In zijn eerste column stelt nieuw redactielid Tim Willems-Kruize zich voor.

Sinds kort maak ik deel uit van de redactieraad van Noorderbreedte. Dit betekent dat jullie zo nu en dan een column van mij mogen verwachten. Het lijkt me goed om in deze eerste column mezelf even voor te stellen.

Om maar meteen uit de kast te komen: Ik ben import-noorderling. Mijn wieg stond 51 jaar geleden in Wijk bij Duurstede. Een klein stadje midden in het land. Daar waar de rivier de Rijn overgaat in de Lek, met ‘om de hoek’ de Utrechtse Heuvelrug. Ik ben opgeleid als stedenbouwkundige en heb gewerkt voor diverse ontwerpbureaus en overheden. Vanwege de liefde ben ik begin deze eeuw in de stad Groningen gaan wonen. Een deel van de familie van mijn vrouw komt namelijk uit Stad. Groningen is een heerlijke plek om te leven. Groen, lekker compact met voorzieningen binnen handbereik, veel aardige mensen en aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving. ’t Kon minder. 

Mijn hobby’s zijn mijn werk, koken en hardlopen. Ik denk dat alle ruimtelijk ontwerpers kunnen beamen dat ze niet meer normaal kunnen kijken naar de omgeving waarin ze bivakkeren. Ik in ieder geval niet. Het is dat mijn vrouw architect is en kan leven met deze ‘afwijking’ maar anders? Overal waar ik kom ben ik al dan niet bewust bezig met de plek: Hoe is het landschap hier ontstaan? Op welke manier heeft de mens de omgeving beïnvloed? Hoe zit deze kern in elkaar? 

Tijdens de coronapandemie ben ik hardlopen bewust gaan combineren met m’n werk (of ‘afwijking’ zo u wilt). Met collega’s, maar ook met andere relaties uit het werkveld, gingen we om gezond te blijven op zondagochtend hardlopen en ergens een plek in Noord-Nederland verkennen. Want hardlopen is niet alleen gezond maar vooral ook ideaal om onze unieke leefomgeving écht zintuigelijk te ervaren. Van de zilte, loodgrijze luchten in het najaar ‘op de klei’ tot de zinderende stuifduinen en koele bossen tijdens een snikhete dag ‘op het zand’. En als je weet waar te kijken, vertelt de omgeving je tijdens het rennen de geschiedenis van het landschap. Je ziet de sporen van de natuurlijke processen die zich hebben voltrokken en het menselijk handelen door de eeuwen heen.

Na het rennen plaatste ik korte verhalen met onze observaties en wat kaartmateriaal en (historische) foto’s op LinkedIn. De ‘ruimterenners’ waren geboren. En wat bleek? Tot mijn grote verbazing werden deze verhalen heel positief ontvangen. Lezers vinden het leuk en interessant om kennis op te doen over hun leefomgeving. En ik vind het als ruimtelijk ontwerper belangrijk om deze kennis te delen. In een tijd waarin we met elkaar keuzes moeten maken over hoe we alle transities in onze omgeving in willen passen, is het essentieel dat we weten waar we vandaan komen én weten wat we hebben. Alleen dan kun je met elkaar toekomstplannen maken die zich laten lezen als een logisch, nieuw hoofdstuk na ‘dat wat is’. 

Door gebrek aan tijd zijn de ‘ruimterenners’ destijds opgehouden te bestaan. Ik grijp deze column graag aan om weer korte verhalen te gaan maken over de leefomgeving. Nu kan ikzelf natuurlijk plekken kiezen om te rennen, maar ik weet inmiddels dat het veel leuker én interessanter is om samen met een sportieve lezer af te spreken op zijn of haar favoriete plek. Kun je tussen de tien tot twintig kilometer hardlopen en dat met een tempo van circa tien tot twaalf kilometer per uur? Stuur dan een bericht naar redactie@noorderbreedte.nl onder vermelding van ‘ik wil ruimterennen’. Wie weet gaan we samen rennen en verschijnt er straks een column met jouw leefomgeving in de hoofdrol. 

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.