De cultuurhistorische ontwikkeling, gestuurd door de landgoederen Terheyl en Nienoord, is net zo bepalend geweest voor het ontstaan van dit kleinschalige landschap als de bodemopbouw. In de discussie over de ruimtelijke ordening van Roden en Leek blijkt niet iedereen zich bewust van de eeuwenlange wisselwerking van deze twee.

De spil van het gebied wordt gevormd door het huis Terheyl, een voormalige buitenplaats van het klooster van Aduard. Dit klooster bestond van 1192 tot 1580 en had een enorme maatschappelijke invloed in het noorden van Nederland. Een buitenplaats, of ‘voorwerk’, ervan bevond zich aan de rand van een voormalig hoogveengebied op de grens van Groninger Westerkwartier en het noorden van Drenthe. Het lag ter hoogte van de opvallende knik in de huidige weg van Nieuw-Roden naar Nietap.
Hoewel het voorwerk zelf niet meer bestaat, heeft het duidelijke sporen nagelaten in het landschap: de positie ervan blijkt nog duidelijk uit het omliggende netwerk van nog bestaande wegen, paden en lanen. Zo wordt de voornoemde knik veroorzaakt doordat men ter hoogte van het voorwerk (nu letterlijk) overschakelt…

Trefwoorden