Als je op Terschelling doorrijdt richting Boschplaat en afslaat richting Wad, precies daar waar je Ameland in het vizier krijgt, vind je de wilde zeeaster. Op gympen hopt Flang Cupido over de natte kwelder en plukt voor ons smalle, stevige blaadjes. Ze smaken intens groen, alsof de hele fotosynthese zich ineens aan je openbaart. Spinazie in het kwadraat, maar dan met het klontje zoute boter er al bij in. Zeeaster vind je bij de visjuwelier onder de naam lamsoor. Lamsoor groeit ook langs de Waddenkust van Terschelling, maar is stomper van vorm en stugger. ‘Lamsoor ligt lekkerder in het gehoor, dat zal het wel zijn’, zegt Cupido. Als de zeeaster bloeit kleurt de hele kwelder paars, zoals de lavendelvelden in Zuid-Frankrijk. Hij wordt deze zomer geteeld in de zilte tuin bij Lies, initiatief van een eilander collectief waar Cupido een van de trekkers is. Meer uit de natuur eten brengt meer besef van die natuur, van de beschikbaarheid en van de kwetsbaarheid. Cupido: ‘Ik houd van de verbazende eenvoud van eten uit de natuur. De bermen staan hier vol met kraailook, de kust ligt vol heerlijke oesters, de weilanden staan vol paardenbloemen, heerlijk in gelei. Dat wil ik mensen laten proeven.’
Flang Cupido – Hoorn, te Terschelling geboren en getogen – heeft in zijn paspoort de namen Willem Andries staan, maar iedereen kent hem bij zijn bijnaam. Hij is drievoudig wereldkampioen snertkoken, stichtte de roemruchte strandtent Heartbreak Hotel en geeft nu kookworkshops. Zijn culinaire Wadlooptocht is het meest geboekte arrangement: wildplukken van flora en fauna uit zee, en daarna met behulp van een fijn vuurtje de oogst bereiden. Over de dijk bij Lies vinden we zeeslakken, oesters en eetbare zeewieren als zee-eik en zeesla, veel gebruikt in Cupido’s pannen. Aan de eilander zijde van de dijk ligt een versgeploegd landje braak. Op het veldje komt deze zomer onder andere zeeaster, zoute melde, ijskruid en zeevenkel. IJskruid is een knapperig blad met een kristallen wolletje. Zeevenkel is de zilte variant van de knolvenkel, zoute melde de zoute zus van het – tevens eetbare – onkruid dat je vaak uit de tuin wiedt en zeekraal is bekend als dat sappige zoutbommetje.
Deze zomer wordt in het klein begonnen om uit te zoeken welke groenten het goed doen en welke het meest in de smaak vallen, om volgend jaar uit te breiden. Twee hectare staat er ter beschikking voor de tuin. De horeca van het eiland sprak zo massaal uit met deze groenten te willen werken, dat de Waddenacademie er voldoende heil in zag om een startsubsidie te verstrekken. Terschelling streeft ernaar in 2020 onafhankelijk van fossiele brandstoffen te zijn. ‘Ben ik helemaal voor’, zegt Cupido. ‘Drie windmolens en we zijn er. We moeten de wereld goed achterlaten, we kunnen niet anders.’ Maar zelfvoorzienend in voedsel, dat is het eiland voorlopig nog niet. ‘Er gebeurt wel steeds meer: eigen varkens, rundvlees, melk, kaas. Dat gebruik ik zelf ook zo veel mogelijk. En ik heb mijn eigen moestuin.’
Helemaal nieuw is de teelt van zeegroenten niet. Aan de Friese waddenkust gebeurt het al en op Texel beproeft Marc van Rijsselberghe al langer zijn succes met zeegroenten. Met zijn ervaringen steunt hij de Terschellinger proeftuin. Cupido: ‘Het toerisme hier is ontstaan bij de boeren, die gasten ontvingen in het hooi en met hen gingen vissen, de zee ruiken en proeven. We zijn vergeten waar de bron ligt, daar wil ik naar terug.’