Er staan vuurtorens in alle Nederlandse Waddenprovincies: zowel op de eilanden als op het vasteland. Behalve in Groningen. Daar is geen enkele vuurtoren te vinden. Waddencorrespondent Sanne Meijer vraagt zich af waarom dat is.

Op alle (bewoonde) Waddeneilanden staan vuurtorens. Iconische bouwwerken, al eeuwenlang bakens van licht en herkenning en nu ook toeristische trekpleisters. Op het vasteland staan hier en daar eveneens vuurtorens – soms nog in gebruik, vaak niet meer. Bekende vuurtorens langs de Waddenkust zijn bijvoorbeeld de Lange Jaap in de Huisduinen in de Kop van Noord-Holland en de witte vuurtoren van Harlingen. De enige Nederlandse Waddenprovincie zonder vuurtoren is Groningen. Niet op een eiland, noch langs de kust. Maar dat was niet altijd zo.

Emder Kaap

Op het Groningse Waddeneiland Rottumeroog staat de Emder Kaap, gebouwd in 1883. Dit 21 meter hoge gietijzeren bouwwerk is het meest noordelijke rijksmonument van Nederland. Nadat een kleinere lichttoren op het eiland was afgebroken, werd in 1940 boven op de Emder Kaap een lichthuis geplaatst. Zo deed de kaap zestien jaar lang dienst als vuurtoren. Daarna is het lichthuis naar Texel verhuisd, waar het in de collectie van het Schipbreuk- en Juttersmuseum Flora is opgenomen.

Omdat Rottumeroog zich ieder jaar iets meer zuidoostwaarts verplaatst, stond de kaap in 1990 bijna met zijn voeten in zee. Er werd besloten om het bouwwerk 150 meter naar het zuiden te verplaatsen. Om de natuur zo min mogelijk aan te tasten, maakte de 64-wielige wagen die de kaap transporteerde een omweg van twee kilometer. De Emder Kaap is nu een ‘dagmerk-baken’ voor de scheepvaart. 

Vuur op de kerktoren

Het dorpje Hornhuizen heeft een van de mooiste – en meest herkenbare – kerktorens van Groningen. In 1814 stortte het bovenste gedeelte van de traditionele toren in en kwam er een ‘lantaarn’ voor in de plaats. Een soort koepeltje. Die is in ‘Grunnegs gold’ geverfd: hardgeel dat voor bladgoud door moet gaan. De toren kun je beklimmen en vanuit de lantaarn heb je een fantastisch uitzicht over de Waddenzee.

Lang geleden deed de toren in Hornhuizen dienst als vuurtoren. Vóór er van die grote lampen waren, stak men open vuren aan om het scheepsverkeer de weg te wijzen. Dat gebeurde vaak bovenop de kerktoren, het hoogste punt in het dorp. Niet verwonderlijk dus, dat er af en toe een kerktoren afbrandde. Zo werd de toren van Hornhuizen in 1247 verwoest door een hevige brand. De huidige toren stamt uit de veertiende eeuw.

Lichtplan Beneden-Eems

Naast de kaap-met-lichthuis en kerktorens met een vuurtorenfunctie, had de provincie Groningen vroeger ook échte vuurtorens. Daarvoor moeten we naar de Eemsmonding, tussen Nederland en Duitsland. Aan het einde van de negentiende eeuw nam daar het scheepvaartverkeer toe. Maar de Eemsmonding was gevreesd – het lag vol zandbanken en ondiepe geulen – en ’s nachts werd er eigenlijk niet gevaren. Om nachtelijk vaarverkeer mogelijk te maken, moest de Eemsmonding eerst beter verlicht worden. Bestuurders van Nederland en (toen nog) Pruisen besloten daarom vijf vuurtorens te bouwen: van de Waddenzee tot aan de haven van Emden. Het Lichtplan Beneden-Eems, ging het heten. 

