Een klein huisje staat een beetje verscholen in de schaduw van de boerderij en de hoge bomen. Bijna onopgemerkt gaat men eraan voorbij. Toch is het een symbool van het oude boerenerf, daterend uit een tijd dat de boerderij nog min of meer zelfvoorzienend was.

Een klein huisje staat een beetje verscholen in de schaduw van de boerderij en de hoge bomen. Bijna onopgemerkt gaat men eraan voorbij. Toch is het een symbool van het oude boerenerf, daterend uit een tijd dat de boerderij nog min of meer zelfvoorzienend was. Want in dat kleine gebouwtje werd brood gebakken, de was opgekookt, varkensvoer gemaakt, een deel van de huisslachting gedaan, geweckt en ’s zomers werd er zelfs in gewoond. Een klein maar onmisbaar onderdeel in het leven op de boerderij in vroeger tijden. Niet alleen nuttig, maar ook aangenaam. In de avonduren troffen jongelui elkaar in het nog warme stookhok. Er werd in gevreeën, jenever gestookt, geboomd, tabak gedroogd. Als stookhokken zouden kunnen verhalen!

Schoorsteen

Dat stenen gebouwtje, altijd met dakpannen bedekt, kennen we onder verschillende namen die alle met het gebruik samenhangen. Meest algemene benaming is ‘stookhok’: de plek waar het vuur werd gestookt. De schoorsteen is dan ook kenmerkend op het soms piepkleine gebouwtje. Het vuur werd gestookt onder een kookpot. Daarom spreekt men in West-Drenthe over het ‘pothok’. Even over de Drentse grens, in de Stellingwerven, wordt het een ‘vuurhok’. In Zuidwest-Drenthe is het, vanwege de oven die erin zat, een ‘naomdhuus’ (ovenhuis). En in Zuidoost-Drenthe heet het een ‘bakhuis’ of ‘bakspieker’. Maar in het grootste deel van Drenthe is het een ‘stookhok’.
De functie van het stookhok bracht met zich mee dat er veel water werd gebruikt, zowel bij het koken van varkensvoer als bij het wecken en de was. Daarom staat het stookhok ook vrijwel altijd aan de ‘natte kant’ van de boerderij. De kant dus waar de pompstraat is en de zijdeur; vaak slechts op enkele meters afstand. Vanwege het brandgevaar was het stookhok altijd met pannen gedekt; bij voorkeur cementpannen, omdat deze het meest afdichtend gelegd konden worden.

Varkenshokken

Het gebruik van het stookhok voor het koken van varkensvoer en bij de slacht leidt tot de logische conclusie dat het gebouwtje vooral in de weidegebieden frequent aanwezig was. Vaak was het melkrek aan het stookhok bevestigd. Later werden de nieuwere stookhokken in combinatie met varkenshokken gebouwd, soms zelfs met een turfhok ertussenin. Een praktische situatie. In akkerbouwgebieden zien we veel minder stookhokken. Daar was het praktische nut veel geringer.
Hoewel het stookhok een vrij autonoom gebouw was, zien we toch wel enige samenhang met de grootte van de boerderij. In een van oudsher welvarend veeteeltgebied als Ruinerwold zien we daar nog restanten van. Grotere stookhokken, soms zelfs met fraaie klokgevels. Op de schralere gronden in Diever en omgeving is het stookhok veel eenvoudiger.

Sauna

Het stookhok heeft in de loop der jaren de oude functies verloren. Vele werden daarom afgebroken of kregen andere bestemmingen. Het werd fietsenhok, voorraadruimte, konijnenhok of zomerhuisje. Soms kreeg het een totaal nieuwe functie. In de buurtschap Lubbinge, vlakbij Zuidwolde, is er een winkeltje in gevestigd. Maar op andere plaatsen heeft het interieur een complete metamorfose ondergaan. In Witteveen oefent de band De Stokers elke dinsdagavond in het stookhok. Bij de buren is er een sauna in gemaakt. In andere wordt kleding hersteld, de wijn bewaard of zit het VVV-kantoor erin. Nieuwe mogelijkheden voor het stookhok in recreatieve zin.

Stookhokkenfestival

De werkgroep Stookhokken in Drenthe wil deze gebouwtjes de plek in de geschiedenis geven die hen toekomt. De werkgroep gaat uitzoeken hoe ze gebouwd werden (afmetingen, vorm en materialen), welke functies ze hebben gehad, welke er nog over zijn en waarvoor ze nu gebruikt worden. Ook de nieuwe (recreatieve) mogelijkheden van het stookhok komen aan de orde.
In Diever is op woensdagavond 9 juli het eerste Stookhokkenfestival. Met verhalenvertellers, spoken, koken, muziek, poppenspel, toneel en nog veel meer. En in het voorjaar van 2004 verschijnt er een boek over de historie van het stookhok. Kortom: al is het vuur gedoofd en komt er geen rook meer uit de schoorsteen, het stiefkind van het oude Drentse boerenerf krijgt zijn plaats in de geschiedenis.

Albert Haar is actief binnen de werkgroep Stookhokken in Drenthe.

Trefwoorden