In tijden van afnemende biodiversiteit zijn er gelukkig ook vogels waarmee het (weer) goed gaat. Zoals de grauwe klauwier en de Turkse tortel.

Wanneer zijn wij mensen blij met bepaalde dieren? De aantallen van een soort zijn een belangrijke graadmeter, zeker in tijden van afnemende biodiversiteit. Waren er ooit veel van en zijn het er nu een stuk minder? Dan zijn we waarschijnlijk verheugd als de aantallen niet nog verder dalen. Of als ze zich herstellen, hoe voorzichtig ook.

Neem de grauwe klauwier. Enkele getallen rond deze vogel op een rij: 120, 40, 112, 140. Het zijn statistieken uit het Bargerveen, een natuurgebied in Zuidoost-Drenthe waar een restje hoogveen gespaard is gebleven. Hier vonden ooit 120 broedparen hun thuis, maar in de loop van de twintigste eeuw nam dit steeds verder af, met op het dieptepunt nog slechts 40 broedparen.

Na wat best een opzienbarend herstel mag worden genoemd, zit de grauwe klauwier …