De trein staat nog op Hoofdstation Groningen, mensen om me heen installeren zich voor de rit richting Assen. Een onbekend geluid dringt de coupé binnen: geritsel, gevolgd door het geklepper van de zitting-prullenbakken. Een jonge gast, hip gekleed, met een grote koptelefoon over zijn oren en in zijn hand een enorme vuilniszak, komt binnenlopen. Hij is duidelijk niet van de NS. Met ogen blijvend naar beneden gericht loopt hij langzaam langs iedere stoel. Zorgvuldig en behendig verwijdert hij alle blikjes en flesjes uit de prullenbakken en stoelnetjes.
Met de intrede van statiegeld op blikjes en plastic flesjes blijkt een nieuw beroep te zijn ontstaan. De statiegeldverzamelaar als zelfstandig ondernemer, de nieuwe pionier die reststromen omzet in inkomen. En wij zijn de stille werkgevers, door achteloos de statiegeldhoudende verpakkingen in de afvalbakken te deponeren.
Het doet me denken aan de kartonverzamelaars in China: mannen en vrouwen die zich een leven lang buigen over de schatten van de straat. Met torenhoge stapels karton op de Sānlúnchē, de driewieler bakfiets, zijn ze een zichtbaar en onmisbaar onderdeel van het straatbeeld.
Hier hebben we ons afval liever uit het zicht geschoven. Het voelt opgeruimd en afgerond als het afval in een prullenbak of container is gedaan. In werkelijkheid begint dan pas de wereld van afvalwerkers; verzamelen, scheiden, pre-recycling, recycling, upcycling en vernietiging. Als het een beetje tegenzit verdwijnt het ergens op een bult, die – zodra die hoog genoeg is – wordt afgesloten met een laagje aarde. Wachtend op de volgende generatie afvalverwerkers.
Met de intrede van dit nieuwe beroep, de statiegeldverzamelaar, ontstaan logistieke en ontwerpvraagstukken. Bijvoorbeeld: hoe maak je de prullenbak toegankelijk voor een verzamelaar om zijn werk te kunnen doen? En: waar laat je de bulk verzamelde flesjes en blikken? De capaciteit van de supermarkt is te klein en het is voor alle partijen vaak ongemakkelijk om met grote zakken afval door de schappen te banen.
Inleverlocaties voor blik en fles storten het statiegeld op je bank, waar veel verzamelaars geen beschikking tot hebben. Daarbij komt het voor dat deze mensen vernederd worden terwijl ze aan het werk zijn, zegt de onlangs opgerichte vakbond voor professionele statiegeldverzamelaars. Daarom stellen ze een automaat voor die dag en nacht open is en waar grote hoeveelheden kunnen worden ingezameld tegen contant geld.
De vakbond stelt ook dat er veel schaamte heerst rondom het nobele beroep. Zelf voel ik schaamte als ik mijn plastic waterflesje door de afvalraper laat meenemen. Het benadrukt de vijf minuten die ik van het plastic gebruik heb gemaakt, vanaf de aankoop tot het opdrinken. Dat ik weer een stukje heb bijgedragen aan de plastic consumptie van onze maatschappij door geen herbruikbare fles en de watertap op het station te gebruiken.
In Assen stapt de statiegeldverzamelaar uit. Met dezelfde doelgerichtheid als in de coupé controleert hij de prullenbakken op het perron voor hij de trein naar Groningen terug instapt. Laten we de afvalrapers omarmen. Zij doen ons beseffen dat de reis van ons afval niet ophoudt bij de bodem van een prullenbak.
