Precies twee jaar nadat in Groningen het inspirerende congres ‘De Regio pakt de Ruimte’ werd gehouden, ligt er een kloeke publicatie met de titel LILA, de planologie van de contramal. Vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken wordt daarin, onder redactie van Gert de Roo, door een keur aan auteurs gepleit voor een andere oriëntatie van de economie en het ruimtelijk beleid van het Noorden.

Bij de verslaglegging over de spontane demonstratie in Den Haag voor de Zuiderzeelijn hadden de Haagse redacties kennelijk behoefte aan een tegengeluid. Dat vonden ze niet alleen bij Cathy en Gré van de Groningse tv-zender OOG maar ook bij de Groningse stadsdichter Ronald Ohlsen, die staande op de brug bij het Groninger Museum eerst zijn gedicht Wederafbraak ten gehore bracht en daarna nogal brommerig meldde dat Groningen overal even ver vanaf ligt, dat dit hem prima beviel en dat dit vooral zo moest blijven. De tegenstelling tussen het geloof in de nieuwe supersnelle trein en de keuze voor splendid isolation vat de ontwikkelingsparadox voor het Noorden aardig samen. Als je vliegensvlug naar de rust kan, hoe lang is het dan nog rustig?

Precies twee jaar nadat in Groningen het inspirerende congres ‘De Regio pakt de Ruimte’ werd gehouden, ligt er een kloeke publicatie met de titel LILA, de planologie van de contramal. Vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken wordt daarin, onder redactie van Gert de Roo, door een keur aan auteurs gepleit voor een andere oriëntatie van de economie en het ruimtelijk beleid van het Noorden. Het begrip LILA staat voor Living in Leisure-rich Areas. Het boek is een pleidooi om de voornaamste economische basis te zoeken in het bieden van een alternatief voor de ‘Razende Randstad’. Men hoopt met LILA ‘rust en ruimte te kunnen vermarkten, en zo de eigen waarde en de eigenwaarde van Noord-Nederland te versterken en (…) te laten zien dat Noord-Nederland anders is, en anders mag zijn, omdat het gebiedseigen kwaliteiten heeft.’

Omdat het aanschaffen van een nieuwe bril in mijn ervaring een hachelijke zaak is (zie foto) wil ik naast deze LILA-bril voor het Noorden eerst nog wat andere brillen uitproberen.

De leesbril
Het is van belang eerst de kleine lettertjes te lezen in de bijsluiter van de leisure-economie. Kijk goed naar de cijfers voor je je rijk rekent. Inderdaad, recreatie en toerisme vormen de grootste sector in de wereldeconomie en er zit nog steeds groei in. Maar het is belangrijk om een scherp onderscheid te maken tussen toerisme, recreatie en de wooneconomie, want ze lopen qua impact en kansen voor het Noorden nogal uiteen. Wat toeristische uitgaven betreft stellen in het Noorden alleen de waddeneilanden wat voor. Even voor de verhoudingen: zelfs als je de eilanden meerekent heeft de stad Amsterdam ongeveer tien keer zoveel buitenlandse overnachtingen als de drie noordelijke provincies samen. Van de buitenlandse toeristen moeten we het dus niet hebben. De bestedingen vanuit de binnenlandse, vooral regionale, recreatie zijn voor het Noorden interessanter: deze zijn drie keer zo hoog als de buitenlandse bestedingen. Hier ligt bovendien een koppeling met de LILA-wooneconomie. Nieuwe, vaak koopkrachtige, bewoners doen immers bovengemiddeld mee in de landschapsconsumptie.

De modieuze bril
Maar laten we oppassen voor overdrijving en voor modieus kopieergedrag. De leisure-profeten doen in hun ijver het belang aan te tonen van deze nieuwe ‘economie van rust en ruimte’ onweerstaanbaar denken aan de profeten van die eerdere ‘nieuwe economie’ die als een zeepbel uiteenspatte. Inderdaad, ict en internet zijn en blijven belangrijk maar het zijn niet de wondersectoren gebleken die zich konden onttrekken aan de klassieke economische wetten. Juist de verhouding tussen de oude economie en de nieuwe economie bleek van cruciaal belang. Kiezen voor een nieuw perspectief moet je niet blind maken voor het belang van het bestaande. Zo is het ook in het Noorden, waar de ruimtelijke kwaliteiten in niet onbetekenende mate te danken zijn aan de stokoude landbouweconomie. Die brengt nu weliswaar nog maar ongeveer vijftien procent van het streekinkomen in, maar is wel volstrekt wezenlijk voor de LILA-ambities. Alleen door de landbouw in de benen te houden heb je een duurzame basis voor een leisure-economie.
Een landschap waarin leisure en andere economische sectoren een mooi ensemble vormen, heeft als vanzelf een soort authenticiteit die het interessant maakt. Zo vind ik Texel bijvoorbeeld aantrekkelijker dan, zeg Vlieland, omdat Texel door zijn landbouw, zijn vissershaven en zijn drie wetenschappelijke instituten nog een stoere en onafhankelijke indruk maakt op de bezoekers.

