Was hij met een Friezin, of een Drentse, dan was hij hoogstwaarschijnlijk niet begonnen aan dit avontuur. Maar David Ekkers (33) deelt zijn leven met de Braziliaanse Marina. De twee evolutiebiologen kochten 231 hectare regenwoud aan de oostkust van Brazilië. En werden daarmee natuurbeschermers.
Het
begon met de wens om niet te ver van de familie in Marina’s geboortestad São
Paulo een eigen stek te hebben. In 2014 kreeg David Ekkers, promovendus aan de
universiteit van Groningen, een stevige burn-out. Terwijl hij weer opkrabbelde
gingen ze serieus op zoek. Ze stuitten op een enorme lap Atlantisch regenwoud,
op vier uur rijden van São Paulo. De nabestaanden van de overleden eigenaar
wilde ervanaf. ‘Het Atlantisch regenwoud ligt langs de hele oostkust en is nog
bedreigder dan ander regenwoud’, vertelt Ekkers. ‘Het is in een veel verder
stadium van ontbossing. Die is daar al tijdens het kolonialisme gestart en er
zijn nog maar een paar snippers intact.’ Hun woud is deel van zo’n snipper. Het
kostte slechts 250 duizend reaal (45 duizend euro), maar wel inclusief een paar
jaar administratief en juridisch gedoe om de grond op hun naam te krijgen. Half
september waren de eigendomspapieren eindelijk voor elkaar.
De biodiversiteit is rijk
in het natuurgebied met kenmerken van zee- en landklimaat. Er groeien
orchideeën en bromelia’s. Er leven kolibries en toekans. Net als
zeeschildpadden, apen, krokodillen, panters en buideldieren. Muggen en andere
steekbeesten ook, die hen lekprikken. En giftige slangen. Als diehard biologen
kunnen zij ertegen. Ekkers: ‘Dit is de mooiste plek op aarde, we waren direct
verliefd toen we hier voor het eerst kwamen. We hadden het gevoel: hier horen
wij te zijn, dit is ons plekje.’
Zo’n bijzonder bezit schept
verplichtingen. David en Marina voelen natuurbescherming als een
roeping. Daarom maken ze van hun regenwoud een privé-reservaat. ‘In Brazilië is
dat een officiële juridische status voor land dat je wilt beschermen. Dan mag
je het niet meer aanraken.’ Wat wel mag is percelen laten leasen. ‘Volgens de
wet moet twintig procent van de grond van boeren in het Atlantisch regenwoud
inheemse natuur zijn. Als ze dat zelf niet halen, mogen ze elders compenseren.
Wij onderzoeken nu hoe de conservatiemarkt werkt. Het systeem is nog niet zo
booming. Maar wij zouden het geweldig vinden om via die lease-opbrengsten meer
regenwoud te kopen en te behouden, en bij de lokale boeren draagvlak voor
natuurbehoud te kweken.’
Davids burn-out indachtig nemen ze de tijd voor hun missie. Ook omdat
conservatie iets van lange adem is. En er moet ook eerst weer wat geld in het
laatje komen. Marina is fulltime onderzoeker aan de universiteit van Oldenburg,
David vond onlangs een baan als ecologisch adviseur bij een bureau in Haren.
‘De grond in Brazilië was weliswaar goedkoop, maar door de administratieve
rompslomp en doordat we er een huis hebben gebouwd, zijn we wel blut nu.’
Op locatie in Brazilië houdt een opzichter de wacht. Hij zwaait regelmatig met
een machete door het groen. ‘Anders zien we het huis straks niet meer.’ David
en Marina hebben ook voor de opzichter een huis gebouwd. Het stel wacht in
Groningen op de komst van hun eerste kind. Sowieso vliegen ze, uit
milieuoogpunt, niet vaker dan een keer per jaar naar Brazilië. Ekkers: ‘Ik heb
uitgerekend dat ons regenwoud elk jaar 22 retourvluchten aan CO₂ opneemt.
Daarvan gebruiken wij er dus twee.’