De gemeenteraad van Assen stemde in februari in met een voorbereidingskrediet voor de ontwikkeling van de FlorijnAs. Daarmee wil de stad haar snelle groei ruimtelijk in goede banen leiden. ‘Groot en complex voor Asser maatstaven’, noemt het gemeentebestuur het project zelf.

Assen is de snelst groeiende stad van Noord-Nederland en stoomt volgens de stadsbestuurders in hoog tempo door van bijna 67.000 nu naar 80.000 inwoners in 2030. Zij hebben daarom het Gronings-Rotterdamse bureau De Zwarte Hond vorig jaar de opdracht gegeven een nieuwe visie op de stad te ontwikkelen. Centraal daarin staat dat Assen een ‘nieuwe ruggengraat’, de zogeheten FlorijnAs, nodig heeft waarlangs het zich verder kan ontwikkelen. Deze as vergroot bovendien de bereikbaarheid, essentieel gezien de bij de groei horende toename van werkgelegenheid, mobiliteit en toerisme.
Waaruit zal die FlorijnAs nu concreet bestaan? Om te beginnen komt er in Assen-Zuid ruimte voor bedrijven, recreatie en toerisme, en een nieuw station in de omgeving van het TT-circuit. Verder verandert de belangrijke verkeersader Overcingellaan in een ‘stadsboulevard’ die meer verkeer kan verwerken; dat maakt de omstreden voltooiing van de rondweg door het kwetsbare Drentse Aa-gebied overbodig. Ten derde vormt de omgeving van het huidige station over twintig jaar een geheel nieuwe entree van de stad, met een plein tussen station en Stationsstraat, waar de Overcingellaan onderdoor gaat. Ook is het Kanaal dan weer een doorgaande vaarverbinding, is het bedrijventerrein in het centrum opgeknapt, is het aantrekkelijk wonen in het naastgelegen Havenkwartier en liggen er nieuwe fietsroutes. En: de natuur in en om Assen krijgt veel aandacht. De FlorijnAs vormt straks een ‘rits’ tussen stad en landschap, heet het in de plannen.
PvdA-wethouder Jaap Kuin (voor de raadsverkiezingen) is razend enthousiast: ‘De FlorijnAs draagt bij aan een stad waar je graag bent. Een stad in het groen. Sociaal, duurzaam, aantrekkelijk en Assens. Bereikbaarheid speelt daarin een grote rol. Het is mijn droom om Assen weer een stuk mooier te maken. Om een aantal fouten uit het verleden te herstellen, zoals het station. Ik ben er trots op dat we daarmee bezig zijn.’

Profijt van Zuiderzeelijngeld

Het totale Asser project kost anderhalf miljard euro. Daarvan komt 220 miljoen euro uit het compensatiebudget voor de Zuiderzeelijn. Assen profiteert er daarmee maximaal van dat de bestuurlijk ooit vurig gewenste snelle verbinding van de Randstad met het Noorden niet doorgaat. Zonder een substantieel deel van de 2,16 miljard euro bevattende troostgeldpot, vallen de peperdure plannen vrijwel zeker niet te realiseren.
Jan Oosterhaven, hoogleraar regionale economie aan de RUG, noemde Drenthe destijds al spekkoper. Het kreeg veel compensatiegeld toegezegd, terwijl het profijt van de Zuiderzeelijn voor deze provincie gering zou zijn geweest. De Drenthen hebben zeer slim gelobbyd, kun je wel zeggen. Toen bekend werd dat het vervangende pakket voor Assen (en ook Emmen) zeer gunstig uitpakte, was de stemming in Provin-ciale Staten van Drenthe bijna euforisch. Om de snelle trein werd geen traan meer gelaten.
Wel ontstond in februari, na de val van het
kabinet, nog even ongerustheid over de hardheid van de gedane financiële toezeggingen. Maar de Groninger commissaris van de koningin Max van den Berg liet al snel weten dat grote lopende projecten in het Noorden geen gevaar zouden lopen.
Inmiddels blijkt uit een briefwisseling tussen provincie en gemeente dat provinciaal en gemeentebestuur nog wel een stevige discussie moeten voeren over de aansluiting van Assen-Zuid (met name het bedrijventerrein en het nieuw aan te leggen station) op de te verdubbelen N33. De provincie wil niets weten van een aansluiting aan de oostkant van de spoorlijn, zoals blijkt uit een brief van Gedeputeerde Staten van 18 november 2009. Die kan ‘in verband met de belangen van het Nationaal Landschap Drentsche Aa niet aan de orde zijn’. Daarbij zou er volgens Gedeputeerde Staten onvoldoende inzicht zijn in de financiële
risico’s van de gemeentelijke plannen. In elk geval valt op dat, waar Emmen een bureau de financiële implicaties van een ingrijpend centrumproject op een rij liet zetten, Assen dit tot op heden niet heeft gedaan.

Trendbreuk

Reinder Hoekstra, directeur van de Milieu-
federatie Drenthe, is tegenwoordig nog net zo verbaasd over deze bestemming van Zuiderzeelijngelden als destijds Jan Oosterhaven. ‘Een onnavolgbare keuze’, stelt hij. ‘Verschillende gemeenten hebben zich gemeld voor een substantieel deel van dat geld, dat nu voor een belangrijk deel naar Assen en Emmen gaat.’ Inhoudelijk oordeelt Hoekstra overwegend positief over de plannen. ‘Er is in het Asser beleid sprake van een trendbreuk. Op basis van een goede visie wordt de bestaande stad versterkt. Er is geen sprake meer van grootschalige uitbreidingsplannen aan de stadsranden, maar van een doordachte inbreiding, bijvoorbeeld door woningen te bouwen in het havengebied. De daar op een verouderd
bedrijventerrein gevestigde bedrijven kunnen verplaatst worden. Assen-Zuid komt daar ook voor in aanmerking.’
Evenals de provincie plaatst de Milieu-
federatie Drenthe vraagtekens bij de ontwikkeling van Assen-Zuid. Hoekstra: ‘Het gemeentebestuur wil hier zó veel dat het maar de vraag is of al die ambities in dit gebied gecombineerd kunnen worden.’ En, vindt hij met de provincie: ‘Assen-Zuid moet in ieder geval een zodanige landschappelijke inpassing krijgen dat het de waarde van het Drentse Aa-gebied verder versterkt.’

Trefwoorden