Het is 4 mei, de dag waarop we stilstaan bij de slachtoffers van de WO II. Het is een dag om de mensen te herdenken die hun leven gaven voor onze vrijheid. Gids Henk Bakker gaf ons daarom een rondleiding over de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Langs belangrijke maar vaak onbekende verzetsstrijders.

Vanavond om 18.45, voorafgaand aan de dodenherdenking, vertrekt de Stille Tocht vanaf de Hereweg in Groningen naar het Martinikerkhof. De tocht voert ons langs de rooms-katholieke begraafplaats aan de Hereweg. Laten we, waar we normaal rechtdoor gaan, eens linksaf slaan de begraafplaats op. We lopen de statige laan in die wordt omringd door hoge bomen. De drukke weg en moderne gebouwen verdwijnen hier naar de achtergrond. De graven staan schots en scheef. Sommige zijn nauwelijks herkenbaar, andere nog zo statig dat je op eerbiedige afstand blijft.

Op deze begraafplaats liggen achttien verzetsstrijders. Stadsgids Henk Bakker staat klaar om hun verhaal te vertellen. Het waren hele verschillende mensen, vertelt hij, met uiteenlopende beroepen zoals advocaat, raadslid, stuurman, elektricien, verpleger, winkelier en politieagent. Zonder gids zou je ze zonder twijfel voorbijlopen want ze hebben geen speciale markering. Sommige vallen op door de rode letters op de witte steen, misschien dat het iets betekent? Volgens Henk zou het net zo goed mode geweest kunnen zijn.

Arend Albert van Essen 1890 – 1944

Wie ook met ons meeloopt is Arend van Essen, kleinzoon van een van de verzetsstrijders. Hij neemt ons mee naar het sobere, grijze graf van zijn opa Van Essen. Zelf heeft hij zijn opa nooit gekend, en zijn ouders wilden ook maar weinig kwijt over de oorlog. Dus is hij zelf op onderzoek uit gegaan, dat kost tijd maar uiteindelijk geeft het ook veel voldoening. ‘De beste heling voor de derde generatie is kennis,’ zegt hij.

Van Essen was lid van het verzet en bewaarde wapens in de houtfabriek waar hij werkte. Samen met zijn familie, een samengesteld gezin met zeven kinderen, woonde hij aan het Winschoterdiep in Groningen.

Het is negen uur als ze iemand achterom horen lopen. De avondklok is ingegaan en het gezin met de vijf kinderen die nog thuis wonen zit binnen. Van Essen loopt meteen de woonkamer uit, naar de achterdeur. Even is het stil, dan horen de gezinsleden vijf schoten. Achteraf blijken die gelost te zijn door Jozef Kindel, medewerker van Duitse politieorganisatie S.D. Hij werkte bij het Groningse Scholtenhuis en was betrokken bij vele oorlogsmisdrijven.

Arend van Essen wordt de kamer in gedragen en er wordt al snel geconstateerd dat hij is overleden. Vanwege de avondklok kan de dokter echter pas de volgende dag de dood vaststellen. Later vertelt zijn vrouw Jantje dat het bij haar niet bekend was dat haar man in het verzet zat. ‘Maar het zou goed kunnen, want als het zo was zou hij het me ook niet vertellen,’ verklaart ze.

Annie Heideveld-Buringa 1902- 1945

Schuin achter de opa van Arend van Essen ligt een bijzondere vrouw begraven: Annie Heideveld-Buringa. Ze was lid van de Communistische Partij van Nederland en heeft daarom lange tijd geen erkenning gekregen voor haar verzetsdaden. Ze was een belangrijk persoon voor het verzet in Groningen. Vrouwen werden door Duitsers over het algemeen toch minder verdacht. Buringa verspreidde als koerierster de verzetskrant De Waarheid. Soms verplaatste ze wapens door ze in haar kinderwagen te stoppen.

Buringa overleefde de oorlog, maar overleed twee weken na de bevrijding van Groningen door domme pech. Iemand van de Binnenlandse Strijdkrachten die zijn geweer zat schoon te maken liet het per ongelijk afgaan en trof Buringa in haar maag,

Leendert Martinus van Noppen 1917-1945

Terwijl het zachtjes regent lopen we verder over de begraafplaats. Af en toe zoekt Bakker naar het juiste graf, dan lopen we een stukje terug of wringen we ons langs een ander graf om bij het goede aan te komen. Aan de rand van de begraafplaats liggen twee graven dicht bij elkaar. Leendert Martinus van Noppen, naar wie later ook een straat is vernoemd en J.L. Sterk. Van Noppen was werkzaam bij de brandweer en lid van het gewapend verzet KP (knokploeg). Hij werd neergeschoten tijdens zijn arrestatie en overleed in het Huis van Bewaring in Groningen. ‘Stervende werd hij nog ondervraagd doch hij zweeg’, staat er nog op zijn archiefkaart geschreven. Naast van Noppen ligt J.L. Sterk, hij was geen verzetsstrijder maar werd wel vermoord door de Duitsers. Hij had namelijk een postzegelverzameling die de interesse had van de SS’er Lehnhoff.

De begraafplaats nam ons even mee, terug in de tijd. De namen, sterfdata en korte spreuken kregen een verhaal en worden tastbaar. Zo denk ik straks om acht uur aan Noppen, Buringa en Van Essen en alles wat ze voor onze vrijheid hebben overgehad. We lopen weer richting de poort, de bewoonde wereld in. We bedanken Henk Bakker en vragen hem wanneer we moeten betalen. ‘Aan verzetsstrijders wil ik niet verdienen,’ antwoord hij. ‘Laat het een eerbetoon zijn.’