Een aangepast plan van een verbeterd plan van een plan. Het in december 2009 vastgestelde Ontwerp Omgevingsvisie Drenthe beschrijft het provinciaal ruimtelijk-, milieu-, water- en verkeersbeleid en is de vervanger van het Tweede Provinciale Omgevingsplan. Na kritiek van burgers en natuur- en milieuorganisaties, ligt er nu het Aangepaste Ontwerp Omgevingsvisie Drenthe.

Ik vond het vermakelijk het ambtelijke bestel zo aan te zien prutsen, tot ik zelf een plan had voor mijn omgeving. Ik probeerde de Erfwijzer Steenuil te volgen, een handleiding om meer van deze uiltjes op je erf te krijgen. Het aantal broedgevallen van de steenuil is de laatste veertig jaar dramatisch afgenomen: in Groningen zijn het er naar schatting zo’n 20 en in Friesland nog maar 12.
In de Erfwijzer staan vijf regels waar je je aan moet houden: zorg voor een gevarieerd aanbod aan voedsel, geschikte nestgelegenheid, schuilplekken, jaagplekken en veiligheid. Muizen en vogeltjes voeren we bij en tijdens het opschonen van de vijvers tellen we elk jaar meer kikkers en salamanders. De lichten blijven ’s nachts aan om meikevers te lokken, die kamikazeacties tegen de ramen voeren, dit tot groot vermaak van de katten binnen. We hebben een steenuilenkast in de meidoornhaag gehangen – netjes in het verlengde van de tak, anders vallen de kuikens naar beneden – en holtes in de oude lindes gehakt. Voor de veiligheid hebben we tegen marters schrikdraad met hoog voltage om de tuin gespannen, alle waterbakken afgedekt met gaas en de katten wijsgemaakt dat uiltjes heel vies smaken. We hebben notenbomen geplant, een boomgaard aangelegd, ruigtes niet gemaaid, hagen laten doorschieten, houtwallen gestapeld, vijvers gegraven en extra afrasteringpaaltjes als uitvalsbasis in de grond gemept. Allemaal dingen die steenuiltjes aantrekkelijk vinden.
Van de winter blafte een uiltje als een klein hondje in de meidoorn. Nu broedt er een spreeuw in de nestkast en zijn de lindes bevolkt door holenduiven. In geen velden of wegen is nog een steenuil te bekennen.
Sir Peter Scott, natuurbeschermer, vogelschilder en medeoprichter van het WNF, begon tien jaar geleden een wetland park in hartje Londen. Het is alsof iemand het Lauwersmeergebied heeft opgepakt en boven de stad Groningen weer heeft losgelaten. Het Engelse gedeelte is prachtig en wordt bezocht door wilde vogels, die er broeden of tijdens de trek uitrusten. Verder zijn wetlands van andere werelddelen nagemaakt, met bijbehorende vegetatie en watervogels. Deze worden voornamelijk bevolkt door wilde eenden, waterhoentjes en meerkoeten die de oorspronkelijke soorten verjagen met hun agressieve gedrag. Een overdaad aan kunstwerken van gerecycled materiaal maakt het meer een beeldentuin dan een natuurgebied.
Het is prettig te zien dat zelfs de grootste natuurbeschermers in al hun goedheid halfbakken werk leveren. Het mooie aan een falend beleid is dat er altijd wel iemand beter van wordt, of dat nou een eend, waterhoentje, holenduif, of spreeuw is. Zeker nu de spreeuw hard achteruitgaat en de holenduif het in het Noorden ook maar matig doet. Het wachten is op een Ontwerp Aangepaste Erfwijzer Steenuil, waarin deze twee soorten ook zijn opgenomen, zodat het plan toch nog een succes wordt.

Trefwoorden