Toen ik 22 jaar geleden afstudeerde als econoom, was dat op een scriptie die handelde over de vraag of de baten van ruilverkaveling wel zo groot waren als de planners ons wilden doen geloven. Het was een analyse voor de gebieden Sleenerstroom en Mars- en Westerstroom, maar de aanleiding werd gevormd door twee andere ruilverkavelingen, Rolde en Anloo. Dat waren de eerste ruilverkavelingen in Nederland waar massaal verzet tegen ontstond.

Landinrichting stamt uit een tijd waarin het moderniseren van de landbouw tot een hoogproductieve bedrijfstak een algemeen aanvaarde doelstelling was. Het structuurbeleid, met ruilverkaveling als belangrijk instrument, was gericht op die modernisering. De botsingen in de jaren zeventig over Rolde en Anloo, maar ook over Tubbergen, Winterswijk en bijvoorbeeld Waterland markeren de omslag in het denken over de landbouw.
Het heeft wat tijd gekost, maar er is na de jaren zeventig wel iets veranderd in de landinrichting. Zo is landinrichting van een centrale organisatie naar de provincies gebracht. Niet de rijksoverheid of Dienst Landelijke Gebieden (vroeger de Landinrichtingsdienst), maar de provincies hebben het voortouw bij het in gang zetten van landinrichtingsplannen. Er zijn verschille…

Trefwoorden