Ten oosten van de Hondsrug ligt de brede dalvlakte van de Hunze. De huidige bodem van het Hunzedal bestaat uit afwisselend venige en zandige gedeelten. Rens Penninx uit Annen tipte Noorderbreedte toen vorig jaar nieuwe sloten in landbouwpercelen werden gegraven tussen het Hondsrugdorp Eext en het randveenontginningsdorp Eexterveen aan de Hooidijk.

Ten oosten van de Hondsrug ligt de brede dalvlakte van de Hunze. De huidige bodem van het Hunzedal bestaat uit afwisselend venige en zandige gedeelten. Rens Penninx uit Annen tipte Noorderbreedte toen vorig jaar nieuwe sloten in landbouwpercelen werden gegraven tussen het Hondsrugdorp Eext en het randveenontginningsdorp Eexterveen aan de Hooidijk.
Het Hunzedal is, in vergelijking met de stroomdalen op het Drents Plateau, een zeer breed rivierdal. Het is van oorsprong een zogenoemd oerstroomdal dat reeds in de voorlaatste ijstijd is ontstaan door de afvoer van smeltwater afkomstig van het landijs dat tijdens het terugtrekken een tijdlang bleef liggen in Oost-Groningen. Tussen de gletsjerrand en de Hondsrug stroomde een enorme hoeveelheid smeltwater in noordwestelijke richting en dit sleet een kilometers breed en tientallen meters diep dal uit. Daarna werd het dal grotendeels opgevuld met sediment, waaronder een flink pakket dekzand uit de laatste ijstijd. De wind zorgde voor het ontstaan van langgerekte rivierduinen.
Op de zandruggen aan de oostkant van de Hunze vinden we tegenwoordig randveenontginningsdorpen als Gieterveen, Eexterveen, Nieuw-Annerveen, Oud-Annerveen en Zuidlaarderveen. Nog meer naar het oosten begon destijds het enorme oppervlak hoogveen van het Bourtanger moeras; tegenwoordig de Veenkoloniën.
Ook in het brede dal tussen de Hunze en de randveendorpen is veen gevormd. Het veen in het Hunzedal was eigendom van de dorpen (de marken) op de Hondsrug en vanaf de dertiende eeuw werd hier reeds turf gegraven onder leiding van de Cisterciënzer monniken uit Aduard. In het deel van het Hunzedal dat vanouds bij het dorp Eext hoorde, ontstond het dorp Eexterveen. Het landbouwgebied tussen beide dorpen is weliswaar een zeer vlak gebied, maar bestaat direct onder het maaiveld uit zandkoppen en veengaten. In pasgegraven sloten is deze structuur goed waarneembaar.

Hunzevisie

Het Hunzedal kent de laatste eeuwen veel dynamiek. Allereerst werd het veen dat gedurende duizenden jaren rond de Hunze is gevormd, in enkele honderden jaren afgegraven. Daarna is de dalvlakte door de mens ingericht voor de landbouw. Een landbouw die steeds grootschaliger werd, wat tot gevolg had dat de Hunze vanaf 1950 gekanaliseerd werd. Door de Europese landbouwpolitiek kwam de veenkoloniale akkerbouw onder druk te staan en tegelijkertijd groeide de belangstelling voor de natuurwaarden van het Hunzedal. De Stichting het Drentse Landschap nam het initiatief om de natuurlijke loop van de Hunze weer terug te brengen. De mogelijkheden voor grootschalige natuurontwikkeling werden in 1995 vastgelegd in de Hunzevisie.
Het Hunzedal leent zich goed voor de ontwikkeling van natte natuur, omdat op veel plekken kwelwater van een uitzonderlijk goede kwaliteit komt opborrelen. Dit water is afkomstig uit de ondergrond van het aangrenzende Drents Plateau. Door het hoogteverschil komt het grondwater vanuit de Hondsrug in het Hunzedal aan de oppervlakte. Het water heeft een lange weg afgelegd en een lange tijd doorgebracht in de bodem. Daardoor heeft het veel mineralen, zoals kalk en ijzer, op kunnen nemen. Dit mineralenrijke water zorgt voor een ideale groeiplaats voor bijvoorbeeld dotterbloemen en holpijp.
In 2001 is een start gemaakt met het Hunzeproject: tussen Eexterveen en Spijkerboor is de Hunze opnieuw ingericht. Moerasontwikkeling en veenvorming krijgen weer een kans en het kwelwater wordt langer vastgehouden.

IJzeroer

Het bodemprofiel op de foto hiernaast is typisch voor het Hunzedal. De foto is genomen van een pasgegraven (schuine) slootwand in een landbouwperceel dicht bij het natuurontwikkelingsgebied. In dit geval zien we een bodemopbouw van voornamelijk veen met daarop (de bovenste 30 à 40 centimeter) een zogenoemde bouwvoor die door jarenlang ploegen een homogeen mengsel van zand en verteerd veen bevat. Onder deze bewerkte bovenlaag is veen aanwezig dat naar onderen toe steeds minder verteerd is.
Opvallend zijn de lichtbruine spikkels onder in de bouwvoor, de grillige geelbruine laag van circa 50 tot 70 centimeter en de roodbruine laag van circa 80 tot 100 centimeter. Deze bruine spikkels en lagen bestaan uit zogenoemd ijzeroer. Door de continue aanvoer van ijzerrijk kwelwater via de ondergrond vanuit de richting van de Hondsrug, is in het Hunzedal plaatselijk veel ijzeroer ontstaan. Het in kwelwater meegevoerde ijzer slaat onmiddellijk neer in de vorm van ijzeroxide (roest) zodra het, vlak bij of aan de oppervlakte, in contact komt met zuurstof.
Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw werd ijzeroer in grote hoeveelheden gewonnen. Het werd met name gebruikt voor de zuivering van steenkoolgas. Naar schatting werd in de jaren veertig jaarlijks 400.000 ton voor dit doel geëxporteerd.

Trefwoorden