De polaroid-zonnebril
We moeten tussen de glinsteringen van de altijd opgewekt ogende leisure-economie ook de mogelijke schaduwkanten kunnen zien. Er is bijvoorbeeld sprake van conjunctuurgevoeligheid, in economische maar ook in ecologische zin. Een wooneconomie die alleen kan functioneren met een geweldig mobliteitsprijskaartje kan door de donkerste bril worden gezien als het orkest op de Titanic van captain Gore. Een blik op de kaart toont dat er dichter bij de Randstad ook aantrekkelijke woonlandschappen liggen. Het Noorden zal zich dan ook moeten onderscheiden van de concurrenten als het rivierengebied, de Gelderse Vallei en het IJsseldal.

De architectenbril
LILA propageert de planologie van de ‘contramal’ te zijn. Maar wat de mal is en wat de contramal is natuurlijk schaalafhankelijk. In de ogen van sommige trendwatchers (overdrijven is inderdaad een vak geworden) is door de opkomende economieën van het Oosten geheel Europa uiteindelijk gedoemd een ‘slaapcontinent’ te worden. Dit deprimerende perspectief houdt in dat we voornamelijk nog leven van inkomsten uit het toerisme. Op de schaal van ons land is het Noorden de contramal van de Randstad, maar op de schaal van de drie noordelijke provincies zijn er uiteraard ook verstedelijkte zones en hun contramal te onderscheiden. Ordening is belangrijk om die contrastwerking te behouden. Zo is de gebundelde deconcentratie van de Regiovisie Groningen-Assen mijns inziens trefzekerder dan het Friese spreidingsmodel.

De retrospecs
Tegenover al deze kritische opmerkingen kun je je ook afvragen wat de ouderwetse regionale ontwikkelingspolitiek in retrospectief voor goeds heeft gebracht. Energiecentrales die neerstrijken op (het koelwater van) de investeringsruïne van de Eemshaven. Bedrijventerreinen die elkaar op uitgifteprijs de tent uitvechten, nauwelijks nieuwe werkgelegenheid maar wel veel verhuisbewegingen genereren, en logistieke centra die vooral nieuwe werkgelegenheid voor Poolse vrachtwagenchauffeurs opleveren…
Mikken op leisure is misschien zo slecht nog niet.

De verziende bril
Wijs beleid is denk ik een succesvol ensemble te smeden tussen oude en nieuwe economische krachten. Energie- en landbouweconomie aan de ene kant, leisure- en kenniseconomie aan de andere kant. Dit ensemble werkt alleen maar met een pro-actief landschapsbeleid waarin ook niet geschroomd wordt flinke voorinvesteringen in het landschap te doen. Punt een: het landschap moet toegankelijk zijn zodat de recreatieve euro ook tot uitgave kan komen. Punt twee: we moeten van de Slow region-beweging in Italië leren hoe een deel van deze uitgaven ook feitelijk bij de boeren terechtkomt. Punt drie: er zijn ook veranderingen in de landbouw zoals de opschalende melkveehouderij of de biovergistingsinstallaties op het erf, die misschien wel grotere uitdagingen vormen dan de inpassing van wat woningbouw. Kortom zonder een doortimmerd landschapsbeleid geen LILA-economie (en misschien ook, zonder de LILA-impulsen geen goed onderhouden landschap).

Roze bril
De wooneconomie kan zich op een bescheiden manier hechten aan het bestaande landschap. Er is geen haast. Er is daardoor de luxe dat we met een deftige geleidelijkheid aan de uitbouw van de wooneconomie kunnen werken. Dat komt de kwaliteit alleen maar ten goede. Daardoor kan het Noorden zich blijven onderscheiden van de concurrentie. Al komt er van de nieuwe ambities weinig terecht, het is er ook nu al aantrekkelijk. Door een roze bril bekeken is iedereen in het Noorden allready Living In a Leisure-rich Area. Het is er zelfs zo plezierig dat de noorderlingen pas bij sterke financiële prikkels (bij dertig tot veertig procent loonverhoging, blijkt uit onderzoek) zijn los te weken uit hun LILA-droom. De Homo Ludens laat nog even op zich wachten maar de welvarende periferie bestaat al.

Trefwoorden