. Integendeel, je mist de zandige oeverwallen, zoals je bij een beek zou verwachten. Er is alleen zware klei aanwezig. En daarmee is het verhaal Reitdiepdal – helaas – ter ziele.’

Is het Reitdiep helemaal gegraven?
‘Vanaf Garnwerd heeft het Reitdiep een natuurlijk verloop, een zeearm. Maar tussen Garnwerd en Dorkwerd is het gegraven in de zestiende eeuw, dat wisten we al. Nu blijkt het van Dorkwerd naar het zuiden ook gegraven. Af en toe komen we tijdens andere opgravingen nog ergens een stukje tegen van de vroeger Drentsche Aa, maar die ziet er heel anders uit. Het woord ‘diep’ verwijst in mijn beleving ook naar iets dat gegraven is. Toch is het gevaarlijk om alleen op grond daarvan die conclusie te trekken, omdat we ook oude teksten hebben waarin wordt verwezen naar een Aa-diep, terwijl dat duidelijk een natuurlijke basis heeft.’

Waarom en wanneer is het Reitdiep gegraven?
‘We hebben nu twee opgravingen gedaan, van ongeveer twee dagen per opgraving. We hebben kleine stukjes puin gevonden die afkomstig zijn van kloostermoppen uit ongeveer de dertiende eeuw. Ook hebben we een aantal monsters genomen. Als deze voldoende zaden bevatten zijn deze wellicht met de C14-methode te dateren. Ook hebben we kleine stukjes hout gevonden die we gaan proberen te dateren via de dendrologische methode of de C14-methode. In het slootje onder de dijk hebben we ook wat Middeleeuwse scherfjes gevonden, uit de elfde tot de veertiende eeuw, zodat we weten dat de dijk bij benadering uit de dertiende eeuw moet zijn, of kort daarna. In die tijd was de Drentsche Aa waarschijnlijk dichtgeslibd en moest er een oplossing gevonden worden voor de scheepvaart tussen de Stad en het wad.’

En wie heeft het gegraven?
‘Laten we er even van uitgaan dat het inderdaad rond de dertiende eeuw gegraven is. Ik geloof zelf niet zo in de rol van kloosters in die tijd. Dan zijn er twee partijen die belang hebben bij de welvaart van de stad: de Bisschop van Utrecht, maar ook handeldrijvende stadjers. De Drentsche Aa was dus zo goed als dichtgeslibt; daar konden schepen niet meer doorheen. De Hunze speelde geen rol; die lag nog ver buiten de stad en is pas later afgetakt naar de stad. In de veertiende eeuw is het Reitdiep in ieder geval van levensbelang voor de stad, dus is het voor die tijd gegraven. Ik geef er dan de voorkeur aan te denken dat de Bisschoppelijke partij daarvoor verantwoordelijk was, omdat die in dat gebied waarschijnlijk veel grondbezit had. Een groot kasteelterrein aan de huidige Zernikelaan lijkt daarop te wijzen. Het diep zou dan ongeveer langs de randen van zijn eigen eigendom, of erdoorheen gegraven zijn; het volgt in ieder geval waarschijnlijk de bestaande verkaveling. Daar wijst die sloot op die we onder de dijk gevonden hebben, maar het is ook gewoon het meest praktisch.’

Maar als het Reitdiep gegraven is, waarom is het dan niet gewoon recht? Op de kaart ziet het er eerder uit als een bijna platgeslagen 3.
‘Daar komen we bij een tweede grote verrassing. Tijdens de tweede, de noordelijke opgraving bleek dat de dijk op deze plek in elkaar is gezakt en al met al vele meters is opgeschoven. We kunnen in het profiel goed zien dat de lagen in meerdere stukken zijn gebroken. De dijk heeft voor een goed deel het toenmalige Reitdiep opgevuld. Toen dat opnieuw werd gegraven heeft men waarschijnlijk in een bochtje om het oude heen gegraven. Dat zou de huidige vorm van het Reitdiep op deze plaats verklaren. We weten niet waarom de dijk is ingezakt. De ondergrond is wat instabiel, maar we kunnen het niet koppelen aan bijvoorbeeld een overstroming of een andere historische gebeurtenis. We hopen in de nabije toekomst verder te kunnen met ons onderzoek. In het kader van de herstructurering wordt in Paddepoel-zuid door de oostelijke dijk een sluisje aangelegd. Die klus komt in 2003.’

De opgravingen aan het Reitdiep werden uitgevoerd door de Gemeente Groningen in samenwerking met Stichting Monument en Materiaal.