Veertig jaar lang wordt al gepraat en vergaderd en besloten over maatregelen die de Waddenzee zouden moeten beschermen als natuurgebied. En toch lukt het niet.

Het Waddengebied was weer eens volop in de aandacht in het afgelopen jaar. Zie daarover ook het artikel ‘Wie wil wat met de Wadden?’ verderop in dit nummer. Door en door erkend als natuurgebied, overdadig begenadigd met regels, wetten en verdragen en bovenmatig bestuurd door iedere instantie die maar enigszins met het Wad van doen heeft, krijg je vanuit het gebied zelf een steeds treuriger signaal als ware het een onder de voet gelopen en uitgewoonde speeltuin. De schommels hangen op halfzeven, de draaimolens stoppen halverwege in hun zwierige zwaaien, de wipkippen bladderen af en in alle hoeken vinden we hondenpoep en restanten van samenscholingen van een al te jolig jong volkje. En als het speelseizoen afgesloten wordt, komt de minister langs om op het geheel een vlag te plaatsen als die op de bekende modderschuit.

Vanwaar toch deze cynische metafoor? Misschien wel omdat er al veertig jaar lang wordt gepraat en vergaderd en besloten over maatregelen die het Wad zouden moeten beschermen als natuurgebied in de meest zuivere betekenis van dat woord. En omdat dat alsmaar niet lukt!
Vanaf de geplande, maar gelukkig gekeerde inpoldering van het gebied in 1965 tot aan de voorstellen voor een nominatie van de Wadden als Werelderfgoedgebied in november 2005, zijn er maar weinig van de authentieke natuurwaarden in stand gebleven. De Waddenzee heeft tegenwoordig een van kokkels, mossels en zeegrasvelden verschoonde zandplaatbodem, met alsmaar meer afbrokkelende wadplaten en alsmaar dieper uitgegraven geulen voor de steeds intensievere vaartochten naar de eilanden. Die eilanden zelf zijn veranderd in toeristische paradijzen met dure hotels, inclusief sauna en speelholen en andere oneilandse genotsaanbiedingen. De vastelandsranden tonen hun gehavende aanblik met boortorens, windmolens, grote parkeerdekken en verlichte kassen achter de hoge, rechte immense dijken.

Anderhalf jaar geleden werd van Haagse zijde toegegeven dat het gebied toe was aan een opknapbeurt en werd een voorstel gedaan om daarvoor geld vrij te maken.
Maar er bleek een addertje onder het gras te zitten: de benodigde 800 miljoen euro zou moeten worden opgebracht door alsnog gaswinning toe te staan; een activiteit waartegen het kabinet Kok in 1999 op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek nog volmondig ‘neen’ had gezegd. Op basis van dezelfde wetenschappelijke bevindingen kon die gaswinning nu opeens wel? Hoe multi-ïnterpretabel zijn onderzoeksuitkomsten?
En nu moet de voordracht van deze gemankeerde natuur als Werelderfgoedgebied alles goedmaken? Via onze tv-kanalen zagen we minister Veerman zijn zegetocht vieren op Schiermonnikoog, waar hij zijn collega’s van de andere waddenlanden ontving op de zoveelste ‘trilaterale regeringsconferentie’ over de Waddenzee. Deze bijeenkomsten waren ooit bedoeld om gezamenlijke standpunten te formuleren die dienden tot de bescherming van de natuur, en deze vervolgens tot beleid en uitvoering te brengen. Maar men is duidelijk de weg kwijt, het gaat op deze toogdagen steeds meer over economische belangen zoals visserij, mijnbouw, recreatie en toerisme. Aan het gebied wordt ook steeds meer een verkoopplaatje gehangen: komt allen naar ons mooie natuurgebied. Dat zou de ‘natuurdoelstellingen’ de broodnodige ‘winst’ opleveren. Niet echt terminologie waardoor je geïnspireerd raakt om de natuur om haar intrinsieke waarden in stand te houden.

Met snelle schepen werden de minister en de zijnen naar Schiermon-
nikoog overgevaren, daarbij handig de protestvoerders in Lauwersoog ontwijkend, die opkwamen voor het echte belang van het Wad, zoals natuur, rust, ruimte, beleving van horizon en landschap. Op het Waddeneiland is vervolgens uitgebreid gesproken over de Werelderfgoednominatie en hoe welvarend het Waddengebied daarvan zou worden. Belangrijkste doel van de conferentie leek te zijn: hoe overtuigen we de lokale bevolking, overheden en belangengroeperingen van de voordelen die zo’n nominatie kan opleveren voor het gebied: nog meer mensen naar de eilanden toe.
Moesten ministers en vele ambtelijke staven daarvoor meerdere dagen bijeen zitten? Alsof het Waddengebied niet met echte problemen kampt! De kapotte speeltuin is hoognodig aan reparatie toe om aan zijn eigen rol recht te doen, niet om andere belangen te laten prevaleren.
Nu doen de ambtslieden eigenlijk de volgende voorstellen: wij willen dan wel de speeltuigen opknappen, maar dan moet u het goed vinden dat we ondertussen de grond onder de speeltuin weggraven en dat we dat doen met zo veel mogelijk bekijks, want we hebben stemmen en geld nodig! Waddenbescherming? Nee, die vlag van de minister moesten we er maar weer afhalen.

Trefwoorden