Op Nederlands grondgebied verschenen in 1888 vuurtorens bij Watum (soms ook wel ‘Uiteinde’ genoemd) en Delfzijl. Ze leken sterk op elkaar: vierkante blokken van 10.5 meter hoog, bestaande uit drie verdiepingen met een kelder eronder. Het technische onderhoud van de torens kostte veel tijd en al snel bleek dat één wachter per vuurtoren niet genoeg was. Daarom werd er in Watum een dienstwoning tegen de toren aangebouwd. Daarin was plek voor twee gezinnen: die van de eerste vuurtorenwachter en die van de extra vuurtorenwachter. ’s Nachts konden de wachters het gaslicht brandend houden en de inkomende schepen de weg wijzen.

En zo kabbelde het leven aan de Nederlandse Eemsmonding verder. De negentiende eeuw ging over in de twintigste. De lampen bleven branden en er werd gejut, gevist en gezwommen. Maar aan de overkant van de Eems, in de verte, daar rommelde het. De Eerste Wereldoorlog speelde zich vooral af aan de horizon, maar de Tweede Wereldoorlog gleed niet op de golven voorbij. 

Tweede Wereldoorlog

Vanwege de hoge strategische waarde van de Eems en de haven van Emden, zette nazi-Duitsland alles op alles om dit gebied te verdedigen. Men plaatste bunkers en prikkeldraadversperringen rondom Delfzijl en op de dijken langs de Eems. En terwijl de rest van Nederland al bevrijd was, werd er in Delfzijl nog hevig gevochten. De vuurtorens van Watum en Delfzijl sneuvelden beide. De één aan het begin van de oorlog, de ander aan het einde. Tijdens de inval van 1940 hadden de Duitsers de vuurtoren van Delfzijl veroverd. Ze schoten vanuit de openstaande ramen en verschansten zich achter de dikke muren. De Nederlandse soldaten staken de toren vervolgens in brand.

Het heeft iets poëtisch: de twee partijen die de vuurtorens samen bouwden, hebben ze ook verwoest

Vijf jaar later, tijdens de bevrijding van Delfzijl – de laatste slag in Nederland – hield de Duitse bezetter zich op in de vuurtoren van Watum. De toren was inmiddels een laatste bolwerk van Duitse weerstand. Het lukt de Canadezen niet om de vuurtoren te heroveren. Op 25 april 1945 bombardeerden twee toestellen van de Engelse luchtmacht de vuurtoren van Watum net zo lang tot het een onherkenbare ruïne was geworden. Het heeft iets poëtisch: de twee partijen die de vuurtorens samen bouwden, hebben ze ook verwoest. In Delfzijl werd in 1949 – op de fundamenten van de voormalige vuurtoren – een nieuwe vuurtoren gebouwd. Na dertig jaar werd deze weer afgebroken om ruimte te maken voor de uitbreiding van de haven. In Watum is de toren nooit heropgebouwd. Wel is recentelijk een paal met daarop een maquette van de voormalige vuurtoren geplaatst. 

Aan Duitse zijde

Aan de overkant van de Eems is het de vuurtorens van het Lichtplan Beneden-Eems trouwens heel anders vergaan. Alle drie de torens staan er nog steeds. Op Borkum de rood-wit gestreepte ‘Kleiner Leuchtturm’ en op het vasteland de koddige, geel-gestreepte en populaire ‘Pilsumer Leuchtturm’ en iets ten zuiden daarvan de ‘Campener Leuchtturm’ – de hoogste vuurtoren van Duitsland. Een bezoekje waard. 

Bronnen

M. Bierdrager. “Verwoeste vuurtorens in Groningen”. Visit Wadden. https://www.visitwadden.nl/nl/verhalen/bundel/vuurtorens-van-de-wadden-overblijfselen

S. Meijer. “De vuurtorens langs de Eems”. Sanne Meijer Onderweg. https://sannemeijeronderweg.nl/de-vuurtorens-langs-de-eems/

R. van der Veen. Vuurtorens. Over vierboeten, lichtwachters en markante bouwwerken. Bussum: De Boer Maritiem, 1981.

Sanne Meijer is Waddencorrespondent bij Noorderbreedte. De Waddencorrespondent is een samenwerking tussen Noorderbreedte en de Waddenacademie. Lees hier meer over de Waddenzee.