Waarom valt het aardoppervlak in onze verbeelding en op kaarten zo gemakkelijk uiteen in water óf land, terwijl het in werkelijkheid vaak een combinatie is?

Een kano instappen is geen sinecure. Om droog in het bootje te belanden, leg je eerst de kano in het water en volg je daarna pas zelf. Aan de ene zijde heb je vervolgens de steiger om je aan vast te houden, aan de andere zijde niets. De truc is daarom om je zwaartepunt in één soepele beweging boven het brede midden van de kano te krijgen. Schiet je door, dan lig je ernaast. 

Als dat lukt en je eenmaal voorovergebogen in de kano staat, je handen stevig op de zijkanten van het zitje, laat je je lichaam zakken. Dit moet langzaam. Tijdens het hurken maken je knieën en heupen een steeds kleinere hoek, waardoor je je bovenlichaam niet meer kunt gebruiken om het hellen van de kano te corrigeren. Zak dan voorzichtig door tot je billen het zitje raken en schuif je benen naar voren. Je zit.

‘Grote kans dat ik erin val’, zei ik vorig jaar voordat ik op een mooie lentedag deze instructies negeerde. Het kleine watertje ten noordoosten van Harkstede was volledig omringd door riet. Het was weekend, er was geen wandelaar of fietser te bekennen, en ik zag geen redenen om me aan de regels te houden.

Met veel goesting klom ik de kano al in terwijl die nog droog op de steiger lag. Vervolgens probeerde ik met vaartuig en al het water in te schuiven. 

Al tijdens de uitvoering trof het me dat het schuifelen niet zou werken. Terwijl de punt van de kano het water raakte, lag de achterkant nog op de kant. Het brede midden van de kano hing ondertussen in de lucht en stabiliseerde precies niks. 

Dit is geen cliffhanger. Daar ging het te snel voor. Maar de landing was zachter dan ik had verwacht. Alles behalve mijn rechterschouder en mijn hoofd zakte weg in wat ik dacht dat water zou zijn, maar een natte, korrelige drek bleek. Ik veegde stukjes riet, klei en wat onherkenbare fliebeltjes van mijn T-shirt en dacht de grote, dode snoek te ruiken die ik even verderop in het riet had zien liggen. 

Op simpele topografische provinciekaarten kun je het Rijpmakanaal van Harkstede van bovenaf goed bekijken. De plek waar ik erin viel is daarin dan helder lichtblauw, het riet niet te zien, en de grens tussen land en water haarscherp getekend. Eenmaal ondergedompeld merkte ik dat er van die voorstelling niets klopt. De randen van het riviertje vallen in een modderige schemercategorie – net geen water, net geen land. 

Waarom valt het aardoppervlak in onze verbeelding zo gemakkelijk uiteen in water dat geen land is en land dat geen water is? Omdat de wereld zich steeds meer met muren en dijken klaarmaakt voor zeespiegelstijgingen en hevigere neerslag, stort landschapsarchitect Dilip da Cunha zich op die vraag, bijvoorbeeld in zijn boek The Invention of Rivers.

Een appel is 87 procent nat, stelt hij. Maar ook al kan de vrucht de dorst lessen, noemen we die geen waterlichaam. Een appel geldt als vast. Vergelijkbare ideeën spelen volgens hem in de populaire verbeelding van het landschap. 

Maar water valt uit de lucht, verzamelt zich in rivieren en kanalen op weg naar zee, verdampt daar en wordt door wolkformaties weer terug naar land gebracht. Onderweg is het damp, vochtige grond, regen en nevel. Natheid is overal in het landschap, niet alleen in beekjes en diepen. 

Toch krijgt water een plek. Rivieren, zeeën en meren zijn in onze verbeelding dé plekken waar water zich bevindt, en krijgen op kaarten een haarscherp territorium toegewezen. Zelfs het strand van Schiermonnikoog heeft ondanks de afwisseling van eb en vloed vaak een strakke lijn.

Water is dus op vele manieren uit kaarten gehouden. Google wacht tot de wolken weg zijn voordat de luchtfoto’s worden genomen, mensen van het kadaster wachten tot het stopt met regenen voordat ze grenzen in kaart brengen. 

Tegenover de strakke scheiding van land en water, zet Da Cunha een allesomvattende natheid. ‘Er bestaat niet zoiets als droogheid, er is alleen natheid van verschillende mate.’ Nu we door de klimaatverandering in Nederland op alle mogelijke manieren water zullen moeten vasthouden, lijkt me dat geen verkeerde gedachtesprong.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden