Het Noorden? Ach, het Noorden. Het Noorden bestaat niet!

Het Noorden? Ach, het Noorden.
Het Noorden bestaat niet!
Het Noorden is niks, het had net zo goed het Zuiden kunnen heten, als de Vikingen zich destijds wat meer op natievorming hadden toegelegd en wat minder op moorden en verkrachten. Dan was het Noorden nu misschien nog het Zuiden van het grote Deense rijk, het zwoele Zuiden van de liefdesnachten in Groningen, die Bourgondische stad.
Wat is me dat voor Noorden, waar ze niet eens meer een Elfstedentocht kunnen organiseren en waar de sledehonden vadsig zijn geworden. Het Noorden! Ha! Klaas Poppinga heeft een wijngaard in Glimmen en er is een mozzarellaboer in Hoogezand; rode wijn en mozzarella, daarmee heeft het Noorden elk recht om ‘Noorden’ te heten verloren.
Het Hoge Noorden, laat me niet lachen. Het is het Hoge Noorden van een dorp aan zee dat ook een Diep Zuiden heeft, op drie uur rijden van elkaar.
Ga toch weg, met je Hoge Noorden.
Mijn vriend fietst over het Hoge Land, over het Hoge Land naar Usquert en nog hoger – hij zegt: het is hier soms net Toscane, zo mooi, zo warm van kleur, zo klein de dorpen die wassen uit de zwarte klei, tussen de bomen de kerktorens en de tijd die vertraagt in de warmte van de late zomer – net Toscane, hij heeft gelijk, niks noordelijks aan.
Het Noorden is een mantra, een geheime code om mensen van buiten het Noorden op afstand te houden. Het betekent niets, maar het werkt en geeft rust.
In het Noorden, zeggen ze, zijn de mensen anders, een beetje trager, in het Noorden begrijpen ze nog waar het om draait, in het leven, in het Noorden.
Laat me niet lachen. Ik houd van Groningen omdat het een zuidelijke stad is, een warme stad met veel vrolijke meisjes met haantjes achter zich aan op de terrassen, niks noordelijks, aan Groningen.
Aan Friesland ook niet, trouwens. Emotioneler dan Sicilianen zijn ze, de Friezen, warmbloediger dan Sardijnen.
Tromsö, dat is nog wel noordelijk. Daar zuipen ze zich een delirium om de donkere winter te weerstaan en de kou uit hun botten te houden; of Kuopio, dat is noordelijk, daar zeggen de vrouwen tegen je dat je een latin lover bent, als je uit Groningen komt, uit het Diepe Zuiden; daar zeggen ze dat ze wel kunnen merken dat bij ons de nachten vol vuur zijn – ach, zeggen ze, laat me met je meegaan, naar het zuiden en de warmte, weg van hier, uit het Hoge Noorden.
Milaan, dat is een noordelijke stad, noordelijker dan Groningen, het is er koel en zakelijk en de mensen zijn er stug. Als je dat tenminste noordelijke trekjes vindt, ze hebben me altijd verteld dat dat zo is.
Noorderbreedte, Zuiderlengte, we geven de dingen een naam en we verzinnen er een verhaal bij, over het Hoge Noorden.
Nog even en op Groenland groeien druiven. Nog even en de Eskimo’s noemen zich Gianni en Juan.
Het Zuiden is straks overal, langs de Noordelijke IJszee groeien palmen en het Hoge Noorden is verdwenen.

Trefwoorden