Elke ochtend fiets ik door het uitgestrekte natuurgebied de Onlanden, waar ik geniet van de prachtige omgeving. Halverwege de route vind ik mijn ijkpunt. Een prachtig solitair staande zomereik die ieder seizoen waakt over het landschap. In het voorjaar straalt de eik als groene bakermat, in de herfst doemt hij als indrukwekkende schim op tussen de mistflarden en in de winter waakt hij als kunstobject in het winderige landschap waarbij ik de bladloze takken vanuit de dikke stam steeds verder in perfectie zie vertakken tot duizenden minieme twijgjes. Deze karakteristieke eik vormt een plezierig herkenningspunt onderweg.
De waarde van bomen is groot. Wat bekend is, is dat het hotspots zijn voor biodiversiteit. Vooral de eik en de wilg zijn daarin de absolute toppers (dit in tegenstelling tot de armoedige maar bij stedenbouwkundigen geliefde platanen). Ook zijn volwassen bomen sublieme airco’s en daarmee noodzakelijk in de strijd tegen hittestress. Wat minder bekend is, is dat bomen ook bijdragen aan de oriëntatie in het landschap. Zowel in natuurlijke- als in stedelijke landschappen. Dat kruispunt bij die treurwilg, het huis bij de bloeiende kastanjeboom of de afslag die ik neem na de zes majestueuze eiken aan de Hoofdweg in Eelde.
De Amerikaanse stedenbouwkundige Kevin Lynch publiceerde in 1960 een toonaangevend boek waarin hij vijf elementen onderscheidde die hij noodzakelijk achtte voor een goede oriëntatie in een stedenbouwkundig ontwerp. Het landmark is één van de vijf. Vaak wordt gedacht dat dit gebouwen of kunstwerken moeten zijn, maar ook bomen fungeren vaak (onbewust) als landmark. Deze natuurlijke landmarks dragen, vanwege de oriëntatiebehoefte die wij hebben, bij aan een goede leesbaarheid van het landschap. En een goede leesbaarheid is een maatstaf voor landschapskwaliteit.
Ik zie dat de functie van een boom als natuurlijke landmark te weinig wordt onderkend. Die majestueuze eiken in Eelde waar ik het hierboven over had, dreigen te worden omgezaagd vanwege de herinrichting van de straat. Een gemiste kans naar mijn idee. Maar niet alleen in Eelde dreigen karakteristieke bomen te sneuvelen: Nederland staat voor een enorme (ver)nieuwbouwopgaaf, waarbij er waarschijnlijk veel in stedelijke gebieden bijgebouwd gaat worden. De uitdaging is om ontwerpers, planologen en beleidsmakers bewust te laten worden van het belang van een goede leesbaarheid van het (stedelijke) landschap. Zorg daarom voor landmarks, maar ditmaal niet ontworpen met platvloerse schreeuwerige architectuur, maar door krachtige inheemse bomen die rol te laten pakken. Ik laat mij het liefst de weg wijzen door een indrukwekkende wilg. Niet alleen in de Onlanden, maar ook in de stad.