'De Drentsche Aa is niet uniek.' Hoogleraar ecologie Ab Grootjans kijkt een tikje uitdagend de zaal in, benieuwd hoe zijn verbale bommetje ontploft in een gezelschap van mensen die allemaal van de Aa houden. Welkom bij het congres 'Het experiment van de Drentsche Aa' in Zeegse.

‘De Drentsche Aa is niet uniek.’ Hoogleraar ecologie Ab Grootjans kijkt een tikje uitdagend de zaal in, benieuwd hoe zijn verbale bommetje ontploft in een gezelschap van mensen die allemaal van de Aa houden. Welkom bij het congres ‘Het experiment van de Drentsche Aa’ in Zeegse.

Het publiek lacht om Grootjans’ uitspraak en luistert vervolgens geïnteresseerd naar zijn verhalen over andere ‘unieke’ beekdalen in Europa. Groter en woester vaak dan het beekdal van de Aa; in Polen en in de voormalige DDR. Maar, zegt Grootjans, de drie mannen die in 1965 het Gedachtenplan van de Drentsche Aa bedachten, die zijn wél uniek. ‘Harry de Vroome, Freek Modderkolk en Edgar Stapelveld, dat zijn mijn helden.’ Zij stelden met dit plan, dat uiteindelijk tot het prachtige beek- en esdorpenlandschap zou leiden, hun carrière in de waagschaal. Zo gedurfd was het.

Landschapsbiografie

De lezing van Grootjans is een van de vele tijdens het drukbezochte congres waarbij wordt stilgestaan bij vijftig jaar Gedachtenplan Drentsche Aa. In dat plan werd op volstrekt nieuwe wijze gekeken naar behoud en ontwikkeling van het gebied, waarbij de nadruk lag op natuur, cultuurhistorie en recreatie. Uiteindelijk vormde het Gedachtenplan het fundament voor het Nationaal park en Nationaal Landschap Drentsche Aa.

Ruim driehonderd bezoekers trotseerden de hitte en zagen eerder op de dag hoe de Landschapsbiografie van de Drentsche Aa werd gepresenteerd. Een drieënhalve kilo wegend boek, waarin de geschiedenis, geografie, natuur, ecologie, geologie en archeologie van het gebied uitputtend beschreven worden. Theo Spek, hoofd van het Kenniscentrum Landschap aan de RUG en een van de redactieleden van het boek, hamert in zijn openingslezing op de noodzaak van interdisciplinair onderzoek. In het gebied zelf zie je, zo zegt Spek, een toenemende vervlechting van allerhande functies en belangen. Vanuit een collectieve verantwoordelijkheid ontstaan nieuwe vormen van samenwerking. Bewoners raken bijvoorbeeld steeds meer betrokken bij natuurbeheer, vertelt Spek. Zo wordt het Drentsche Aa-gebied een living lab waarin ruimte is voor onderzoek en experiment.

Donderen

’s Middags, het is inmiddels een graad of 35, zijn verschillende excursies georganiseerd. Een groepje congresgangers wordt bij Donderen terug gekatapulteerd in de tijd, ver voor living labs en gedachtenplannen. De mensen kijken in de brandende zon hoe bodemkundige Gerrie Koopman in een kuil met een troffeltje voorzichtig de afzettingen van de verschillende ijstijden aanwijst. Deze zogenaamde steilrand, een overblijfsel van een zandafgraving, laat zich lezen als een alternatieve landschapsbiografie. In een schrift van zacht poesjeszand en brokkelig keileem. Hier zien we het begin van het Drentse landschap, waarin uiteindelijk ook het beekdal van de Aa kon ontstaan. En dat voelt toch wel behoorlijk uniek.

Aanbieding

Op 2 juli vond in Zeegse het congres Het Experiment van de Drentsche Aa plaats. De Landschapsbiografie van de Drentsche Aa is uitgeven door Van Gorcum in Assen. Onder lezers van Noorderbreedte worden drie exemplaren verloot. Lees hier meer over in Noorderbreedte #3. Van Gorcum biedt abonnees van Noordebreedte tot 1 augustus een korting aan op het boek. U betaalt dan € 28,50 (exclusief € 3,50 verzendkosten) in plaats van €34,50. Bestel het boek via klantenservice@vangorcum.nl