De handel in carbon credits is niet alleen ondoorzichtig, maar ook schadelijk. Volgens Tjesse Riemersma zal dit soort compensatie nooit werken. Het probleem begint bij de gedachte dat je klimaatbeleid kunt reduceren tot een simpel sommetje.

Ik kocht eens een prachtige zwarte fiets via Marktplaats, die ik in de buurt van Slochteren ophaalde bij een arts van het UMCG. Voordat ik erop weg mocht rijden, hing de arts de fiets aan een speciale fietsweegschaal om te demonstreren hoe licht hij was – 11 kilo maar. Om dat voor elkaar te krijgen had fabrikant Batavus een flinterdun frame gemaakt en afgezien van versnellingen, spatborden, fietsbellen en lampjes. 

Ik vond dat destijds zo’n aandoenlijk gebaar van de arts. Kijk naar me, dacht ik. Als een paar honderd grammen het verschil gaan maken, stop ik wel met chips en koekjes. 

Een paar maanden later lag ik plat op het asfalt. Voor me reed de zwarte city bike op eigen hachje door tot die verderop in de straat begon te zwabberen en een auto raakte. Ik wreef wat over mijn beurse onderrug en vond naast me het zadel, afgebroken bij de pen. ‘Veel te dun’, zei de fietsenmaker er later over toen hij de fiets een dikkere, stalen zadelpen aanmat. Toen enkele maanden later bleek dat het oh zo lichte frame onderin al bijna volledig was doorgescheurd, kon de fiets definitief naar de schroot. 

Een goede fiets, vertel ik nu iedereen die de city bike overweegt, laat zich niet uitdrukken in één getalletje. Grammen zijn ook maar grammen. 

Deze week kondigde de Autoriteit Financiële Markten aan strenger toe te kijken op de handel in carbon credits. Die kunnen bedrijven kopen om te compenseren voor CO2-uitstoot. Het idee is dat je uitstoot hier kunt wegstrepen tegen de opslag die je elders behaalt door een bos aan te planten of te beschermen tegen kap. Zo kunnen consumenten varen en vliegen zonder zich ergens druk over te maken. Volgens AFM is de handel op dit moment echter erg ondoorzichtig. 

Dat deze klimaat-aflaten niet alleen ondoorzichtig zijn, maar zelfs schadelijk, bleek eerder dit jaar. Journalisten van The GuardianDie Zeit en Sourcematerial onthulden dat de compensatieprojecten van de grootste handelaar in carbon credits, het Amerikaanse Verra, grotendeels waardeloos zijn. Negentig procent van de CO2-reductie die Verra beloofde, werd nooit gerealiseerd. Al die tijd hadden klanten van het bedrijf als Disney, Gucci, de band Pearl Jam en Shell (gaat die ooit niet in zo’n lijstje voorkomen?) onverminderd uitgestoten. Dat terwijl ze hun producten als CO2-neutraal aanprezen. 

Antropoloog Gökçe Günel muntte ooit de term ‘status quo utopie’ voor de hoop dat onze levens onveranderd kunnen blijven terwijl de wereld verandert. Mensen blijven hun auto’s voltanken, maar dan niet met benzine maar met waterstof. Mannen blijven barbecueën, maar dan met kweekvlees van kalfsfoetusserum. En vakantiegangers blijven vliegen terwijl ergens in Afrika of Zuid-Amerika een bedrijf een areaal bos opkoopt. 

Ik geloof niet dat dit soort compensatie ooit zal werken. Het probleem zit hem namelijk niet in de uitvoering, al kan het rendement vast beter dan tien procent. Het probleem begint bij de gedachte dat je klimaatbeleid kunt reduceren tot een simpel sommetje waarin je CO2-uitstoot weg kunt strepen tegen CO2-opslag. 

De problemen bij deze compensatieprojecten ontstaan namelijk al bij het berekenen van de CO2-reductie die wordt behaald door een stuk regenwoud te ‘redden’. Want om dat te bepalen, moet je een inschatting maken hoeveel CO2 er verloren zou gaan als je het bos niet ‘redt’. Zullen alle bomen dan gekapt worden? De uitdaging van deze projecten is dus ‘het betrouwbaar voorspellen van de toekomst’, zegt ecosysteemwetenschapper Yadvinder Singh Malhi in het artikel van The Guardian.

De praktijk daarvan blijkt veel te weerbarstig. Ineens maakt het bijvoorbeeld een wereld van verschil of Jaïr Bolsonaro of Lula da Silva de verkiezingen wint. De een zal toekomstige boskap vrijuit toestaan, de ander inperken. ‘In de toekomst kijken is een schimmige en rommelige kunst in een wereld van complexe samenlevingen, politiek en economie’, aldus Malhi. En die kunst verstaat niemand.

Trefwoorden