- Mestvergisting leidt tot forse reductie stikstofuitstoot veehouderij
- Leer van experiment met groen gas in Dearsum uit 1988
- Kostbaar Gronings gas voor 1,3 miljoen huishoudens verdwijnt in kunstmestfabriek
Wat in Dearsum met de vierhonderd koeien van schaatskampioen Ids Postma mogelijk is, kan ook de toekomst zijn voor het overige Nederlandse vee. In dit Friese dorp hoopt de Stichting Duurzame Energie Dearsum een vervolg te geven aan het energie-experiment dat er kort voor de eeuwwisseling van start ging. De ervaringen van toen helpen nu.
De stichting is al die tijd een warm pleitbezorger gebleven van groene energie. Ze ijvert voor plaatsing van mestvergisters. Het mes zou aan twee kanten snijden: er is een oplossing voor de stikstofproblematiek en er is een schat aan groen gas als duurzame energiebron. Als we alle mest in Nederland vergisten, hebben we voldoende groen gas om in een kwart van alle woningen de kachel en het fornuis te laten branden. Mest wordt zo een product van waarde.
‘Als het lukt om alle dierlijke mest in Nederland de eigenschappen van kunstmest te geven, is halvering van de veestapel niet meer nodig.’ Dat betoogt bestuurslid Taeke Tjalle Boersma uit Zuidhorn, die al vanaf het begin betrokken is bij het vergistingsproject in Dearsum. Mest vergisten levert volgens hem goede kunstmest, waarbij nog slechts een vijfde deel van de stikstof verwaait of ongebruikt in de bodem wegzakt. De alternatieve kunstmestproductie vraagt daarbij geen gigantische hoeveelheid aardgas, anders dan de gangbare kunstmestproductie. De kringlooplandbouw krijgt bovendien een enorme impuls en de veehouderij heeft een extra bron van inkomsten. De gasproductie is nodig om een grote vergistingsinstallatie rendabel te exploiteren.
Internationale aandacht
In 1988 was de mestvergister in Dearsum een van de eerste biogasinstallaties van het land. ‘We waren hiermee onze tijd ver vooruit’, vertelt Boersma. Het dorp trok internationale aandacht met een proeftuin voor alternatieve energie. Het had een eigen windturbine en produceerde bijna tien jaar lang twaalfduizend kubieke meter groen gas uit de drijfmest van zes veehouderijbedrijven. Daarmee maakte het een deel van de stroom die de 150 dorpelingen gebruikten. De vergiste mest leverde tot slot kostbare kunstmest voor het boerenland. Het project in Dearsum kon vanwege de veel lagere energieprijzen destijds onvoldoende renderen en is na acht jaar beëindigd. Daarna zijn er in het Noorden tientallen mestvergisters bij grote boerderijen geplaatst. Van recente datum zijn er slechts enkele grootschalige projecten, vaak op boerenerven of bedrijventerreinen.
Boer Frans Antonides is op zijn veehouderijbedrijf met 290 melkkoeien in Holwerd pionier met alternatieve landbouwmethoden. In 2002 is hij samen met enkele akkerbouwers onderscheiden met de Nationale Groenprijs voor ‘gemengd bedrijf nieuwe stijl’ en sinds 2010 wint de boer stroom uit biogas met de mestvergister op het erf. De lage energieprijzen in de afgelopen jaren dempten lang de vreugde, reden waarom er nu ook meer aandacht is voor de productie van de met een zogeheten stikstofstripper geproduceerde kunstmest.
Even verderop in Marrum gaat het om een industriële mestverwerkings- en vergistingsinstallatie met een capaciteit van 35 duizend ton per jaar. Die kan dankzij een energiesubsidie van de overheid van 22,5 miljoen euro sinds 2019 jaarlijks ruim 2 miljoen kubieke meter biogas produceren, voldoende voor de 1.360 inwoners van de dorpen Marrum en het naastgelegen Ferwert.
Uit de ‘heksenketels’ van Johannes van der Veen in Niebert komt genoeg biogas voor de stroom van achthonderd huizen. Sinds 2008 is de energieboer aan het experimenteren. Het melkvee is intussen weg, energie is de nieuwe koers. Het etmaal rond komt er biogas vrij uit het mengsel van mest en groente- en fruitafval, 13 duizend ton per jaar.
Verzet is er echter in Wijnjewoude. Daar loopt de energiecoöperatie WEN op tegen bezwaren uit het dorp tegen de plannen voor een mestvergister op de plek van de voormalige rioolzuiveringsinstallatie. Met de mest van achttien boeren zouden alle huizen fossielvrij gas kunnen krijgen. In 2025 zou het dorp energieneutraal moeten zijn. De komst van een zonnepark is geen probleem voor de inwoners, maar van de mestvergister in de achtertuin verwacht een deel te veel overlast en beperking van het woongenot. De productie van 1 miljoen kubieke meter groen gas is een onderdeel van het Proefproject Aardgasvrij Wonen, waarvoor 4,3 miljoen euro Rijksgeld is toegekend. Den Haag heeft Wijnjewoude met deze subsidie beloond omdat het wil weten welke mogelijkheden groen gas voor de energietransitie heeft.
Hoofdpijndossier
De miljoenen koeien, varkens en kippen die ons land rijk is, zijn de grote boosdoeners in de stikstofproblematiek. Veel te lang is veel te weinig gedaan om de stikstofneerslag in de Nederlandse natuur te verminderen. Van hoog tot laag kneep men in het stikstofdossier bijna een halve eeuw lang steeds een oogje dicht, ook op de ministeries. Tot echt ingrijpende maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen, is het nimmer gekomen.
