Je kunt er gewoon op wachten. Op het echtpaar dat op de elektrische fiets een knooppuntroute doet en zich omstandig over de kaart buigt om vooral niet te verdwalen in het getallenwoud. Op het clubje grijze racefietsmannen in het tenue waarin Gerrie Knetemann nog eens een touretappe gewonnen heeft. Op de kalm om zich heen kijkende Opel Astra-rijder (gut, wat is het hier toch mooi) en op de haastig grommende pick-up van de bouwer uit de buurt. En ja hoor, daar is ook de lokale brommerjongen al. Hoog op de wielen, modder op de spatborden. Wel vier keer scheurt-ie voorbij, van links naar rechts, van rechts naar links, telkens even spiedend. Wat zit die vent aan de picknickbank toch allemaal op te schrijven?

Je kunt er gewoon op wachten.
Op het echtpaar dat op de elektrische fiets een knooppuntroute doet en zich omstandig over de kaart buigt om vooral niet te verdwalen in het getallenwoud. Op het clubje grijze racefietsmannen in het tenue waarin Gerrie Knetemann nog eens een touretappe gewonnen heeft. Op de kalm om zich heen kijkende Opel Astra-rijder (gut, wat is het hier toch mooi) en op de haastig grommende pick-up van de bouwer uit de buurt.
En ja hoor, daar is ook de lokale brommerjongen al. Hoog op de wielen, modder op de spatborden. Wel vier keer scheurt-ie voorbij, van links naar rechts, van rechts naar links, telkens even spiedend. Wat zit die vent aan de picknickbank toch allemaal op te schrijven?

De vent schrijft vandaag allemaal op wat er hier zoal gebeurt op het kruispunt bij de IJzeren Klap in Lageland.
Wat betreft vandaag: een wolkendek dat langzaam voortdrijft op een zacht briesje, tegen de twintig graden, fijn nazomerweer.
Wat betreft Lageland: pakweg twee meter onder NAP, pakweg tweehonderd inwoners. Al kan dat laatste maar zo veranderen. Een pontificaal bord langs het Slochterdiep heeft het immers over Meerstad, de IJsbaanlocatie. IJsbaan? O ja, kijk daar. Het weilandje met de lantaarnpalen, tegenover het café dat net als de brug De IJzeren Klap heet.
Op het bord staat een foto van een weiland met een slootje tot de einder. Het liegt de toekomst. Want zouden ze al die huizen hier bouwen dan bleef er geen weiland meer over. Laat staan een slootje. Maar voorlopig zijn het er nog maar een stuk of vijf aan een doodlopend geasfalteerd straatje dat Langebaan heet.
Langebaan. Wie zou dat nou weer verzonnen hebben? Verder wat betreft het kruispunt: de weg van Harkstede naar Luddeweer en de weg van Groningen naar Slochteren langs het Slochterdiep. De Klap ten slotte: een fraai witgeschilderd gietijzeren gevalletje.
Het is een doe-het-zelfbrug trouwens. Kun je dus ook op wachten: het motorvletje dat afmeert en de schipper die de zaak eens peinzend overziet. Aha, daar: het controlepaneel aan het paaltje. Eerste schakelaar: de rode lichten gaan knipperen, tweede schakelaar: met de hand een voor een de slagbomen sluiten, volgende schakelaar: de Klap die zich traag verheft. Fluitje van een cent, de gebruiksaanwijzing staat erbij. ‘Bedien de brug volgens de tekst bij het oplichtende lampje. In de JUISTE VOLGORDE AFWERKEN.’
Hup, daar gaat de schipper al. Nu meert hij af aan de andere kant van de brug, herhaalt alles in omgekeerde volgorde en vaart weer verder. We zwaaien nog even.
Zo. Dat was me wat. Twee fietsers en één auto hebben er wel vijf minuten bij stilgestaan.
En verder? Verder is het al verleden tijd: aardbeving bij Lageland, 2.1 op de Schaal van Richter, diepte 3 kilometer. Vrijdag 16 augustus was het, even na half twee ’s middags. Een drieregelig berichtje in een enkel krantje. Meer niet.
Twee punt één. Waar hebben we het dan over? Je kunt het zittend aan het bankje opzoeken. Met de telefoon kan tenslotte alles tegenwoordig, ook in Lageland.
‘Beschrijving: zeer licht. Uitwerking: meetbaar; wordt slechts door weinig mensen waargenomen onder gunstige omstandigheden; hoogstens enkele (zeer) lichte objecten kunnen bewegen; vrijwel nooit enige vorm van schade. Energie: bom uit de late Tweede Wereldoorlog.’
En dat je het anders kunt bekijken vind je ook. Dat één op De Schaal een massa van duizend kilo is die van honderd meter naar beneden valt. Dat iedere volgende stap een factor dertig is, begrijp ik dat goed? Twee op de schaal betekent dus dertig keer duizend. (En drie dus dertig maal dertig keer duizend.)
Duizend kilo? Doe maar een Skoda Fabia. Honderd meter? De Martinitoren, op een haar na.
Die Martinitoren kun je vanuit Lageland trouwens goed zien. Net als de nieuwe Tasmantoren. Een norse, onverbiddelijke soldaat aan de stadsrand, 75 meter hoog, 23 gitzwarte verdiepingen. Met zwembad en fitnessruimte: luxe XXL, zegt de makelaar.
Van hier tot daar: een kilometer of zes, zeven. Hemelsbreed. Met een beetje verrekijker kunnen ze me hier zien zitten.
De picknickbank staat onder een boom op een grasveldje tegenover de brug. Het is er prima zitten. De wereld trekt vanzelf voorbij. De forens komt thuis, de kinderen worden van school gehaald, de boodschappen worden uitgeladen. En hoor, daar komt de brommer ook weer aan.
De volgende. Je kunt er gewoon op wachten. Wanneer, hoe lang, hoe diep, hoeveel Skoda op de schaal van Richter? Het gebeurt vanzelf. Alleen wanneer, dát weet je niet.
Kopjes die rinkelen op tafel. Hoogstens. De scheur die gisteren nog niet in de keukenmuur zat. Vrijwel nooit. Het bovenraam dat plots klemt. Onder omstandigheden.
Zo’n beving als in Lageland schijnt jaarlijks wereldwijd trouwens zo’n duizend keer per dag voor te komen, lees je. Dat kun je als een geruststelling opvatten. Twee punt een: dagelijkse kost.
Maar je kunt er, zittend op een bankje bij een kruispunt, ook heel anders over denken. En vanachter die verrekijker in de Tasmantoren ook.

Trefwoorden