Iemand raadde haar aan: probeer het eens met propolis. Met de kleverige, harsachtige balsem waarmee bijen in hun korven of kasten gevangen prooien inkapselen. Opdat die niet bederven. Maar het lukte niet. Propolis lost onvoldoende op. En de geur van het spul is ‘te subtiel’. Niet te ‘vangen’, met andere woorden. Ambachtelijk zeepmaakster Margot Rutten van SOaP7 in Tynaarlo zoekt al enige tijd naar een geur die onloochenbaar bij Drenthe hoort. Propolis viel af. De ‘complexe’ speurtocht gaat echter door. Ze is er ‘nog niet klaar mee’.

Rutten (45) heeft desondanks wel al een ‘Drenthezeep’ in haar assortiment. Maar de bijenwas, melisse, lindebloesemhoning en andere ingrediënten in die zeep belichamen naar haar gevoel nog niet de ultieme geur van de provincie. Toch houdt ze het gevoel dat bijen de sleutel zijn tot die geur. Heideland Drenthe was immers lange tijd een eldorado voor bijenhouders. Tot de Tweede Wereldoorlog waren er duizenden imkers actief. Dat aantal is weliswaar geslonken tot enige honderden, vooral hobbymatige imkers maar de bijen en hun honing zijn volgens Rutten niettemin een kenmerk van Drenthe gebleven. ‘Misschien moet ik toch nog eens echte heidehoning in mijn Drenthezeep proberen, al dan niet in combinatie met hier veel voorkomende kruiden en bloemen.’ Goudsbloem en salie bijvoorbeeld, twee compon…

Trefwoorden