Op 10 januari opende de Groningse gedeputeerde Marc Calon het kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen.
Op 10 januari opende de Groningse gedeputeerde Marc Calon het kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen. Samen met lectoren, docenten, studenten, bedrijven en instellingen uit de regio wil het centrum bijdragen aan ‘duurzame oplossingen voor recreatie, waterberging, natuurontwikkeling en wonen’.
De drie vers benoemde lectoren Frank van Genne (Vastgoed), Andries van den Berg (Ruimtelijke Transformaties) en Hans Revier (Mariene Wetlands Studies) presenteerden zichzelf met een kort statement. Rik Herngreen hield een wat langere lezing, waarin hij erop wees dat rust en ruimte geen ‘unique selling points’ van Noord-Nederland zijn. ‘Juist rond om grootstedelijke hotspots zie je steeds vaker rustige, groene gebieden. Het Noorden zal de slag om het zogeh…
Op 10 januari opende de Groningse gedeputeerde Marc Calon het kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen.
Op 10 januari opende de Groningse gedeputeerde Marc Calon het kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen. Samen met lectoren, docenten, studenten, bedrijven en instellingen uit de regio wil het centrum bijdragen aan ‘duurzame oplossingen voor recreatie, waterberging, natuurontwikkeling en wonen’.
De drie vers benoemde lectoren Frank van Genne (Vastgoed), Andries van den Berg (Ruimtelijke Transformaties) en Hans Revier (Mariene Wetlands Studies) presenteerden zichzelf met een kort statement. Rik Herngreen hield een wat langere lezing, waarin hij erop wees dat rust en ruimte geen ‘unique selling points’ van Noord-Nederland zijn. ‘Juist rond om grootstedelijke hotspots zie je steeds vaker rustige, groene gebieden. Het Noorden zal de slag om het zogeheten leisure landschap niet kunnen winnen.’ De gouden kansen schuilen volgens hem eerder in de ‘oeroude traditie van vernieuwing en een aantal ijzersterke kennisgebieden’. Herngreen pleitte dan ook voor ‘herstel van de oude vernieuwingstradities, omdat het niet zo mag zijn dat we ons moeten schamen voor het nieuwe’.
Calon hield zijn gehoor voor dat het nuttig is dit kenniscentrum zowel de ‘voorkant’ van grote projecten (wat was de bedoeling?) als de uitkomst (succes- en faalfactoren) daarvan te laten onderzoeken. Hij bepleitte samenwerking met de universiteit, omdat anders een versnippering van kennis ontstaat, want ‘hoogleraren en lectoren zijn net konijnen’.