Van filosoof Bente van Leeuwen verschijnt binnenkort het boek Tussen Gras en Geweten. Zij legt uit waar het prijsverschil tussen biologische en niet-biologische producten vandaan komt en waarom zij graag bereid is die meerprijs te betalen.

Deze week in de Bonus: twee preien voor 79 cent. Mooie, grote preien, voor nog geen euro. Ik kijk een vak ernaast en vind wat ik eigenlijk zocht: de biologische preien. De bio-prei lijkt wel half zo klein, maar de prijs is dat niet. Wil ik twee biologische preien mee naar huis nemen, dan kost me dat 2,38 euro.
Dit is slechts een van de vele voorbeelden – gemiddeld betaal je in de supermarkt voor biologische producten 48 procent meer dan voor de niet-biologische variant. Wat krijg je voor die plus op de prijs?


GEZONDHEID

Op de site van het Voedingscentrum is te lezen dat van sommige biologische producten is aangetoond dat ze meer vitamine C, mineralen en bioactieve stoffen bevatten dan hun tegenhangers uit de gangbare industrie, maar dat in het algemeen niet bewezen is dat biologisch voedsel gezonder is dan gangbaar voedsel. Wel bevatten biologische producten minder resten van bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen (zoals antibiotica) en soms minder nitraat.
Ook al is het dan niet in zijn algemeenheid wetenschappelijk bewezen, toch lijkt biologisch me gezonder en veiliger. Bestrijdingsmiddelen zijn nu eenmaal ongezond. En wat als we een blik op de toekomst werpen? Als we met gangbare voedselproductie doorgaan, zullen we de bodem steeds meer uitputten. Ook zal er meer resistentie optreden tegen chemische bestrijdingsmiddelen, en moeten deze steeds intensiever ingezet worden. Dus het verschil in gezondheid tussen biologisch en niet-biologisch zal alleen maar toenemen.


DIER EN MILIEU

Andere redenen dan gezondheid om voor biologische producten te kiezen, zijn dierenwelzijn en duurzaamheid. Belangrijk om op te merken is dat de Europese en Nederlandse richtlijnen hiervoor niet gelijk zijn. Europees biologisch en EKO (het Nederlands biologische keurmerk) hebben beiden van Milieu Centraal het predicaat ‘topkeurmerk’ gekregen, wat betekent dat de keurmerken ambitieus (op het gebied van milieu, dierenwelzijn en/of mens en werk), transparant en betrouwbaar zijn. Maar het Nederlandse keurmerk stelt strengere eisen.
Zie je op een product een groen vakje met daarin een wit blaadje bestaande uit twaalf sterretjes? Dan voldoet het aan het Europees biologische keurmerk. Je bent er dan verzekerd van dat er geen synthetische bestrijdingsmiddelen of kunstmest zijn gebruikt; als het een verwerkt product is, is het bekend waar de ingrediënten vandaan komen en zijn die voor minimaal 95 procent biologisch, en bij dierlijke producten is er enige rekening gehouden met dierenwelzijn (denk aan weidegang en meer ruimte en vermaak in de stal). Ook moet er een minimumhoeveelheid veevoer van het eigen bedrijf of van bedrijven uit de EU komen, wat broeikasgassen door wereldwijde import van veevoer beperkt en tropische ontbossing vermindert. En er is aandacht voor wisselteelten ter bevordering van een gezonde bodem.

EKO is het Nederlandse biologische keurmerk. Het logo is een zwart vakje met daarin met witte letters in een wit rondje ‘EKO’. Dit keurmerk voldoet aan dezelfde eisen als het Europees biologisch keurmerk, waardoor je vaak deze twee keurmerken naast elkaar op producten ziet staan. Maar boven op de Europese richtlijnen stelt het EKO-keurmerk meer eisen. Zo is er een verplichting op aankoop van groene stroom, zijn er nog strengere regels wat betreft het gebruik van bestrijdingsmiddelen en moeten EKO-boeren 5 procent van hun grond inrichten om de biodiversiteit te bevorderen.


