Oplossingen voor de wooncrisis richten zich vooral op aantallen en snelheid. Tim Willems-Kruize roept op de drang om te bouwen te weerstaan en te focussen op kwaliteit.

De oproep om te ruimterennen in de afgelopen column van Tim Willems-Kruize heeft enthousiaste reacties opgeleverd. Momenteel worden renafspraken gemaakt. In afwachting van columns van de ruimterenners duikt Tim in een onderwerp dat hem momenteel bezighoudt: de woningbouwopgave in het Noorden.

Het zal u niet zijn ontgaan: We zitten in een wooncrisis. In Groningen, Friesland en Drenthe worden tot 2030 ruim 62.000 woningen gebouwd. Om u enige grip te geven op deze aantallen heb ik een paar cijfers op een rijtje gezet. In de drie noordelijke provincies staan op dit moment al 825.000 woningen. De komende jaren zal de woningvoorraad dus met 7,5% toenemen. Dit valt u misschien mee, maar die 62.000 nieuwe woningen staan ongeveer wél gelijk aan alle woningen in de kernen van Veendam, Assen en Drachten bij elkaar. En we bouwen die nieuwe woningen vanuit het oogpunt van duurzaamheid niet voor een paar jaar, maar toch minimaal vijftig tot honderd jaar. ‘Onze’ woningbouwopgave heeft dus over een groot aantal jaren een aanzienlijke invloed op het Noorden.

Een goed dak boven je hoofd is een eerste levensbehoefte. Tel daarbij op de ruimtelijke impact en het is logisch dat de ‘kwaliteit’ een belangrijk uitgangspunt is voor het oplossen van de wooncrisis. Maar niets is minder waar. In plaats van dat we ons afvragen waar en hoe we willen wonen is er veel aandacht voor ‘aantallen’ en ‘snelheid’. Kwaliteit dreigt het kind van de rekening te worden. Wat hierbij niet helpt, is dat de beoogde productie van woningen op veel plekken momenteel achterblijft op de planning. Er is daardoor veel drang om te bouwen. Ik pleit ervoor om deze drang te weerstaan en aandacht te hebben voor ‘kwaliteit’. Daar heb je als bewoner, maar ook als maatschappij namelijk heel veel plezier van. Ik neem de sociale woningbouw van begin vorige eeuw als voorbeeld. Destijds verrezen tuindorpen die met veel aandacht voor kwaliteit zijn gemaakt. Dit heeft geleid tot geliefde wijken en buurten die meer dan honderd jaar later(!) nog steeds in de harten van de bewoners en omgeving zitten.

Aandacht voor kwaliteit biedt tal van kansen voor een gezonde, rechtvaardige woningbouw die een positieve bijdrage levert aan het Noorden. Ik noem er drie. Ten eerste is er een kans om door een zorgvuldige locatiekeuze te werken aan vitale kernen waarin het nu en in de toekomst fijn leven is voor mensen, planten en dieren. Het is hierbij belangrijk om onder andere rekening te houden met het water- en bodemsysteem en aanwezige voorzieningen zodat die duurzaam in stand kunnen worden gehouden. Ten tweede zijn er kansen om met de ontwikkeling van woningbouw in te spelen op de in de omgeving aanwezige gebiedskwaliteiten en waarden. Zo kunnen toekomstige bewoners zich op hun nieuwe woonplek ook écht thuis voelen. Ten derde zijn er kansen om toekomstige (groepen) bewoners veel meer zeggenschap te geven en zo ruimte te bieden voor meer variatie en betaalbare woonvormen. Voorbeelden van wooncoöperaties laten zien dat wonen met een hoge kwaliteit en betaalbaarheid geen tegenstellingen hoeven zijn. Zo kunnen ‘duizenden bloemen bloeien’ in ons prachtige Noorden.

Deze column is ontleend aan de publicatie ‘de kwalitatieve aanpak van de woningbouwopgave’ van de pilot Steunpunt Ruimtelijke Kwaliteit (STERK) dat in opdracht van de provincie Groningen en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is uitgevoerd door stichting Libau.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden