Met een bitterzoet gevoel neemt hoofdredacteur Bente van Leeuwen afscheid van Noorderbreedte. Het is goed zo, vindt ze.

‘Ping!’, doet de oven. Met zorg maakte ik twee sauzen, een rode met tomaat en een witte bechamel. Losse lagen maken lasagne. Ondanks dat het veel moeite kostte, zeker voor een ongeduldig iemand als ik, was het alle moeite waard. 

‘Ping!’, zo doet het soms ook in mijn hoofd. Na hard werken en een poosje op volle toeren pruttelen, gaat ineens het lichtje branden: het is klaar. 

Waar veel van mijn klasgenootjes het spannend vonden om van groep acht naar de brugklas te gaan, kon ik juist niet wachten. Ook voor de overstap naar studeren stond ik al lang klaar in de startblokken. En elke studie die ik vervolgens deed, rondde ik zo snel mogelijk af. Op een gegeven moment zegt het ongeduldige radartje in mijn hoofd: dóór met jou! 

Ik baal niet van waar ik op dat moment ben, maar het is dan gewoon genoeg geweest. Het is goed zo. Net als de lasagne, die echt niet lekkerder wordt als ik ‘m nog een uur in de oven laat staan. 

Een paar maanden geleden gebeurde het weer, de onrust kwam en ik voelde dat ik klaar was. Vandaar dat ik nu mijn tijd als hoofdredacteur van Noorderbreedte afrond. 

Mijn afscheid voelt bitterzoet. Ik heb zo vreselijk veel mogen leren bij Noorderbreedte, langs een steile leercurve, dat het absurd voelt om het blad achter me te laten. Maar die curve stagneerde voor mijn gevoel de laatste tijd, de belangrijkste reden voor mijn vertrek is dan ook dat ik graag verder wil groeien. In deze kleine organisatie zie ik daar nu niet voldoende mogelijkheden meer toe. En dat terwijl ik met mijn vierentwintigjarige leeftijd juist nog zo veel te groeien heb.  

Ook hoort er veel organisatorisch werk bij het hoofdredacteurschap, wat mijn creativiteit in de weg zat. Ik wil graag van manager naar fulltime maker gaan. Want het schrijven, dat is wat het dichtste bij me staat. 

Laatst had ik op een vakantiehuisjespark in Lauwersoog een over-de-heg-gesprek met de buren. Op een gegeven moment vroegen ze wat ik deed, waarop ik tot mijn eigen verbazing antwoordde: ‘Ik ben journalist’. Dat had ik nog nooit eerder gezegd. Het is ook een fluïde beroep natuurlijk, niet iets wat je ineens bent, van de een op de andere dag. Kennelijk vond ik dat ik ergens in de afgelopen drie jaar bij Noorderbreedte die titel verdiend had. 

Ik moet weer denken aan mijn lasagne: eerst waren het losse ingrediënten en nu is het lasagne. Zijn zo mijn losse vaardigheden, na een poosje gaarbakken in de ‘Noorderbreedte-oven’, samengesmolten tot de titel ‘journalist’? In mijn hoofd kennelijk wel. Met veel plezier ga ik dat de komende tijd proberen te bewijzen.  

Dus hopelijk is dit ook niet het laatste wat van mij bij Noorderbreedte te lezen valt, maar mijn laatste column als hoofdredacteur is dit wel. Daarom wil ik hier graag het moment pakken om iedereen die mijn tijd hier zo mooi heeft gemaakt te bedanken. Mijn ontzettend leuke en inspirerende collega’s en de trouwe lezer die de tijd nam om mijn schrijfsels telkens weer te lezen: ongelooflijk bedankt! Het was precies goed zo. 

Trefwoorden