De naderende feestdagen herinneren Mans Schepers aan de Butterfahrt, een verloren regiotraditie die hij graag in een nieuw jasje ziet terugkeren.

Tradities en gewoontes bestaan op verschillende geografische niveaus. Allereerst zijn er min of meer over de hele wereld voorkomende tradities, zoals oud en nieuw en kerst. Op landsniveau hebben we dingen als Koningsdag en Sinterklaas, en meer regionaal geconcentreerd is er carnaval en Sint-Maarten. Kenmerkend voor al deze feesten is dat ze voortdurend van vorm en betekenis veranderen, maar ze lijken wel here to stay.

Ik wil het hebben over een soort stiefbroertje van deze dingen. Het gegeven dat er, waar je ook opgroeit, altijd van die dingen bestaan die een beetje een begrip zijn, maar ook zo weer kunnen verdwijnen. In Midden-Groningen gingen bijvoorbeeld hele hordes mensen naar de Famila in Leer (een soort mega-supermarkt), die in 2017 de deuren sloot. Drank en sigaretten waren de voornaamste redenen om Leerwaarts te gaan.

Toen ik laatst met een vriend in een ‘weet je nog dat’-achtig gesprek belandde, herinnerden we ons nog zo’n fenomeen: de zogenaamde Butterfahrt. Het principe was heel simpel: je vertrok met een boot (de Dolfijn 2) vanuit de Eemshaven naar internationale wateren. Daar liep je een rondje door een enorm klein winkeltje middenin die boot. Beladen met dubieuze tasjes vol allerhande taxfree-zooi keerde je vervolgens weer terug. Ook dit fenomeen dreef op drank en sigaretten en ik heb eenmaal met mijn vader het genoegen mogen proeven de tocht te ondernemen. 

Nu was ik op een leeftijd dat geen van de aangeboden waren mij echt interesseerden. Wel was ik oud genoeg om te weten dat de consumptie van drank en sigaretten niet gezondheidsbevorderend werkte en dat er iets aan die boottrip met geld te maken had. Ik heb dan ook tot het gesprek van laatst gedacht dat het een ‘boetevaart’ heette. Hoe dat nu precies had moeten werken, weet ik ook niet, maar aan de andere kant, de kennelijk correctere term Butterfahrt is toch ook gek?

De belastingtechnische maas in de wet die de Butterfahrten mogelijk maakte, is in 1999 gedicht en de Dolfijn 3 zou er nooit komen. De regiotraditie kwam daarmee abrupt tot een einde. Ik herinner me het toch vooral als een boottocht met een winkelmomentje. Het zou eigenlijk best een goed idee zijn om het weer opnieuw op te starten, maar dan echt volgens een boetevaartconcept. Ik zie zoiets als volgt voor me.

Je koopt onderweg allemaal zaken, die je niet nodig hebt, waaronder een fles Goldstrike en Apfelkorn, voor te veel geld. En pruimtabak. Die krijg je dan in een plastic tasje waar je een euro voor moet betalen en waarvan je twijfelt of de hengsels het wel zullen houden. Tegen je verwachting in lijkt dat mee te vallen, en iets te zelfverzekerd loop je zodra je weer aan wal staat met je tasje zwaaiend naar je auto. Halverwege de kade scheurt de bodem van het tasje en vallen je flessen met een harde knal kapot.

Er komt vervolgens een agent naar je toe die je een boete geeft. Voor het maken van een zinloze reis, het kopen van vieze drankjes en pruimtabak, en het bevuilen van de kade. Dat zal je leren. Wel complimenteert hij je voor het in ere houden van tradities. 

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden