In een dijkhuisje aan een Groninger kanaal heeft Tonnus Oosterhoff een even inheems als exotisch oeuvre geschreven.
Inheems omdat het – in dichtregels van zijn vriend Toon Tellegen – doet denken ‘aan weilanden met brandganzen,/aan knotwilgen langs een gereformeerde sloot,/aan de torens van …um en …um in de heldere verte.’
Exotisch omdat Oosterhoffs stijl meer gemeen heeft met die van de Parijzenaar Georges Perec dan met die van de Groninger Driek van Wissen. Zijn werk is niet lisible maar scriptible, zoals literatuurwetenschappers zeggen: de tekst is geen hapklare brok die de lezer op routine kan consumeren maar eerder een uitdaging tot een duel. De lezer moet alert zijn, adequaat reageren op de tekst, waardoor hij ‘meeschrijft’.
Typisch iets voor de Nb-lezer, dus. De roman Op de rok van het universum is een mooi begin, ook omdat die deels in Groningen speelt én je dwingt je opvattingen over de verhouding mens-dier te herschrijven.
Maarten Meester is docent filosofie en literatuur, en schrijver.
Tijd voor een leuk uitje, op zoek naar een nieuw boek of zin om je blikveld te verbreden? Nb-redacteuren tippen je in deze rubriek over hun favorieten.