Serieus onderzoek voor een keer ten goede is evenmin amper gedaan. In 2020 heeft de commissie-Remkes het beleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de stikstofproblematiek compleet onderuitgehaald. Dat mest ook de grondstof voor alternatieve kunstmest kan zijn, blijft in onderzoek naar oplossingen vaak onderbelicht. Sinds de geboorte van de ‘stikstofcrisis’, na een uitspraak van de Raad van State, is mest een beladen onderwerp.
Er liggen miljarden euro’s klaar om in 2030 de helft van de ‘stikstofgevoelige’ natuur weer gezond te krijgen, maar onduidelijk blijft steeds hoe we dit doel moeten bereiken en wie wat moet doen. ‘Nu moet het radicaal anders’, merkt Boersma op. ‘Al de voorbije jaren was er amper oog voor onderzoek naar alternatieven.’ Het stoort hem dat het in ons land zo moeizaam verloopt met duurzame energie. ‘We horen binnen de Europese Unie tot de achterblijvers. We zijn de allerlaatste in de rij.’
De druk wordt steeds groter. In allerhande rapporten en adviezen wordt gerept van een onhoudbare situatie. De stikstofuitstoot vanuit de landbouw loopt zelfs weer op. Mede door het verwaarloosde stikstofdossier heeft het merendeel van de boeren het vertrouwen in de overheid verloren. Toch hebben landbouworganisaties een gezamenlijk plan gepresenteerd dat de stikstofuitstoot in 2030 fors moet hebben verminderd.
De ambitie van landbouwminister Carola Schouten voorziet nu in een stikstofreductie van 26 procent in 2030. Veel te mager, zegt de door de overheid aangestelde aanjager Johan Remkes. Hij vindt minimaal 75 procent noodzakelijk. De problematiek in het stikstofdossier wordt breed onderkend, het lastige is dat de overheid geen majestueuze oplossingen voorhanden heeft. Dit biedt politici ruimte voor vergaande ingrepen als halvering van het aantal varkens en koeien in ons land. ‘Raar eigenlijk’, vindt Boersma. ‘De stikstofuitstoot door het verkeer los je toch ook niet op door de helft van de auto’s te slopen?’
Moeten we de oplossing zoeken op het boerenerf? Uit onderzoek van Wageningen Universiteit blijkt dat zestig procent van de stikstof uit mest verwaait naar de omgeving of in het grond- en oppervlaktewater terechtkomt en niet bij het gras of de mais, en dus niet in de kringloop van het boerenbedrijf blijft. ‘Als we halvering van de stikstofuitstoot als doel hebben, moeten we ons richten op verdubbeling van het stikstofrendement uit mest’, luidt Boersma’s conclusie. ‘Dit mestgerelateerde kringloopverlies in de agrarische sector is waar alle commotie over gaat.’
De bewerkte en ingedikte mest uit de vergistingsinstallatie is als een soort compost de toekomstige verrijking van landbouwgronden. Het voordeel is de forse vermindering van uitstoot van de broeikasgasemissie. Broeikasgassen als koolstofdioxide, methaan en lachgas zorgen voor opwarming van de aarde met een zeespiegelrijzing van meer dan een meter tot gevolg. Ons land noteerde volgens gegevens van RIVM in 2020 een uitstoot van 164,5 miljard CO₂-equivalenten. Kwalijk vanuit de veehouderij is vooral de grote uitstoot van methaangas. Van de totale uitstoot van 16,9 miljard ton is er 12,9 miljard afkomstig van koeien, varkens en kippen. Met vergisting kan de emissie van het schadelijke methaangas fors worden verminderd, omdat de mest snel in een afgesloten koepel komt. Bijkomend voordeel nog van mestvergisting is dat de overblijvende mest niet meer stinkt, waarmee grote delen van het platteland worden verlost van de onwelriekende geuren uit de veehouderij. Ook ziektekiemen en onkruid worden erdoor gedood.
Ligt de oplossing op het boerenerf?
De gas verslindende kunstmestproductie in ons land kan fors worden verminderd. In het Zeeuwse Sluiskil laat het Noorse bedrijf Yara de grootste kunstmestfabriek van Europa vooral op het kostbare Groningse gas draaien, jaarlijks 4 tot 5 procent van de gasproductie uit onze bodemschatten. Het is zo gigantisch veel dat 1,3 miljoen Nederlandse huishoudens er het huis van warm kunnen stoken. In de pluimen uit de schoorsteenpijpen van het complex gaat ook de uitstoot van maar liefst 2 miljoen ton CO₂ verscholen, dat is 2 procent van de nationale emissie van kooldioxide.
In plaats van een rokende kunstmestfabriek zouden er hier net als in Denemarken en Duitsland grote afgesloten koepels voor mestvergisters kunnen staan. ‘Maar op onze ministeries hebben ze steeds geweigerd mestvergisting echt als alternatief te zien’, verzucht Boersma. Toch is er enige beweging. Ook de Dairy Campus in Leeuwarden levert bouwstenen en deelt ervaringen met de voor de proefboerderij werkzame mestvergister. ‘Ons land zou veel meer moeten investeren in onderzoek naar de mogelijkheden’, bepleit Boersma. Hoewel het zelfs al mogelijk is om mest op maat te maken, lag tot nog toe het accent op de opwekking van energie. ‘Het is verbazend hoe weinig kennis er hierover in ons land beschikbaar is, terwijl we een groot mestprobleem hebben.’
Verder lezen?
Dat kan. Als abonnee vind je hier een extra artikel van Bert de Jong over groen gas als alternatief voor huishoudens.