BIOLOGISCH DYNAMISCH

En dan is er nog een derde landbouwmethode, die nóg strengere eisen stelt: de biodynamische landbouw, die dit jaar het 100-jarig bestaan viert. Het keurmerk Demeter voldoet aan het Europese en Nederlandse biologische keurmerk maar doet er dan nog een schepje bovenop. Je herkent het aan een oranje vlak met daarin in witte letters ‘Demeter’ geschreven met een groene streep eronder. Deze producten vind je niet in een reguliere supermarkt, maar bij winkels als Ekoplaza en bij boerderijwinkels. De aanvullende eisen die dit keurmerk stelt, zijn bijvoorbeeld dat er 100 procent biologische mest is gebruikt. Ook is het dierenvoer 100 procent biologisch en voor 80 procent afkomstig van het eigen bedrijf (behalve voor kippen, daarvoor geldt 50 procent). En er worden aanvullende eisen op het gebied van dierenwelzijn gesteld, zo zijn er minder dieren per vierkante meter toegestaan dan in de biologische sector. En kippen houden hun snavel, varkens hun staart en koeien hun hoorns. Ook worden er twee hanen per honderd kippen gehouden en groeien kalfjes op in groepen met bedrijfseigen melk – niet van hun eigen moeder, maar de melk komt in ieder geval niet van ver. En elke biodynamische boerderij is voor minimaal 10 procent ingericht ter bevordering van de biodiversiteit.

Een koe haar hoorns ontnemen is een grove schending van de lichamelijke en psychische integriteit

Ongeacht of de antroposofische achtergrond van biodynamische landbouw je aanspreekt of niet, als je de hoogste eisen wil op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn, voldoet Demeter het beste. Demeter verschilt op belangrijke punten van Europees biologisch en EKO, bijvoorbeeld door de inrichting van het erf ter bevordering van de biodiversiteit. Het Europese keurmerk heeft hier geen richtlijnen voor, EKO stelt 5 procent verplicht, maar biodynamisch wint ruim met een minimum van 10 procent. Dat vind ik nogal een verschil en daar heb ik als consument graag meer geld voor over.
Vooral de extra eisen aan dierenwelzijn klinken me goed in de oren. Ik vind het erg belangrijk dat in de biodynamische sector snavels, staarten en hoorns niet verwijderd mogen worden. Dat is een behoorlijke ingreep en ik gruwel bij de gedachte dat de dieren waarmee ik opgroeide dit was overkomen. Kippen gebruiken hun snavels om hun veren mooi te maken en voer te zoeken. Blije varkens herken je aan vrolijk kwispelende staartjes. Ik denk aan Gijs, de Zeboe os van mijn ouders die nog maar twee jaar geleden overleed. Hij was de liefste knuffelkont, prachtig en werd erg oud waardoor hij steeds grotere hoorns kreeg, want hoorns leven en groeien ook in volwassenheid mee. Die hoorns gaven hem karakter en hadden een duidelijke functie. Zo gebruikte hij ze graag om aan z’n billen te krabben als de vliegen hem in de weg zaten en kamde hij er de manen van een van onze paarden mee. Een dier dat ontnemen is een grove schending van de lichamelijke en psychische integriteit.


RIJKDOM

Biologisch eten lijkt dus gezonder en is beter voor dier en milieu. Wil je nog strengere eisen voor dierenwelzijn en duurzaamheid, dan kun je voor Demeter kiezen. Of je het de hogere kosten waard vindt, is uiteindelijk een persoonlijke afweging. Maar dat deze keurmerken goed gecontroleerde garanties bieden is duidelijk, je betaalt de meerprijs niet voor niks.
Daarbij hoeft biologisch of biodynamisch voedsel niet altijd – veel – duurder te zijn. Volgens de Consumentenbond is de prijsafstand met niet-biologische producten steeds kleiner, bijvoorbeeld doordat steeds meer supermarkten inmiddels een biologisch huismerk hebben. En als je boodschappen doet bij (biodynamische) boerderijwinkels sla je heel wat stappen over in het proces van producent naar consument, bijvoorbeeld qua transport en marketing. Dat zie je terug in de kosten van het product.
De Bonus-preien zijn verleidelijk, dat geef ik eerlijk toe. Toch reik ik naar het biologische krat. De kennis dat ik met mijn aankoop een rijker landschap ondersteun, doet mijn preisoep me beter smaken. Voor mij maakt dat het de prijs meer dan waard.

Bovenstaand artikel is gedeeltelijk gebaseerd op het boek Tussen gras en geweten, geschreven door oud-hoofdredacteur Bente van Leeuwen. In dit boek leef je mee met twee jonge vrouwen, ieder met hun eigen, groene toekomstdroom. Vera Santing is een beginnende boerin die twijfelt of ze de Drentse biologische boerderij van haar ouders zal overnemen. Intussen denkt ze na over haar rol als voedselproducent. Tussen gras en geweten is een praktische en filosofische zoektocht van twee hoopvolle idealisten. Verschijningsdatum: 15 oktober 2024, Uitgeverij Brooklyn