Rechtsaf het klooster uit en dan gewoon de weg volgen. Ik had op de kaart gezien dat verdwalen onmogelijk zou zijn. Als ik na tien huizen het dorp uit wandel, is het meteen heerlijk leeg om mij heen: overal grasland en akkers, in de verte de dijk en daarachter het Wad waar een stevige wind vandaan komt.

Als ik de dijk nader, denk ik de zee al te horen. Eerst passeer ik nog een erf waar de weg overheen loopt. Het voelt alsof ik ongevraagd dwars door iemands huis wandel. Nog voor ik boven ben, blijkt dat ik niet de zee hoorde, maar het ritmische gezwiep van een windmolen net achter de dijk. Het uitzicht is weids. Links en rechts akkers en modder zover ik kijken kan. Recht vooruit, maar erg ver weg, opnieuw een dijk. Ik ben nog lang niet bij het Wad.

Later die week in 2019 leen ik een fiets waarmee ik naar de tweede dijk rijd om eindelijk het Wad te zien. Ergens in de verte zou het moeten liggen, tussen de kwelders aan mijn voeten en de blikkering in de verte die ik voor de zonverlichte zee houd. 

Collage van papier met schelpen, stenen en mos − geïnspireerd op de verhalen van…