Merel Melief roept politici op om vooruit te gaan voor een betere en schonere toekomst van ons water, niet achteruit.

Aangezien onze familie in het zuiden woont, doorkruist ons gezin met enige regelmaat het land. Om het ook tijdens de rit een beetje gezellig te houden, is het strekken van de benen, het liefst op een enigszins aantrekkelijke plek, geen overbodige luxe. Een bijkomend voordeel van deze tussentijdse stop: je komt nog eens ergens. 

Zo stonden wij afgelopen week met z’n vieren aan de Waal bij Beuningen. Het water heeft sinds twintig jaar niet meer zo hoog gestaan. We konden nog net een stukje uiterwaarde inlopen. De rivier had daar kleine kraters in het weiland geslagen. Ik zag het gebeuren: met elk golfje werd een stukje land meegenomen. Het zag er blijkbaar zo woest uit dat mijn vijfjarige dochter vroeg: ‘Als we daar inspringen, worden we dan opgegeten door de haaien?’

Om het hoge water te zien hoefde je trouwens niet perse naar de rivier af te reizen. Ook wie de intocht van Sinterklaas keek, kon zien hoe hoog de Waal stond tijdens zijn aankomst in Gorinchem. Deze week zullen de Maas, Rijn, Waal en IJssel door de enorme regenval allemaal een hoogtepunt halen. Waarbij hier en daar een stukje parkeerplaats, kade en weiland wordt meegenomen. Toch hoeven we ons geen zorgen te maken en dat is voor een groot deel te danken aan het programma ‘Ruimte voor de rivieren’. 

Ook in de jaren negentig had het rivierengebied te maken met extreem hoog water. Dit leidde er onder andere toe dat acht procent van de provincie Limburg onder water kwam te staan en in het Gelderse rivierengebied uit voorzorg 250 duizend mensen en één miljoen dieren geëvacueerd werden. Om dit in de toekomst te voorkomen werd ‘Ruimte voor de rivieren’ in 2000 het nieuwe uitgangspunt voor de hoogwaterbeschermingsaanpak in het rivierengebied. 

Bij deze aanpak werd niet alleen gekozen voor dijkverbetering, maar er werd daadwerkelijk meer ruimte gemaakt voor de rivier. Zo werden dijken meer landinwaarts geplaatst, zijn hoogwatergeulen aangelegd en zijn de uiterwaarden op sommige plekken verder afgegraven. Zo konden wij, toen ik onze dochter ervan verzekerd had dat er geen haaien in de Waal zwemmen, ons laten imponeren door het water zonder echt bang te zijn.  

Het paradoxale aan de klimaatverandering is dat het aan de ene kant zorgt voor teveel water, vooral in de herfst, winter en lente. Terwijl we in de zomer juist een tekort hebben aan zoet water. Ook door verzilting wordt het zoetwater steeds zeldzamer en kostbaarder. Dat probleem lijkt misschien nu nog wat minder urgent, zeker wanneer het met zulke bakken uit de lucht komt. Toch is dit iets waar we ons nu voor in moeten zetten. Het kan eigenlijk niet dat we als Nederland dit kostbare water zo slecht behandelen. Nederland krijgt een dikke onvoldoende voor de waterkwaliteit, het slechtste cijfer van alle EU-lidstaten. 

Nu de verkiezingen achter de rug zijn wil ik de politici daarom graag één ding meegeven voor de formatie: met Ruimte voor de Rivieren hebben we gezien dat we met een visionair plan Nederland veiliger hebben kunnen maken, met behoud van ruimtelijke kwaliteiten. Het laat zien dat we voor een betere toekomst vooruit kunnen en niet achteruit hoeven te gaan. Als we met dezelfde visie en met een duidelijk doel voor ogen ons in zouden zetten voor de kwaliteit van ons drinkwater, kijk bijvoorbeeld naar het initiatief van Drinkable Rivers, dan kunnen we een verschil maken. Hoe mooi zou het zijn dat we niet alleen veilig zijn voor de rivier in Nederland maar dat we eruit zouden kunnen drinken? Dat lijkt me als politicus toch een mooie erfenis om je voor in te zetten!

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.