Terwijl u en ik genoten van een welverdiende vakantie, berichtten sommige Nederlandse media over een wonderlijk maar vooral onrustbarend fenomeen. In de provincie Friesland zouden stelselmatig roofvogels worden uitgemoord! Ja, u leest het goed. Volgens de Friese Milieu Federatie zijn er in de eerste zes maanden van 2010 meer dan honderd roofvogels moedwillig omgebracht. En dat terwijl alle roofvogels al sinds 1941 wettelijk beschermd zijn.

Vooral de buizerd, bruine kiekendief en havik zijn de klos. De moordenaars hanteren verschillende methoden. Ze werken met gif, gooien nesten met eieren of jongen uit bomen, vernielen eieren of halen die uit, doorzeven nesten met een schot hagel en zagen nestbomen om. De Friese Milieu Federatie stelt dat de aantallen in werkelijkheid veel hoger moeten zijn. Niet heel Friesland is onderzocht en ook wordt niet van elk incident een melding gedaan. Hoe dan ook: met dit aantal van meer dan honderd staat Friesland boven aan de lijst van meest roofvogelonvriendelijke provincies.
Hoe kan dit? Wie wil deze majestueuze vogels nu stelselmatig ombrengen? Wat doen die roofvogels dan verkeerd? En hoe kan het dat we hier ineens over horen? Na even speuren op het internet blijkt dat het doden van roofvogels geen nieuw fenomeen is, maar al decennia – en wellicht al eeuwen – gebeurt. Er is zelfs een officiële term voor: roofvogelvervolging. Het komt in meer Nederlandse provincies voor, en ook andere Europese landen hebben ermee te maken. Wel wijkt de schaal af waarop de vervolging plaatsvindt. Zo is het aantal incidenten in Duitsland in tien jaar tijd gelijk aan het aantal in Friesland in een jaar!
Politie en roofvogelonderzoekers kijken naar de weidevogelbeschermers. In deze kringen heerst de opvatting dat de roofvogels alle weidevogels opeten. Uit onderzoek naar de achteruitgang van weidevogelpopulaties blijkt echter dat de intensivering van de landbouw hiervan de hoofdoorzaak vormt. En vanuit de hoek van de predatoren vormen vossen en katten een veel grotere bedreiging voor weidevogels dan roofvogels. Ook het huidige subsidiebeleid zou bijdragen aan de roofvogelvervolging, dat is namelijk gekoppeld aan het aantal nesten van weidevogels op het land. Dit kan mensen doen besluiten om belagers van nesten te doden.
Het imago van de roofvogel is traditioneel niet al te best. ‘Roven’ heeft immers een negatieve klank. Vroeger dachten we dat roofvogels een bedreiging vormden voor andere dieren. Zelf leefde ik echter in de waan dat dit negatieve imago al sinds de jaren zeventig sterk verbeterd is, min of meer gelijklopend met de verbetering in de roofvogelstand. Ik dacht dat iedereen, net als ik, blij wordt van vliegende, biddende of op paaltjes rustende roofvogels. Dat we allemaal staan te juichen als er van de zeearend, vijf jaar na zijn rentree in de Oostvaardersplassen, ‘verliefde paartjes’ in ons ‘eigen’ Lauwersmeergebied worden gespot.
Maar blijkbaar geldt dit niet voor elke vogelliefhebber. Hoe lang zou het nog duren voordat de weidevogelbeschermer de roofvogelliefhebber ervan beschuldigt verantwoordelijk te zijn voor de achteruitgang van de weidevogelstand?

Trefwoorden